Nederlandse premiers geven in crisissituaties vakministers de ruimte
Nederlandse premiers stellen zich in crisissituaties terughoudend op. De leiding ligt in dergelijke situaties in handen van de vakministers. Dit blijkt uit een onderzoek van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Onderzoeker R. Visschers is in negen crises nagegaan hoe de verhoudingen lagen. Alleen bij de eerste terreuractie in 1970, toen Molukse jongeren de ambtswoning van de Indonesische ambassadeur bezetten, trok toenmalig premier de Jong de leiding naar zich toe.
In de andere onderzochte crises laat de premier alle ruimte aan de vakminister om de crisis op te lossen. Bij crises rond het Koninklijk Huis heeft de premier wel altijd de leiding. Maar dat spreekt voor zicht aangezien het Koninklijk Huis tot zijn portefeuille behoort.
De conclusies van de studie passen in de rol van de minister-president als 'primus inter pares' (eerste onder zijn gelijken). Maar in de praktijk zou de premier meer gaan functioneren als regeringsleider. In het najaar komt het kabinet met een notitie over de rol van de minister-president.
bron: staatscourant, 25 augustus 2005
externe link