Artikel 64: Talen
De bepalingen inzake de talenregeling die van toepassing is op het Hof van Justitie van de Europese Unie worden door de Raad met eenparigheid van stemmen vastgesteld bij Europese verordening. Die verordening wordt vastgesteld op verzoek van het Hof van Justitie en na raadpleging van de Commissie en het Europees Parlement, of op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Hof van Justitie en het Europees Parlement.
Zolang die bepalingen niet zijn vastgesteld, zijn de bepalingen van het reglement voor de proces voering van het Hof van Justitie en die van het reglement voor de procesvoering van het Gerecht inzake de talenregeling van toepassing. In afwijking van het bepaalde in de artikelen III-355 en III-356 van de Grondwet, moet iedere wijziging of intrekking van die bepalingen door de Raad met eenparigheid van stemmen worden goedgekeurd.