Interview met Vladimír Remek: eerste Tsjech in de ruimte en Parlementslid

Het Tsjechisch Parlementslid Vladimír Remek (Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links) staat in eigen land niet alleen bekend als Europarlementariër. De in 1948 geboren Remek werd in 1978 de eerste Tsjech in de ruimte als de eerste kosmonaut die noch uit de VS, nog uit de Sovjet-Unie afkomstig was. We stelden hem een aantal vragen, waarop hij enkele opvallende antwoorden gaf.

Vladimír Remek vloog van 2 tot 10 maart 1978 aan boord van het ruimteschip Soyuz 28. Zijn vlucht duurde 190 uren en 18 minuten. Later werd hij als directeur van het militair lucht- en ruimtevaartmuseum in Praag en diplomaat. In 2004 werd hij gekozen tot vertegenwoordiger in het Europees Parlement.

Meneer Remek, toen u in 1978 de ruimte invloog, was u de eerste kosmonaut in de ruimte niet afkomstig uit de Sovjet-Unie of de VS. Wat voor betekenis heeft uw vlucht gehad voor het toenmalige Tsjechoslowakije?

"Ik behoor tot een generatie die de tijden herinnert dat ruimtevluchten een grote droom van de mensheid waren. Mijn missie vond plaats slechts 21 jaar nadat de eerste satelliet Spoetnik werd gelanceerd en zeventien jaar nadat Joeri Gagarin als eerste man de ruimte inging. Voor Tsjechoslowakije was dit een grote gebeurtenis. Toen wij om onze planeet aarde cirkelden, luisterden wij naar diverse korte golf radiofragmenten en hoorden we hoe de naam van mijn geboorteland en de namen van onze bemanningsleden talloze malen in verschillende talen werden herhaald.

Hier in het Europees Parlement kom ik vaak tot het besef dat ik in feite de eerste European ben die de ruimte in vloog. Dit komt waarschijnlijk omdat de Sovjet-Unie meer als grootmacht dan als deel van Europa werd beschouwd. Hoewel ik er zelf niet op deze manier naar aankeek, ben ik vandaag de dag blij over deze waarneming."

Heeft de ervaring om onze planeet vanuit de ruimte te kunnen aanschouwen invloed gehad op uw waarneming van het leven en de politiek?

"De manier waarop je naar onze planeet kijkt veranderd. In de ruimte begrijp je dat onze planeet geen eindeloze wereld is. Het ruimteschip vliegt op een hoogte van ongeveer 350 kilometer, wat geen bijzonder grote afstand is. Je kunt rond de planeet vliegen in anderhalf uur en tijdens deze periode realiseer je je hoe breekbaar en beperkt de ruimte is, waar leven mogelijk is. Vanaf het begin van de beschaving hieven mensen hun hoofd om de hemel te aanschouwen en zagen ze vallende sterren. Vandaag de dag weten we dat dit geen sterren zijn maar onderdelen uit de ruimte in de vorm van meteorieten. Vanaf een ruimteschip kun je zien hoe dit proces plaatsvindt. Zodoende leer je dat de perceptie van de wereld van veel mensen vaak zeer beperkt is. Het is bijvoorbeeld niet lang geleden dat mensen voor gek werden verklaard wanneer ze verkondigden dat de wereld rond is."

In de jaren zestig en zeventig was er een grote golf van 'ruimte-euforie.' Denkt u dat projecten zoals een toekomstige expeditie naar Mars of de ontdekking van nieuwe planeten vandaag de dag een vergelijkbaar enthousiasme onder jonge mensen kunnen produceren?

"Het enthousiasme toen was verschillend, de wereld heeft zich nu verder ontwikkeld. In de jaren zeventig vlogen we de ruimte in zonder computers. Het was een wereld zonder mobiele telefoons, dit is iets wat wij ons vandaag bijna niet kunnen voorstellen. Niettemin blijft de ruimte voor jonge mensen denk ik een interessant onderwerp. Hoewel ik geen econoom ben, denk ik dat vóórdat we een mogelijke bemande missie naar Mars kunnen houden wij de kosten goed zouden moeten berekenen. Wij zouden dan moeten nadenken of de exploratie van Mars met behulp van technisch materiaal niet efficiënter is."

U volgt onder andere de ruimtekwesties in het Europees Parlement. Wat denkt u over de kansen en het potentieel van het Europese programma Galileo?

"Galileo zal het eerste niet-militaire navigatiesysteem zijn. Ik denk dat het een groot potentieel heeft, maar de EU-lidstaten zullen eerst en vooral een overeenkomst moeten bereiken over de vraag hoe het te financieren. Anders zou het gehele project in gevaar kunnen komen. Er zijn ook onderhandelingen aan de gang over het oprichten van een hoofdkwartier van Galileo in Praag. Dit zou zeker een prestigieuze kwestie zijn en ik denk dat Praag een geschikte kandidaat voor een dergelijk project is."

U heeft gewerkt als Tsjechische diplomaat in Moskou, u kent Rusland dus door uw professionele activiteiten. Naar uw mening, hoe zou de ideale relatie tussen de Europese Unie en Rusland eruit moeten zien?

"Een ideale relatie bestaat niet, zelfs niet in het privéleven. Het is belangrijk om zich van het feit bewust te zijn dat Rusland een deel van Europa is. Het grootste deel van zijn burgers leeft in het Europese deel van de Russische federatie. Tijdens de laatste twee, drie eeuwen was Rusland een belangrijk element in de ontwikkeling van Europa, beïnvloedde het de Europese zaken. Daarom denk ik dat de Europese Unie in zijn bilaterale relaties moet afzien van goedkope kritiek op de situatie in Rusland en zonder vooroordelen moet handelen. Voor de toekomst van de relaties is het belangrijk dat de EU Rusland op een gelijke basis behandelt."