EP-debat over rapport-Maaten inzake omschakeling op de euro
Christa RANDZIO-PLATH (PES, D)
Jaarverslag 2000 van de Europese Centrale Bank
Doc.: A5-0225/2001
Procedure : Niet-wetgevende raadpleging
Debat : 3 juli 2001
Jules MAATEN (ELD, NL)
Aanbeveling van de Commissie voor mogelijkheden en middelen om het bedrijfsleven bij te staan bij de omschakeling op de euro
Doc.: A5-0222/2001
Procedure : Initiatief
Debat : 3 juli 2001
Debat
De president van de ECB
2000 was een opmerkelijk jaar voor de eurozone, stelt Wim Duisenberg. De economische groei zat op het hoogste niveau sinds meer dan 10 jaar. Wel was in de loop van 2000 waakzaamheid geboden. De monetaire ontwikkelingen gaven een opwaartse druk op de prijsstabiliteit te kennen. Daarom werd de rentevoet 6 keer opgetrokken. Aldus heeft de ECB zijn geloofwaardigheid kunnen bevestigen.
Duisenberg benadrukt dat hij het niet eens is met de resolutie van het EP waar wordt getwijfeld aan de definitie van prijsstabiliteit, het belang van de eerste pijler en de rol van projecties in het kader van de tweede pijler. De raad van bestuur van de ECB houdt in zijn definitie rekening met toekomstige prijsontwikkelingen. De gehanteerde bovengrens van 2% ligt in de lijn van wat de nationale centrale banken voor de derde fase van de EMU toepassen. Hoe dan ook is de ECB vast voornemens om de prijsstabiliteit te handhaven. Daarom dient het monetaire beleid volledig symmetrisch te worden gevoerd en moet zowel op- als neerwaartse druk op de prijzen worden bestreden.
Duisenberg is tevreden over het huidige niveau van de rentevoeten om prijsstabiliteit op middellange termijn in de eurozone te garanderen. Bovendien zijn de vooruitzichten gunstig. De hoge inflatie blijft een tijdelijk verschijnsel en zou in 2002 onder de 2% moeten komen te liggen.
De ministers van Financiën hebben in een verklaring van de Eurogroep te kennen gegeven dat de omschakeling naar de euro wat hen betreft prijsneutraal moet zijn of de consument ten goede moet komen. Duisenberg vindt dat andere bestuursniveaus en bedrijven dit voorbeeld moeten volgen. Hij roept het publiek ook op om goed uit te kijken. De ECB van haar kant gaat onverminderd door met haar beleid voor prijsstabiliteit op de middellange termijn, ongeacht de munt waarin prijzen worden uitgedrukt.
De invoering van biljetten en munten in euro verloopt volgens plan. Eind juni bedroeg de productie van bankbiljetten 9 miljard, wat ongeveer overeenkomt met 90% van de voorraad die nodig is bij de omschakeling. In maart heeft de ECB besloten ook een centrale reserve aan te leggen van ongeveer 10%.
Op 1 januari 2001 is een voorlichtingscampage van start gegaan als aanvulling op nationale campagnes. Het doel is het publiek vertrouwd te maken met de munt en de overgang. Ook hier verloopt alles zoals gepland. Op 30 augustus gaat een grote mediacampagne van start.
Wat de sub-frontloading voor het publiek betreft, herhaalt Duisenberg zijn eerdere standpunt dat de besluiten van de ECB zijn genomen met aandacht voor het algemene belang en na een grondige beoordeling. Hij ziet geen reden om dit standpunt aan te passen.
Rapporteurs
Rapporteur Christa RANDZIO-PLATH (PES, D) is tevreden dat de ECB in 2000 prijsstabiliteit heeft weten te bereiken. Ze betreurt dat de externe waarde van de euro niet de prijsstabiliteit weerspiegelt die in de eurozone is bereikt en herinnert eraan dat de wisselkoers geen primaire beleidsdoelstelling van de ECB is en derhalve niet moet worden overschat. Ook andere doelstellingen moeten aan bod komen bij het beleid van de ECB. Zo moet intensievere aandacht worden besteed aan de uitwerking van aanpassingen van de rentevoet op economische groei en werkgelegenheid.
Daarnaast pleit Randzio-Plath voor structurele hervormingen in de lidstaten en voor grotere samenwerking tussen de lidstaten bij het economisch beleid. Die versterkte samenwerking moet resulteren in een sterk afkeurende houding t.o.v. lidstaten die gemaakte afspraken niet nakomen.
