Referendumcommissie tikt Atzo Nicolaï op de vingers
De officiële samenvatting van de Europese Grondwet legt terecht de nadruk op artikel I-6, die bepaalt dat het Europees recht boven het nationale recht staat. Dit zegt de voorzitter van de onafhankelijke referendumcommissie, professor Tijn Kortmann, die verantwoordelijk is voor de samenvatting. Staatssecretaris Atzo Nicolaï (Europese Zaken) verkondigde de afgelopen weken diverse malen dat de samenvatting op dit punt de plank mis sloeg.
Volgens Nicolaï bestaat de "voorrang van het Unierecht" al vele tientallen jaren. De Europese Grondwet doet niets anders dan de huidige praktijk vastleggen, aldus de staatssecretaris. De samenvatting had daarom niet zo veel nadruk op dit artikel moeten leggen.
De referendumcommissie stelt echter dat Nicolaïs standpunt onjuist is. Volgens Kortmann is de voorrang van het Unierecht wel degelijk een vernieuwing. Het is waar dat Nederland zich altijd heeft gehouden aan uitspraken van het Europese Hof van Justitie, maar landen als Frankrijk en Duitsland doen dit nog niet. Bovendien wordt het Unierecht uitgebreid, waardoor de voorrang boven het nationale recht nu ook gaat gelden voor de beleidsterreinen Justitie, Veiligheid en Buitenlandse Zaken. Kortmann heeft dit inmiddels per brief aan Nicolaï laten weten.
Bron: NRC Handelsblad, 11 mei 2005