Artikel 67: Besluitvormingsprocedure

66
Artikel 67
68

Inhoudsopgave van deze pagina:


  • 1. 
    Gedurende een overgangsperiode van vijf jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam besluit de Raad met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie of op initiatief van een lidstaat, na raadpleging van het Europees Parlement.

1.

Toelichting

Artikel gewijzigd bij het Verdrag van Nice.

2.

Toelichting Europees Parlement

Toelichting Europees Parlement bij de instelling van de medebeslissingsprocedure bij enkele onderdelen van het Europese justitiële beleid (december 2004)

Het ontwerpbesluit dat de Raad onlangs aan het Parlement heeft voorgelegd (zie documentoverzicht), vormt de eerste aanloop tot de tenuitvoerlegging van artikel 67, lid 2 van het EG-Verdrag, dat voorziet in de overgang naar stemmingen bij gekwalificeerde meerderheid en de hantering van de medebeslissingsprocedure bij de vaststelling van de meeste beleidsmaatregelen die onder titel IV van het EG-Verdrag vallen (immigratie, asiel, grensoverschrijding, e.d.).

Zodra dit besluit is aangenomen, zal het de democratische legitimiteit en de efficiency van de besluitvorming ten goede komen op de gebieden die tot tien jaar geleden buiten het communautaire kader en de Unie vielen. Dit besluit strekt tevens tot tenuitvoerlegging van een bepaling van het Verdrag van Amsterdam die door de lidstaten bij de ondertekening van het Verdrag van Nice1 is bekrachtigd, en geeft gevolg aan een aanbeveling die het Europees Parlement op 14 oktober jl. tot de Europese Raad had gericht.

Er zij op gewezen dat deze "passerelle" zonder het vastberaden optreden van het Nederlandse voorzitterschap, dat snel en effectief op de wensen van de Commissie burgerlijke vrijheden heeft gereageerd, wellicht onbenut zou zijn gebleven (evenals overigens de door artikel 42 van het EU-Verdrag geboden mogelijkheid).

De situatie zoals die zal voortvloeien uit de aanneming van dit besluit, is samengevat in de bijgevoegde tabel, waarin ook de andere rechtsgrondslagen van titel IV worden vermeld ten aanzien waarvan de overgang naar medebeslissing reeds een feit is door de inwerkingtreding van het Verdrag van Nice of de goedkeuring van minimumnormen (b.v. asielbeleid), of ten aanzien waarvan de overgang naar medebeslissing niet mogelijk is wegens het bestaan van specifieke voorschriften of protocollen (zie respectievelijk artikel 62, punt 2, letter b) en protocol nr. 35 betreffende de samenwerking tussen overheidsdiensten, dat gebaseerd is op artikel 66 van het EG-Verdrag).