Artikel 52: Beginsel van gelijke toegang tot hulpbronnen, verboden, mandaat Agentschap
-
1.De voorziening van ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen geschiedt overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk, volgens het beginsel van gelijke toegang tot de hulpbronnen en door middel van een gemeenschappelijk voorzieningsbeleid.
-
2.Te dien einde, en volgens de bepalingen van dit hoofdstuk,
-
a)is elke handelwijze, welke beoogt aan bepaalde gebruikers een bevoorrechte positie te verschaffen, verboden;
-
b)wordt een Agentschap opgericht, dat een optierecht heeft op ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen, voortgebracht op het grondgebied van de Lid-Staten, alsmede het uitsluitend recht heeft om contracten te sluiten voor de levering van ertsen, grondstoffen of bijzondere splijtstoffen, herkomstig uit landen binnen of buiten de Gemeenschap.
Het Agentschap mag tussen de gebruikers niet discrimineren op grond van het gebruik dat zij van de gevraagde leveranties wensen te maken, tenzij dit gebruik ongeoorloofd is of indruist tegen de voorwaarden, welke de niet tot de Gemeenschap behorende leveranciers aan de betrokken leverantie hebben verbonden.
-
Het eerste lid stelt, dat de voorziening van ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen geschiedt volgens de bepalingen van dit hoofdstuk. Voor de betekenis der termen ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen in het kader van het Verdrag kan worden verwezen naar artikel 197, waarin zij nader worden gedefinieerd.
Voorts vermeldt dit lid het belangrijke principe van gelijke toegang tot de hulpbronnen en van een gemeenschappelijk voorzieningsbeleid.
Het tweede lid werkt een en ander nader uit:
-
a.Het is verboden bepaalde gebruikers een bevoorrechte positie te verschaffen.
-
b.Een Agentschap wordt opgericht, dat een optierecht heeft op binnen de Gemeenschap geproduceerde ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen. Voorts bezit het Agentschap het uitsluitend recht om contracten te sluiten voor de levering van de eerdergenoemde materialen, welke ook hun herkomst is.
De laatste alinea van dit lid geeft het begrip "gelijke toegang" een ruime uitleg. Niet alleen dat het Agentschap niet mag discrimineren tussen de gebruikers op grond van nationaliteit e.d., hetgeen in het eerste lid ligt besloten, maar evenmin mag dit geschieden op grond van het gebruik, dat van de geleverde materialen zal worden gemaakt. Een en ander geldt echter niet, indien het gebruik ongeoorloofd is of in strijd met de voorwaarden, door niet tot de Gemeenschap behorende leveranciers gesteld.
Samenhang met artikel 223
Gewoonlijk zal men bij het nemen van het besluit tot bouwen van reactoren en fabrieken voor isotopenscheiding reeds tegelijkertijd overeenkomsten aangaan om de voorziening in ertsen, grondstoffen en bijzondere om splijtstoffen ófwel door producenten, welke in eigen land zijn gevestigd, ófwel door buitenlandse leveranciers veilig te stellen.
[Artikel 223] geeft de nodige garanties, dat voor bestaande projecten geen moeilijkheden ontstaan door de inwerkingtreding van het Verdrag. Deze regeling moet worden gezien een afwijking van artikel 52, eerste lid, inzake de gelijke toe gang tot de hulpbronnen, aangezien bestaande projecten hierdoor een voorkeur krijgen.