Controle op het verkeer van liquide middelen - bestrijding van de financiering van terrorisme

De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de controle van liquide middelen die de Gemeenschap binnenkomen of verlaten (14843/04)[1]. Het gemeenschappelijk standpunt zal voor een tweede lezing aan het Europees Parlement worden toegezonden.

;

De verordening heeft ten doel de effectiviteit van Richtlijn 91/308/EEG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld te verbeteren met het oog op een betere bestrijding van de financiering van het terrorisme, door te voorzien in een gezamenlijke controleregeling voor liquide middelen aan de buitengrenzen van de EU.

;

Doel is ook uitvoering te geven aan de aanbevelingen van de Financiële Actiegroep inzake witwassen van geld, die op initiatief van de G7 is opgezet.

;

De Raad besloot de grens boven welke natuurlijke personen verplicht zijn liquide middelen aan te geven bij het overschrijden van de buitengrenzen van de EU, vast te stellen op 10.000 euro. Tevens werd besloten in het voorstel een bepaling op te nemen op grond waarvan de schriftelijk, mondeling of elektronisch verstrekte gegevens door de nationale autoriteiten moeten worden opgeslagen en verwerkt.

;

[1] Het gemeenschappelijk standpunt is met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vastgesteld, waarbij de Italiaanse delegatie tegenstemde. Het besluit is genomen door de Raad "Economische en Financiële Zaken" tijdens de zitting van 17 februari 2005.