Daarnaast dient de ECB grotere transparantie te betrachten door middel van publicatie van samenvattingen van de notulen van de Raad van Bestuur. Zonder dat namen genoemd worden kan op die manier inzicht worden verkregen in de argumenten die aan de besprekingen in het bestuur ten grondslag liggen. Randzio-Plath wil daarnaast dat de ECB een "gebruiksvriendelijk" econometrisch model publiceert. Het eerder openbaar gemaakte model is te technisch en weinig verhelderend. Verder moedigt de rapporteur de ECB ertoe aan haar twee-pijler-aanpak te bevestigen door het gewicht dat aan M3 wordt toegekend te verminderen, gezien de grote onzekerheden omtrent de definitie van geldvoorraden.
In verband met de uitbreiding van de Monetaire Unie wordt nadruk gelegd op de eis van een hogere mate aan economische convergentie om de lasten zowel voor de Gemeenschap als voor de toetredende landen binnen de perken te houden. Randzio-Plath deelt de opvatting van de ECB dat het WKM II voldoende flexibel is om door de toetredende landen te worden aanvaard in de overgangsperiode die naar volledige deelneming aan de Monetaire Unie moet leiden, terwijl unilaterale invoering van de euro geen alternatief is voor de invoering van de enkele munt.
Verder dringt Randzio-Plath aan op een vastberadener optreden van de ECB en de Europese Commissie bij de banktarieven voor grensoverschrijdende betalingen omdat die nog altijd aanzienlijk hoger zijn dan voor binnenlandse transacties.
De ECB moet overwegen onder het publiek kleine coupures euro's te verspreiden vóórdat de euro op 1 januari volgend jaar officieel wordt ingevoerd. Rapporteur Jules MAATEN (ELD, NL) vindt dat vanaf de dag na Kerst al euro's gehaald moeten kunnen worden uit de geldautomaten in alle lidstaten. Ook moeten klanten meer dan één beginsetje euro's kunnen kopen.
Het moet in alle landen in de eurozone mogelijk zijn opgespaarde munten op de bankrekening te zetten, zodat de voorraad oude munten in omloop drastisch wordt beperkt. Als het Nederlandse initiatief om banken de mogelijkheid te geven ook op 1 januari op te gaan niet in alle landen wordt nagevolgd, moet er een extra mogelijkheid zijn voor banken om detailhandelaren en consumenten genoeg munten te verstrekken. Om een overmaat aan geldwisseltransacties bij winkels te voorkomen dienen banken en geldautomaten de eerste twee weken van volgend jaar alleen kleine coupures te verstrekken. De enkele geldautomaten die nog nationale munten en biljetten verstrekken, moeten na 1 januari worden afgesloten. En burgers moeten via voorlichting aangespoord worden meteen al zoveel mogelijk gebruik te maken van de euro en niet te wachten tot het eind van de periode dat zowel de nationale munt als de euro gebruikt kan worden.
De uitverkoop, wanneer het extra druk is in winkels, zou verplaatst moeten worden naar eind december of medio januari.
Maaten dringt er nogmaals bij bedrijven en overheden op aan de introductie van de euro niet aan te grijpen voor verhulde prijsverhogingen. De overheid zou de bedragen die zij hanteert (bij boetes, uitkeringen, leges) moeten afronden in het voordeel van de consument.
Zorgwekkend is dat ruim een derde van kleine en middelgrote ondernemingen nog geheel geen voorbereidingen hebben getroffen voor de overschakeling op de euro. De lidstaten moeten daarom nu financiële prikkels geven om de detailhandel daar nu snel toe te bewegen. De detailhandel, die tenslotte de grootste last krijgt te dragen, zou lagere provisies moeten betalen voor het gebruik van credit cards in de eerste maand en uitgestelde debitvoorwaarden van de banken moeten krijgen.
Maaten wijst erop dat veel mensen die regelmatig reizen vaak munten in hun bezit hebben dat zij niet kunnen inwisselen in hun eigen land. Daarom moet er een regeling komen dat de banken munten uit de andere eurozonelanden op dezelfde voorwaarden accepteren als biljetten.
Verder dringt hij aan op nog intensievere en betere informatie over de overschakeling op de euro.
Fractiewoordvoerders
Het verslag van Randzio-Plath vindt Karla PEIJS (EVP/ED, NL) evenwichtig op paragraaf 9 na, waar de onafhankelijkheid van de bank wordt aangetast. Dit is voor haar een wezenlijk punt dat moet worden aangepast om een tegenstem te vermijden. Verder vindt Peijs dat de communicatie met de financiële markten en de maatschappijen beter kan.
