Artikel 57: Optierecht
-
1.Het optierecht van het Agentschap geldt:
-
a)voor de verkrijging van het gebruiks- en verbruiksrecht ten aanzien van materialen die krachtens de bepalingen van hoofdstuk VIII aan de Gemeenschap in eigendom toebehoren;
-
b)voor de verkrijging van het eigendomsrecht in alle andere gevallen.
-
-
2.Het Agentschap oefent zijn optierecht uit door het sluiten van contracten met de producenten van ertsen, grondstoffen of bijzondere splijtstoffen.
Behoudens de bepalingen van de artikelen 58, 62 en 63 is iedere producent gehouden de ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen welke hij voortbrengt op het grondgebied van de Lid-Staten, aan het Agentschap aan te bieden, alvorens deze ertsen of stoffen worden gebruikt, overgedragen of opgeslagen.
Het optierecht wordt hier nader bepaald. Het geldt:
-
a.voor de verkrijging van het gebruiks- en verbruiksrecht van materialen, die krachtens Hoofdstuk VIII aan de Gemeenschap in eigendom toebehoren. Volgens artikel 86 gaat het hier om de bijzondere splijtstoffen.
-
b.In andere gevallen, d.w.z. bij ertsen en grondstoffen, heeft het optierecht de verkrijging van het eigendomsrecht ten doel.
Het tweede lid regelt de verhouding tussen de producenten en het Agentschap inzake het optierecht. De producent is verplicht, behoudens het gestelde in de artikelen 58, 62 en 63, de betrokken materialen eerst aan het Agentschap aan te bieden. Door deze bepaling kan het optierecht zijn volledige toepassing verkrijgen.