Van Agt: vertrek Andriessen als minister van Financiën was grootste fout
Het kabinet had in februari 1980 minister van Financiën Andriessen moeten steunen toen die om extra bezuinigingen vroeg. Dat dit niet gebeurde en dat dit tot zijn vertrek leidde, noemt Dries van Agt zijn grootste fout als premier. Het kabinet had in het landsbelang moeten kiezen voor verdere bezuinigingen. Van Agt zei dit tijdens de presentatie van de biografie die vandaag over hem is verschenen.
Als verklaring noemde Van Agt dat werd gevreesd dat verzet van de CDA-fractie tegen nieuwe bezuinigingen tot een kabinetscrisis zou leiden. Dat risico was onwenselijk vanwege de aangekondigde abdicatie van koningin Juliana. De val van het kabinet zou ertoe hebben geleid dat de troonswisseling zou samenvallen met de verkiezingen. Verder vreesde Van Agt dat de vorming van het CDA als partij - er bestond alleen nog een federatief CDA - in gevaar zou komen door de val van het kabinet.
Tijdens de presentatie voerden behalve Van Agt ook de oud-vicepremiers Wiegel en Terlouw en de oud-ministers Andriessen en Van Thijn het woord. Wiegel wees op de grote kameraadschap die in het eerste kabinet-Van Agt ontstond, mede door de ontspannen wijze waarop Van Agt leiding gaf. Die kameraadschap heeft volgens Wiegel sterk bijgedragen aan het door het kabinet uitzitten van de gehele kabinetsperiode.
Van Thijn verdedigde de houding van de PvdA-fractie in de Mentendebatten in 1976 en 1977. De PvdA-fractie viel Van Agt toen hard aan vanwege de ontsnapping van oorlogsmisdadiger Menten, maar kwam niet met een motie van wantrouwen. Algemeen wordt gesteld dat de houding van de PvdA in dat debat Van Agt heeft vervreemd van de PvdA. Van Thijn erkende dat de opstelling halfslachtig was, maar vroeg begrip voor de emoties die de ontsnapping van Menten bij oorlogs- en verzetsslachtoffers had opgeroepen. Zijn fractie kon en wilde aan die gevoelens niet voorbijgaan.
meer informatie