(Mede)wetgeving Tweede Kamer
De Tweede Kamer1 is medewetgever. Dat komt tot uiting in diverse parlementaire rechten. De Tweede Kamer stemt over alle wetsvoorstellen, bepaalt mede de tekst van wetsvoorstellen en Tweede Kamerleden2 kunnen zelf een wetsvoorstel3 indienen. Dankzij het recht om wetsvoorstellen te wijzigen, heeft de Tweede Kamer ook invloed op de begroting4. De Tweede Kamer moet het doen van uitgaven toestaan en kan begrotingsposten verhogen of verlagen.
Bij verdragen heeft de Kamer de mogelijkheid om te vragen om uitdrukkelijke goedkeuring. Dit geldt ook bij sommige uitvoeringsmaatregelen (algemene maatregelen van bestuur5).
Sinds 2004 kunnen Tweede Kamerleden tevens een initiatiefnota6 uitbrengen, waarmee zij een maatschappelijk probleem op de politieke agenda kunnen plaatsen. Dit kan later tot wetgeving leiden.
Inhoud
Ieder wetsvoorstel komt bij de Tweede Kamer in stemming. Dat gebeurt soms zonder dat er in de Kamer over gesproken is, maar soms ook na een uitgebreide schriftelijke en mondelinge behandeling. Dat is afhankelijk van de omvang en betekenis van het wetsvoorstel. Soms wordt alleen een klein onderdeel van een wet vanwege technische redenen gewijzigd. Dan is uitvoerige behandeling niet nodig. Als de Tweede Kamer zonder debat stemt over een wetsvoorstel spreken we van een hamerstuk.
Een wetsvoorstel wordt na aanneming doorgestuurd naar de Eerste Kamer7, die het wetsvoorstel eveneens bespreekt en er ook over stemt.
Voordat een wetsvoorstel in stemming komt, wordt ook gestemd over alle onderdelen van het wetsvoorstel. Ingewikkelde wetsvoorstellen bestaan soms uit tientallen onderdelen en artikelen. Het kan voorkomen dat een bepaald onderdeel of artikel van een wetsvoorstel wordt verworpen, maar dat het wetsvoorstel zelf wel wordt aangenomen.
De Tweede Kamer1 heeft sinds de Grondwetsherziening van 1848 het recht van amendement, dat wil zeggen de mogelijkheid wijzigingen (verbeteringen) aan te brengen in een voorliggend wetsvoorstel3. Ieder Kamerlid heeft het recht amendementen in te dienen. Een amendement kan worden ingediend zodra een wetsvoorstel in handen van een commissie is gesteld tot aan het moment dat het voorstel wordt aangenomen of verworpen.
Het samenstel van parlementaire rechten op het gebied van de Rijksbegroting8 wordt budgetrecht of begrotingsrecht genoemd. Zo moeten begrotingswetsvoorstellen (wijzigingsvoorstellen daarvoor) worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer. Het kabinet9 is het parlement ook achteraf verantwoording schuldig over het gevoerde begrotingsbeleid. In tegenstelling tot de Eerste Kamer7 kan de Tweede Kamer1 de begrotingen ook zelf wijzigen (amenderen).
Tweede Kamerleden2 hebben het recht om zelf een voorstel voor een wet10 aan de Tweede Kamer1 aan te bieden: het recht van initiatief. Een dergelijk voorstel wordt op vrijwel dezelfde wijze door het parlement behandeld als wetsvoorstellen die door de regering11 worden ingediend.
Internationale verdragen worden door de regering11 gesloten. In de regel komt het parlement12 daar niet direct bij te pas. Zij worden stilzwijgend goedgekeurd. Voor sommige verdragen geldt dat altijd instemming van het parlement nodig is. Bovendien kan eenvijfde deel van de Tweede of Eerste Kamer de regering binnen dertig dagen uitdrukkelijke goedkeuring vragen. In dat laatste geval dient de regering een voorstel voor een zogenaamde goedkeuringswet in.
Een voorstel voor een goedkeuringswet wordt op dezelfde wijze als andere wetsvoorstellen door beide Kamers behandeld. Wijzigingen (amendering) van het verdrag zijn overigens niet mogelijk.
Belangrijke plannen op het gebied van de ruimtelijke ordening worden opgenomen in een voorgenomen Structuurvisie. De Tweede Kamer kan binnen vier weken na het verschijnen daarvan vragen om openbare behandeling. Een recent voorbeeld is de Structuurvisie Windenergie op land.
Ook bij uitvoeringsbesluiten van bepaalde wetten (algemene maatregelen van bestuur) geldt soms de mogelijkheid voor de Tweede Kamer om te vragen om uitdrukkelijke goedkeuring. Als daarom wordt gevraagd, dient de regering een speciaal goedkeuringswetsvoorstel in.
Vooruitlopend op (initiatief)wetgeving wordt soms een initiatiefnota door (een) Tweede Kamerlid/leden uitgebracht.
