EP aanvaardt rapport-Boogerd waarin geprotesteerd wordt tegen overdracht passagiersgegevens aan VS
Johanna BOOGERD-QUAAK (ELDR, NL), namens de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken
Ontwerpresolutie - Overdracht van persoonsgegevens door luchtvaartmaatschappijen bij transatlantische vluchten: de stand van zaken bij de onderhandelingen met de V.S.
Doc.: B5-0411/2003 (B)
Procedure : Ontwerpresolutie
Stemming : 9 oktober 2003
Ontwerpresolutie aangenomen (445-31-21)
Het Parlement neemt de ontwerpresolutie aan over de overdracht door luchtvaartmaatschappijen aan de VS van persoonsgegevens bij transatlantische vluchten. De onderhandelingen tussen de EU en de VS verlopen zeer moeizaam. De VS eisen de overdracht door luchtvaartmaatschappijen die naar de VS vliegen van 39 informatievelden uit het passenger name record (PNR).
Een informatieveld bevat data zoals het telefoonnummer van een vliegtuigpassagier of diens maaltijdvoorkeuren. De VS willen deze informatie gebruiken om terroristen op het spoor te komen die proberen toegang tot de VS te krijgen. De eisen van de VS staan echter haaks op de Europese privacywetgeving.
Het EP verzoekt de Europese Commissie vast te stellen welke gegevens redelijkerwijs door luchtvaartmaatschappijen aan derden kunnen worden overgedragen. Daarbij moet de Commissie de volgende voorwaarden in acht nemen:
-
-er mag geen discriminatie van niet-VS-burgers plaatsvinden en de gegevens mogen niet langer worden bewaard dan de duur van het verblijf van de passagier op Amerikaans grondgebied;
-
-passagiers moeten bij de aankoop van hun ticket op de hoogte worden gebracht van de overdracht van hun persoonsgegevens aan de VS en moeten daarmee akkoord gaan;
-
-passagiers moeten toegang hebben tot snelle en efficiënte beroepsprocedures, indien er zich moeilijkheden mochten voordoen.
Wordt aan deze voorwaarden niet voldaan, dan moet de Commissie luchtvaartmaatschappijen en geautomatiseerde boekingssystemen verbieden gegevens over te dragen.
Het Parlement is van mening dat de samenwerking tussen de EU en de VS op het gebied van de bestrijding van het terrorisme en de georganiseerde misdaad, getoetst moet worden op doeltreffendheid en op de naleving van fundamentele rechten. Daarnaast roept het EP de Commissie op onmiddellijk onderhandelingen te openen met het oog op het sluiten van een internationaal akkoord waarin voldoende rekening wordt gehouden met de Europese privacywetgeving. Een dergelijk akkoord moet als rechtsgrondslag artikel 300 EG hebben, dat voorziet in consultatie van het Parlement.
Volgens de ontwerpresolutie is het "op het ogenblik niet mogelijk de gegevensbescherming die door de Amerikaanse autoriteiten wordt geboden als adequaat te beschouwen." Het Parlement heeft de volgende bezwaren tegen de opstelling van de VS:
-
-het doel dat het verzamelen en opslaan van gegevens zou rechtvaardigen blijft onduidelijk en houdt niet alleen verband met de bestrijding van het terrorisme;
-
-het aantal vereiste gegevens (de 39 verschillende PNR-elementen) lijkt excessief en staat op geen enkele wijze in verhouding tot het beoogde doel;
-
-het bewaren van gegevens voor zes tot zeven jaar lijkt ongerechtvaardigd, met name waar het gegevens betreft over personen die geen enkel gevaar voor de veiligheid van de VS vormen;
-
-er is geen beroepsprocedure.