Vermeende CIA-detentiecentra in Europa: Parlement stelt tijdelijke commissie in
Justitie en binnenlandse zaken - 18-01-2006 - 01:01 |
Bestaan er in Europa geheime CIA-detentiecentra? Heeft de CIA Europese luchthavens gebruikt om van terrorisme verdachte personen naar plaatsen te vervoeren waar hun marteling te wachten stond? Deze twee vragen moeten beantwoord worden door een tijdelijke commissie die het Parlement vandaag instelt.
De commissie, waarin alle fracties vertegenwoordigd zullen zijn, zal bestaan uit 46 leden. De commissie zal onderzoeken of de regeringen van de lidstaten op de hoogte waren van bovenstaande vermeende praktijken en of EU-burgers er het slachtoffer van zijn geworden.
Het Parlement geeft de tijdelijke commissie het volgende mandaat: informatie verzamelen en analyseren, om vast te stellen:
-
-of de CIA of andere organen van de VS of veiligheidsdiensten van andere derde landen zich schuldig hebben gemaakt aan ontvoeringen, "bijzondere uitleveringen", detentie op geheime locaties, incommunicado-detentie, foltering, wreedheden of onmenselijke of onterende behandeling van gevangenen op het grondgebied van de EU, met inbegrip van toetredende landen en kandidaat-landen, of dit grondgebied voor deze doeleinden hebben gebruikt, bijvoorbeeld met vluchten;
-
-of EU-burgers, burgers uit de kandidaat-landen of andere personen die recht hebben op bescherming van de EU, de lidstaten of de kandidaat-landen, betrokken waren bij of het slachtoffer zijn geworden van ontvoeringen, "bijzondere uitleveringen", detentie op geheime locaties, incommunicado-detentie, foltering of wrede, onmenselijke of onterende behandeling.
Het Parlement besluit dat de tijdelijke commissie vier maanden na de start van haar werkzaamheden een tussentijds verslag zal voorleggen met gedetailleerde voorstellen over de wijze waarop zij haar werkzaamheden zal voortzetten.
Morgen stemt het EP over de samenstelling van de commissie.
Procedure: Ontwerpbesluit ingediend door de Conferentie van voorzitters / Stemming: 18 januari 2006 / Ontwerpbesluit aangenomen
REF.: 20060113IPR04295 |
|