Antiterrorisme wetgeving: hoe kunnen we fundamentele rechten beschermen?

Wat wordt verstaan onder 'het publiekelijk uitlokken van terrorisme?' In een rondetafel debat genaamd 'Het publiekelijk uitlokken van het plegen van terroristische misdaden' bespraken EP-leden en deskundigen op maandag 7 april de uitdagingen in de strijd tegen het terrorisme. Sommige Parlementsleden uitten hun bezorgdheid over burgerlijke vrijheden, anderen pleitten voor de verdediging van de democratie.

Het door de commissie Burgerlijke vrijheden georganiseerde debat volgt op een voorstel van de Europese Commissie van vorig jaar november tot het wijzigen van het EU-beleid inzake de bestrijding van terrorisme. De Commissie wil een herziening van het bestaande contraterrorismebeleid van de EU zoals vastgelegd in kaderbesluit 2002/475/JHA.

De Commissie is van mening dat veranderingen nodig zijn in het gemeenschappelijke juridisch kader en de gemeenschappelijke definitie van terroristische misdrijven door 'de verschillende en veranderende gezichten van het terrorisme.'

Het rondetafel debat bracht EP-leden, afgevaardigden uit nationale parlementen, de Raad, de Raad van Europa, Europol, Eurojust en de nieuwe Belgische antiterrorisme coördinator Gilles de Kerchove samen.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Publieke uitlokking: hoe te definiëren?

Tijdens de hoorzitting riep de definitie van 'publieke uitlokking' veel weerstand op. De Europese Commissie stelt wijzigingen voor in het kaderbesluit door de toevoeging van drie nieuwe strafbare feiten, die geacht worden zowel de 'traditionele' als de 'moderne' terroristische methoden strafbaar te stellen:

  • het rekrutering voor terrorisme;
  • Het opleiden voor terrorisme en
  • het publiekelijk uitlokken van het plegen van terroristische misdrijven.

Luis de Grandes Pascual (ES, Europese Volkspartij), rapporteur voor de commissie Juridische zaken, is verontrust over "een mogelijke dichotomie tussen de strijd tegen het terrorisme en de vrijheid van meningsuiting. Het verdedigen van de democratie vraagt om een bepaalde sterkte, om zodoende niet in zwakte te vervallen."

2.

"Waar stopt de vrijheid van meningsuiting?"

Roselyne Lefrançois (FR, sociaaldemocratische fractie PES) vertelde de aanwezigen dat het begrip publieke uitlokking een duidelijke formulering nodig heeft: "Waar stopt de vrijheid van meningsuiting? Wij hebben behoefte aan een duidelijke formulering, een vrijwaringclausule en bepalingen die het respect voor fundamentele rechten waarborgen."

Sarah Ludford (UK, Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa fractie) liet weten dat de kwestie "verontrustende vragen oproept over de vraag of de antiterreurwetgeving kan worden gebruikt tegen legitieme demonstranten." Ze haalde daarbij de berichtgeving in het Verenigd Koninkrijk aan.

In Londen dreigde de politie demonstranten te arresteren onder antiterreurwetten toen de stad de Olympische vlam verwelkomde. Verschillende personen demonstreerden daar inzake de situatie in Tibet. Agenten verzochten naar verluidt tot het verwijderen van vlaggen en Free Tibet T-shirts met arrestatie. Ludford is bang dat het strafbaar stellen van dit soort handelingen de vrije meningsuiting kan belemmeren.

3.

Is Europa in gevaar?

De Duitser Max-Peter Ratzel, directeur van Europol, presenteerde enkele cijfers inzake terrorisme voor 2007. Volgens Europol zijn in 2007 583 aanslagen mislukt, voorkomen of uitgevoerd, waarvan 517 van voor de rekening van separatistische groepen in Spanje en Frankrijk kwamen. Hierbij zijn 1.044 mensen gearresteerd. Er zouden vier mislukte aanslagen met een islamitische achtergrond hebben plaatsgevonden.

Volgens Gilles de Kerchove bestaat er "een echte bedreiging aan onze grenzen. De EU-onderdanen zijn in gevaar, Al Qaeda blijft daarbij een internationale bedreiging voor de komende jaren."

De vraag is volgens De Kerchove verder "hoe ver we willen gaan" inzake burgervrijheden. Daarbij wees hij op Europese politiële samenwerking en de mate waarin nationale databanken worden gedeeld. Hij riep eveneens op tot een groter gebruik van de bestaande samenwerkingsmechanismen in de EU zoals de in Nederland gevestigde Europol en Eurojust.

4.

Virtuele opleidingskampen

Volgens de Commissie vormt een probleem in de strijd tegen terrorisme het gebruik van internet, dat het gemakkelijker maakt terroristische ideologie te verspreiden, netwerken of personen te mobiliseren en zodoende  'virtuele trainingskampen' aan te bieden.

De Kerchove: "ongeveer 5000 websites helpen onze jongeren te radicaliseren. Niettemin moeten we een intensief democratisch debat voeren waar een evenwicht wordt gevonden tussen veiligheid en vrijheid."