"Kabinet leverde belangrijke bijdrage aan mislukking 'ja'-campagne"
De voorlichtingscampagne van het Nederlandse kabinet heeft bijgedragen aan de overwinning van het 'nee' tijdens het referendum over de Europese Grondwet van 1 juni 2005. De kiezers vonden de informatievoorziening onduidelijk en er heerste een algemeen gevoel van onbehagen over het kabinet. Dit blijkt uit een vertrouwelijk kiezersonderzoek uit mei 2005 dat door de overheid is verricht. De Volkskrant heeft het onderzoek geraadpleegd door zich te beroepen op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB).
Volgens het onderzoek vonden de kiezers de gratis Grondwetkrant ingewikkeld en saai. Een latere folder was duidelijker, maar wakkerde wantrouwen aan door de positieve toonzetting. Verder bestonden klachten over de late start van de campagne, die het gevoel opriep dat men de kiezer 'dom wenste te houden'. Veel respondenten hadden sterk het vermoeden dat het kabinet bij een 'nee' toch zou instemmen met de Europese Grondwet.
Het onderzoek stelt verder dat premier Jan Peter Balkenende zijn boodschap niet overtuigend wist te brengen. Vrijwel alle respondenten bestempelden de premier als vaag en inhoudsloos. Uitlatingen van D66-minister Laurens-Jan Brinkhorst, die stelde dat een 'nee' zou leiden tot economische rampspoed, werden beschouwd als 'dom en misplaatst'. Ook ontkenningen van VVD-minister Gerrit Zalm over de dure euro vielen slecht. Ondervraagden gaven toe dat onvrede met het huidige kabinet indirect een rol speelde bij de overweging om tegen te stemmen.
Bron: De Volkskrant, 5 juli 2005