Commisie oordeelt hard over onderwijsbeleid
De parlementaire onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen geeft een hard oordeel over het onderwijsbeleid van de afgelopen 15 jaar. Er was te weinig aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs, kritiek op vernieuwingsplannen werd genegeerd, er was onvoldoende financiële onderbouwing en docenten, ouders en leerlingen hadden veel te weinig mogelijkheden tot inspraak. De Tweede Kamer schoot tekort in haar controlerende taak. Bovendien waren de tot stand gebrachte wetten veel te gecompliceerd.
Vandaag is het rapport van de commissie, Tijd voor onderwijs, waarin deze conclusies staan, gepresenteerd. De commissie heeft vorig jaar in opdracht van de Tweede Kamer het onderzoek uitgevoerd onder voorzitterschap van PvdA'er Jeroen Dijsselbloem. De commissie onderzocht onder meer de introductie van de basisvorming, de tweede fase, het studiehuis en het vmbo.
De commissie stelt dat het politieke belang van de plannen belangrijker werd gevonden dan de belangen van leerlingen. Er is onder meer onvoldoende rekening gehouden met de problemen die de komst van meer allochtone leerlingen met zich meebracht. De commissie vindt dat veel duidelijker dan voorheen moet worden vastgelegd wat leerlingen op welk moment moeten weten. Het gaat dan met name om basiskennis en basisvaardigheden, zoals spellen en kennis van de geschiedenis. Er zou een verplichte begin- en eindtoets moeten komen.
bronnen: NRC Handelsblad en website Tweede Kamer