Aan het woord: Erna Hennicot-Schoepges, Parlementslid en pianiste

Wij zetten onze reeks over leden van het Europees Parlement die zich ook buiten de politiek hebben onderscheiden voort. Na Vytautis Landsbergis spraken wij een andere voormalige pianist: Erna Hennicot-Schoepges, sinds de jaren zeventig een bekende Luxemburgse politicus. Hennicot-Schoepges staat bekend om haar directe stijl en cultuur is een zeer belangrijk onderwerp voor haar, zo was ze minister van Cultuur in haar land. Deze passies beïnvloeden haar werk in het EP.

Mevrouw Hennicot-Schoepges, u bent de laatste dertig jaar politiek actief geweest. Is het gemakkelijk om van het creatieve werk over te stappen naar het leven van een politicus, die wordt gebonden aan strikte procedures en agenda's?

"De politieke wereld is zeer creatief en het sluit zich aan bij de kunst vanuit dat perspectief. Ik koos vooral voor de politiek om aan te tonen dat een musicus veel ideeën aan de politiek kan overbrengen. Ook is het zo dat er als vrouw in Luxemburg er nog veel gedaan moest worden op het gebied van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en de combinatie werk-familie zoals we dat nu kennen. Ook was er op het gebied van cultuur terrein te winnen."

Is er een vergelijking mogelijk tussen de disciplines, vaardigheden, talenten, technieken en de tactiek die komen kijken bij het spelen van muziek en het politieke spel?

"Muziek en politiek zijn complementair aan elkaar. De vorming van een muzikaal stuk verplicht om op nul te beginnen. Dat vraagt een significante hoeveelheid discipline, evenals een houding van nederigheid omdat ongeacht het niveau van de muziek elk stuk een uitdaging is. Muziek maken vereist constante arbeid.

Wat in de politiek ontbreekt is een zekere harmonie: de kunst van het bekijken van details en de toepassing van het gevoel ontbreken. Het gevaar van politiek ligt in het potentiële verlies van karakters en het gebruik van lege woorden. De burger hoort deze lege woorden met afschuw aan, er wordt veel gesproken maar niets gezegd. Het is noodzakelijk om je eigen karakter te verdedigen. Hoe dan ook, muziek vergemakkelijkt mijn leven na de politiek."

Sommigen zeggen dat de politici moeten handelen om kunst te steunen en te beschermen, anderen vinden dat de betrokkenheid van politieke instellingen in de kunst hen compromitteert. Waar bevindt u zich met betrekking tot deze vraag?

" Men zou geen cultuur met kunst moeten verwarren. Het één vormt onderdeel van het andere. Cultuur is meer diepgaand, het onderscheidt ons van andere soorten en geeft ons vooral in Europa een betere kennis van anderen. In de kunst zou de politiek zich niet moeten bemoeien met de inhoud. De negatieve voorbeelden van politieke interferentie in kunst zoals tijdens het nazisme en het communisme liggen nog vers in ons geheugen. Officiële interventie is ontoelaatbaar.

Wij in de EU zijn nu aangekomen bij een kruispunt van twee richtingen. De Europese Unie moet een balans vinden in de financiering van kunst. Een andere mogelijkheid is het volgen van het Amerikaanse model, waar cultuur volledig is geprivatiseerd maar de invloed van sponsors aanwezig is. Cultuur verstrekt een toegevoegde waarde. Een waarde die niet noodzakelijk financiële voordelen geeft. Cultuur vereist investeringen die voor sociale samenhang in een land kunnen zorgen."

Naast muziek is cultuur een ander element van groot belang voor u. Aangezien u een belangrijke culturele erfenis in Luxemburg achterliet, wat zou u willen nalaten op het niveau van de EU?

" In Luxemburg had ik een uitvoerende functie als minister. In het Parlement kan ik dingen zeggen over onderwerpen waarover anderen niet kunnen spreken omdat zij de kwestie niet goed genoeg kennen. Mijn doel is ervoor te zorgen dat cultuur als beleidsonderwerp bestaat. Men kan het immers net zoals het milieu altijd over dit onderwerp hebben. Cultuur komt kijken bij onderwerpen als de wetgeving, de industrie en onderwijs. Cultuur is overal."