Duisenberg moet nu maar eens duidelijkheid scheppen over zijn aanblijven of aftreden. In de pers wordt herhaaldelijk over zijn aftreden gepraat. Kan hij nu blijven of niet?
In verband met grensoverschrijdende betalingen merkt Peijs op dat de burgers in Europa niet als enigen het gelag mogen betalen zonder dat ze daar enig voordeel bij hebben. Zij roept de ECB en de Commissie op om hun verantwoordelijkheid op te nemen en ervoor te zorgen dat deze betalingen op 1 januari 2002 niet duurder zijn dan binnenlandse overschrijvingen. De laatste tijd zijn ze er gemiddeld zelfs duurder op geworden. In elk geval is zij tegen een vaste fee van 3 euro waardoor de prijs in sommige landen zou stijgen in plaats van dalen, wat totaal onaanvaardbaar is.
Niemand trekt de onafhankelijkheid van de bank in twijfel, maar praten over het monetaire beleid moet in elk geval kunnen, vindt Pervenche BERES (PES, F). Het debat over frontloading vindt zij in feite een achterhoedegevecht, en dat valt te betreuren. Verder pleit zij voor een grootscheepse informatiecampagne met veel aandacht voor de psychologische aspecten. Zoveel mogelijk mensen moeten de euro zo snel mogelijk in hun leven integreren. Daarom dient Berès een amendement in om dubbele prijsaanduidingen na een jaar te verbieden.
De ECB heeft goed werk geleverd in moeilijke omstandigheden, oordeelt Christopher HUHNE (ELD, UK). Het EP heeft herhaaldelijk transparantie bedongen. Een deel van de EP-voorstellen zijn door de ECB overgenomen. Zo is er vooruitgang wat de regelmatige publicatie van projecties en econometrische modellen betreft. Huhne blijft aandringen op de publicatie van de notulen met de standpunten voor en tegen de aanpassing van de rentevoeten. Wat hem betreft, mogen de stemmingen anoniem worden gepubliceerd.
Een vlotte overgang naar de euro is van kapitaal belang, benadrukt Ian HUDGHTON (GROENEN/EVA, UK). Schotland en het VK horen er nog niet bij, maar uit een recente enquête blijkt dat men er bijzonder weinig van afweet. Hudghton schrijft dit vooral toe aan de houding van New Labour en de Conservatieven. Zijn eigen partij is in principe voor, liefst met Schotland als onafhankelijke lidstaat. Buiten de eurozone is er alleszins behoefte aan objectieve informatie.
Niet alleen de dollar is de oorzaak van de zwakte van de euro, zegt Sylvia-Yvonne KAUFMANN (EUL/NGL, D). De ECB heeft haar eigen doelstellingen niet gehaald en het reële inkomen is erop achteruitgegaan, maar de schuld ligt vooral bij de eurolanden zelf, die de ECB steeds minder speelruimte geven.
Cristiana MUSCARDINI (UENS, I) vindt dat een aantal instellingen te weinig doen om de publieke opinie te informeren. Het lijkt wel alsof er een kathedraal in de woestijn wordt gebouwd. Het gaat traag met de euro en hij heeft zeker nog niet genoeg ingang gevonden bij de burgers. Muscardini stelt vast dat de politici die de euro hebben ingevoerd nu zelf achterblijven. Bovendien is de kloof met de dollar nadelig voor de investeringen. Het midden- en kleinbedrijf en de landbouwsector zijn in elk geval nog niet voorbereid op de overgang naar de euro.
Bruno GOLLNISCH (TDI, F) heeft het vooral over het gebrek aan voorbereiding, twijfels omtrent de omwisselingsmogelijkheden en mogelijke misbruiken bij de prijsbepaling. De euro heeft op twee jaar tijd niet zijn plaats kunnen verwerven en een herstel is nog niet in zicht. Het gaat om een overbodige en dure operatie die nog kan worden stopgezet.
Het ongewisse succes van de euro mag niet verder gefrustreerd worden door een omschakeling die niet vlot verloopt, stelt Hans BLOKLAND (EDD, NL). Het vertrouwen is mager en dus moeten er voorzorgsmaatregelen worden genomen voor de overgang en moet recht worden gedaan aan de zorgen van alle betrokken partijen. De ECB verwijt hij een ietwat stugge houding. Met Maaten is hij het eens om al met een en ander te beginnen op 27 december. Die paar dagen geven de valsemunters weinig kans, dus waarom zou dit compromis niet voor de ECB aanvaardbaar zijn? Tot slot houdt Blokland een pleidooi voor de aanschaf van euro's langs elektronische weg, bijvoorbeeld via Internet. Dit zou ook een goede indicatie kunnen geven van de benodigde voorraad.
