Veel kritiek EP op Verdrag van Nice
Bijeenkomst van de Europese Raad van 7 t/m 10 december 2000 te Nice
Doc.: B5-938/2000
Procedure : Gemeenschappelijke ontwerpresolutie
Debat : 12 december 2000
Stemming : 14 december 2000
Gemeenschapp elijke resolutie aangenomen (308/95/85)
Het Parlement heeft in eerste instantie veel kritiek op het nieuwe verdrag van Nice, maar behoudt een definitief oordeel voor tot na een nauwkeurige bestudering van de teksten.
Positief vindt het EP de conclusies van de Raad over de sociale agenda, defensie, voedselveiligheid, openbare diensten, het statuut voor Europese vennootschappen en milieukwesties. Ook het tijdschema voor toetreding valt in goede aarde, maar het dringt er wel op aan dat in het vervolg geen belemmeringen voor de uitbreiding worden opgeworpen.
Het is blij met de afkondiging van het Handvest van de grondrechten, maar betreurt de overhaaste procedure die is gehanteerd evenals het feit dat het niet in het Verdrag is opgenomen en dat er zelfs niet naar wordt verwezen.
Over de IGC constateert het EP dat de verbeteringen van de Verdragen ver achterblijven bij hetgeen het Europees Parlement noodzakelijk achtte ter verbetering van het vermogen van de Europese Unie om een uitbreiding op te vangen en de democratische legitimiteit te vergroten.
De wijze waarop de meeste regeringsleiders hun laatste onderhandelingen over het Verdrag van Nice hebben gevoerd, heeft aangetoond dat zij het nationale belang op korte termijn boven de belangen van de Europese Unie hebben gesteld.
Wel is kennelijk vooruitgang geboekt bij het benoemen van de leden, de samenstelling en het functioneren van de Commissie, met name met de uitbreiding van de bevoegdheden van de voorzitter. Positief is ook dat bij artikel 7 de instelling van een waarschuwingssysteem is opgenomen bij schending door de lidstaten van de fundamentele beginselen waarop de Europese Unie is gebaseerd. En goed is ook het statuut van Europese politieke partijen.
Maar het Parlement zal nauwkeurig de duidelijke tekortkomingen onderzoeken zoals de besluitvormingsprocedures van de Raad (met name het verhogen van de drempel voor een gekwalificeerde meerderheid en het ingewikkelde karakter van de procedure), de ontoereikende uitbreiding van de besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid, het uitblijven van een automatische koppeling tussen besluitvorming met een gekwalificeerde meerderheid en medebeslissing voor het Parlement, het feit dat de instemming van het Europees Parlement bij nauwere samenwerking alleen incidenteel vereist is, en tenslotte de omstandigheid dat het Handvest van de grondrechten niet in het nieuwe Verdrag is opgenomen en dat er in het nieuwe Verdrag evenmin naar wordt verwezen.
De EPcommissie constitutionele zaken zal een nauwkeurige beoordeling van het ontwerpverdrag moeten geven en een uitspraak doen over de vraag of een uitgebreide Europese Unie op grond van het nieuwe Verdrag op doorzichtige, democratische en doeltreffende wijze kan functioneren. Dat zal moeten gebeuren voordat de nationale ratificatieprocedures beginnen.
De Europese Raad in Nice heeft aangetoond dat de traditionele IGC-methode ongeschikt is. Daarom is de "post-Nice-agenda" van vitaal belang en dient een soortgelijke conventie bijeen te worden geroepen als voor het Handvest van grondrechten. De conventie zou moeten bestaan uit vertegenwoordigers van de kandidaat-landen en van de lidstaten van de Europese Unie, zonder vetorecht. Dit college moet na een breed openbaar debat een ontwerp voorleggen voor de hervorming, vereenvoudiging en nieuwe indeling van de Verdragen tot één enkel, duidelijk en beknopt document ("grondwet").