In een initiatiefnota kan een Tweede Kamerlid2 een bepaalde beleidskwestie aan de orde stellen en daarover voorstellen doen. Als regel komt de regering met een reactie. De nota wordt vervolgens besproken door de Tweede Kamer1, meestal in een algemeen overleg13 van de betreffende Kamercommissie. Dat debat kan vooraf worden gegaan door een schriftelijke voorbereiding waarin andere Kamerleden vragen kunnen stellen. Verder kan aan het kabinet om een reactie worden gevraagd op de nota.
Meer over
Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over moties, stemgedrag, Kamervragen of andere parlementaire activiteiten? PDC, partner van het Montesquieu Instituut, kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC15 van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
- 1.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 2.De Tweede Kamer bestaat uit 150 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van in principe vier jaar worden gekozen via de kandidatenlijst van een politieke partij. Zij controleren de regering en treden op als medewetgevers.
- 3.Een wetsvoorstel is een voorstel van de regering of een Kamerlid voor een nieuwe wet, of een voorstel om een bestaande wet te veranderen. Het komt vaak voor dat meer dan één ministerie bij een onderwerp en dus bij een wetsvoorstel betrokken is. Een wetsvoorstel kan ook door één of meer staatssecretarissen worden behandeld.
- 4.Een begroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode. Hoe komt de begroting van ons land, de rijksbegroting tot stand? Onderwerpen als de begrotingscyclus, het begrotingsstelsel en het begrotingsbeleid en het budgetrecht van de Tweede Kamer spelen hierbij een rol.
- 5.Een algemene maatregel van bestuur (AMvB) is een besluit van de regering waarin regels uit een wet verder worden uitgewerkt. Voordeel is dat niet alle details precies in de wet zelf geregeld hoeven te worden. Bovendien kan een AMvB veel makkelijker (en dus sneller) worden gewijzigd dan een wet.
- 6.In een initiatiefnota kan een Tweede Kamerlid een bepaalde beleidskwestie aan de orde stellen en daarover voorstellen doen. Als regel komt de regering met een reactie. De nota wordt vervolgens besproken door de Tweede Kamer, meestal in een algemeen overleg van de betreffende Kamercommissie. Dat debat kan vooraf worden gegaan door een schriftelijke voorbereiding waarin andere Kamerleden vragen kunnen stellen. Verder kan aan het kabinet om een reactie worden gevraagd op de nota.
- 7.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 8.In de Rijksbegroting staan de verwachte verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de rijksoverheid voor het komende jaar. De Rijksbegroting bestaat in feite uit een aantal afzonderlijke begrotingen (begrotingsstaten en toelichtingen), per ministerie en voor specifieke fondsen.
- 9.Met het begrip kabinet worden alle ministers en staatssecretarissen bedoeld. Een kabinet wordt genoemd naar de minister-president, bijvoorbeeld het kabinet-Drees of het kabinet-Kok. In het spraakgebruik worden de begrippen regering en kabinet vaak door elkaar gebruikt. Strikt genomen, is er echter een verschil tussen beide. Met de term 'regering' duiden we het staatshoofd (koning of koningin) samen met de ministers aan.
- 10.Een wet kan ingrijpende gevolgen hebben voor burgers. Gedrag kan bijvoorbeeld strafbaar worden gesteld, belastingen kunnen worden verhoogd of de verkiezingsprocedure kan worden veranderd. Omdat dit gevoelige zaken zijn, is er een uitgebreid stappenplan dat moet worden doorlopen voordat een voorstel wet wordt. Op die manier wordt voorkomen dat wetgeving lichtzinnig tot stand komt.
- 11.De regering is het centrale bestuur van ons land en bestaat uit de Koning en de ministers. Omdat de Koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk zijn, wordt het kabinet, (ministers en de staatssecretarissen) in de praktijk ook vaak regering genoemd, bijvoorbeeld de regering-Rutte. Staatsrechtelijk gezien is dat onjuist.
- 12.Het begrip parlement gebruiken we in twee betekenissen. We verstaan er 'de volksvertegenwoordiging' onder, waarbij dan in het algemeen de Tweede Kamer wordt bedoeld. Het is echter tevens een verzamelbegrip voor Tweede en Eerste Kamer. Een (formeler) synoniem daarvan is 'Staten-Generaal'.
- 13.In een algemeen overleg werd door één of meer Tweede Kamercommissies met één of meer ministers en/of staatssecretarissen van gedachten gewisseld over het beleid. Het is in 2021 vervangen door het commissiedebat.
- 14.In vergelijking met de Eerste Kamer heeft de Tweede Kamer meer rechten en bevoegdheden. De belangrijkste taken zijn medewetgeving en controle. Bij de wetgeving is er met het recht van initiatief en het recht van amendement een sterkere positie dan de Eerste Kamer heeft. Via moties kan invloed worden uitgeoefend op regeringsbeleid. De Tweede Kamer kan een kabinet of bewindspersoon tot aftreden dwingen door het opzeggen van het vertrouwen. De Tweede Kamer heeft ook het recht van onderzoek.
- 15.Op de website Parlement.com vindt u onafhankelijke informatie over de Nederlandse politiek en over de personen die daarin een rol spelen of hebben gespeeld. De website wordt mogelijk gemaakt door de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut. Deze website is niet verbonden aan en wordt niet gefinancieerd door politieke partijen en/of belangengroepen.