Nog een spreker
Op 1 januari zal plots duidelijk worden hoezeer Europa ingrijpt op het leven van de burgers, waarschuwt Marianne THYSSEN (EVP/ED, B). Het is dan ook van belang dat de omschakeling ideaal en zonder irritatie bij de bevolking verloopt, zoniet zullen we jarenlang de tol betalen in termen van wantrouwen in het integratieproces, en wel op een moment dat we ons dat zeker niet kunnen permitteren.
Tot dusver is er uitstekend werk verricht, maar we zijn er nog niet. Er is behoefte aan uitgebreider, actiever, doeltreffender en meer doelgroepgerichte informatie. Nogmaals pleit Thyssen voor een vroegere bevoorrading. Zij vraagt zich af of de commissaris bij aanhoudend verzet van de ECB geen initiatief kan nemen om de verordening van mei 1998 te wijzigen.
Elektronische betalingen moeten goedkoper worden. In verband hiermee ligt een klacht bij DG concurrentie. Thyssen vraagt Solbes om er bij zijn collega Monti op aan te dringen dat die klacht eindelijk wordt afgehandeld. Ook grensoverschrijdende overschrijvingen moeten goedkoper.
Maaten heeft uitstekend werk geleverd, rondt Thyssen af. Na het economische Europa moet er nu ook een politiek Europa komen, zodat de euro de waardering krijgt die hij verdient.
Nogmaals de ECB-president
Wim Duisenberg benadrukt dat de ECB zich geenszins wil onttrekken aan een dialoog met het EP of de EP-commissies. Dat zal in de toekomst niet veranderen. Op de vraag of hij aanblijft, antwoordt hij altijd bevestigend. Wat de grensoverschrijdende betalingen betreft, is hij het helemaal met Peijs eens. Wel brengt hij een nuance aan: misschien wordt het iets later dan 1 januari, maar het onderscheid moet in elk geval verdwijnen.
De geldautomaten al eerder aanpassen dan 1 januari 2002 is onmogelijk, vervolgt Duisenberg, want dat zou het betaalsysteem in de drukste periode van het jaar in gevaar brengen. De automaten moeten nog nationale munten kunnen afleveren. Bovendien mag niet worden vergeten dat 70 à 80% van de totale distributie via geldautomaten gebeurt. In vier landen zullen alle geldautomaten op 1 januari zijn omgeschakeld. Elders kan het wat meer tijd vergen, bijvoorbeeld in perifere gebieden in Finland en Spanje. De bevoorrading van geldautomaten met kleine coupures zit reeds in een aantal nationale omschakelingsscenario's vervat. Verder kan de overgang bijvoorbeeld worden vergemakkelijkt door tijdelijke wisselloketten in supermarkten te installeren. Duisenberg staat vierkant achter het idee om de banken op 1 januari open te houden.
Tot slot wil Duisenberg heel duidelijk stellen dat de ministers niet kunnen beslissen om de frontloading toch op het laatste moment te vervroegen. Zij hebben hun bevoegdheid immers overgedragen aan de ECB, die soeverein beslist wanneer de biljetten in omloop komen, en dat is op 1 januari 2002.
De Commissie
Het meeste is al gezegd door Duisenberg en daar ben ik het volledig mee eens, merkt commissaris Pedro Solbes op. De Commissie heeft bij benadering berekend hoeveel tijd er nodig zal zijn voor de overschakeling met geldautomaten en voor de volledige omschakeling, maar in de praktijk kan het veel sneller gaan. Feit is dat alles niet op één dag kan gebeuren. De Commissie denkt aan een periode van twee weken.
Het risico van prijsverhogingen kan volgens Solbes vooral worden tegengegaan door een dubbele prijsaanduiding. Verder zouden de nationale overheden de verplichting kunnen opleggen om naar beneden af te ronden. Hoe dan ook moet de periode van dubbele prijsaanduiding beperkt blijven tot het eerste halfjaar. Dat de kosten voor grensoverschrijdende betalingen beperkt moeten blijven, is ook de mening van de Commissie. Zij denkt na over eventuele maatregelen.