Het Europees Parlement wil het toenemende extremisme in Europa bestrijden

Het Europees Parlement is zeer bezorgd over de wervings- en gewelddadige propagandacampagne van het islamitische fundamentalisme, met terroristische aanslagen binnen de Europese Unie, ingegeven door haat tegen de Europese waarden en antisemitisme.

Het EP is ook ernstig bezorgd over de opkomst in Europa van extremistische bewegingen, paramilitaire groepen en partijen, waarvan sommige zelfs regeringsverantwoordelijkheid dragen, die hun ideologie en hun gedrag baseren op discriminatie, racisme, onverdraagzaamheid, het aanzetten tot religieuze haat, uitsluiting, vreemdelingenhaat, antisemitisme, onverdraagzaamheid jegens zigeuners, homofobie, vrouwenhaat en ultranationalisme.

De leden veroordelen met klem alle aanvallen die ingegeven zijn door racisme of haat en zij roepen alle autoriteiten ertoe op al het mogelijke te doen om de daders te straffen. De leden betuigen hun solidariteit met alle slachtoffers van dergelijke aanvallen en hun familie.

Het EP dringt er bij de Europese Commissie op aan toe te zien op de volledige toepassing van de bestaande wetgeving die het aanzetten tot politiek en religieus geweld, racisme en vreemdelingenhaat verbiedt. Het Parlement vraagt de lidstaten toe te zien op de strikte toepassing van de wetgeving tegen racisme, en op de informatiecampagnes in de media en onderwijsinstellingen.

Verder waarschuwt het EP, met het oog op de Europese verkiezingen van 2009, voor de mogelijkheid dat extremistische partijen in het Europees Parlement vertegenwoordigd worden. Het EP roept de fracties ertoe op de nodige maatregelen te treffen om te garanderen dat een democratische instelling niet wordt gebruikt als platform voor de financiering en verspreiding van antidemocratische boodschappen.

Ten slotte roept de Assemblee de Europese instellingen ertoe op het EU-Bureau voor de grondrechten een duidelijk mandaat te geven om een onderzoek in te stellen naar de structuren van extremistische groeperingen, teneinde na te gaan of sommige van deze groeperingen hun interne werkzaamheden niet over de hele Europese Unie of op regionaal niveau coördineren.