Coalitiepartijen stellen ongekend grote verschuivingen voor in Miljoenennota
Dinsdag 28 september zijn de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) begonnen. Wegens de ziekte van premier Balkenende was de start van de APB met één week uitgesteld. Tijdens de beschouwingen kregen de fractievoorzitters in de Tweede Kamer de gelegenheid te reageren op de plannen van het kabinet, vastgelegd in de Miljoenennota.
Kritiek van de oppositie
De oppositiepartijen lieten zich negatief uit over de kabinetsplannen. Volgens PvdA-leider Wouter Bos heeft de regering een "fout verhaal" en negeert het kritiek uit de samenleving. Bos karakteriseerde de houding van het kabinet-Balkenende met een beroemde zinsnede van voetbaltrainer Louis van Gaal: "Ben ik nou zo slim, of zijn jullie nou zo dom?" In de analyse van Bos "beslist de VVD in dit kabinet over de feiten, en mag het CDA er een verhaal bij verzinnen - en dat lukt steeds minder".
SP-voorman Jan Marijnissen zei dat het kabinet mensen vertrouwen ontneemt, wat angst en onzekerheid in de hand werkt. Marijnissen stelde vast dat het gevoerde beleid in schril contrast staat met het door Balkenende geëntameerde debat over normen en waarden. Femke Halsema (GroenLinks) zei dat door het kabinetsbeleid in toenemende mate een Nederland van sterken en een Nederland van zwakken ontstaat. Zij laakte de wijze waarop de regering het conflict zoekt met vakbonden en maatschappelijke organisaties.
De LPF hamerde op meer zuinigheid bij de overheid. Volgens de partij zijn miljarden te besparen op logistiek, ontwikkelingssamenwerking en het schrappen van een publieke tv-zender.
Alternatieven van de coalitie
De Tweede-Kamerfracties van regeringspartijen CDA, VVD en D66 leverden tijdens de Algemene Beschouwingen kritiek op een aantal bezuinigingen en belastingmaatregelen die het kabinet voorstelde. Daarom kwamen de coalitiefracties met elkaar overeen dat o.a. de volgende maatregelen moeten worden teruggedraaid:
-
-de bezuinigingen op het onderwijsachterstandenbeleid en verhoging van het collegegeld
-
-het schrappen van het grijs kenteken voor bestelauto's
-
-de scherpe verhoging van de energiebelasting voor het midden- en kleinbedrijf (MKB)
-
-de bezuinigingen in de kunstsector en het schrappen van de fiscale regeling voor speelfilms
-
-enkele maatregelen in de sociale zekerheid
Daarnaast vonden de coalitiefracties dat de overgangsmaatregelen voor de afschaffing van de fiscale subsidiëring van VUT en prepensioen vanaf 1 januari 2006 versoepeld moesten worden door werknemers die op 1 januari 2005 55 jaar of ouder zijn niet onder de afschaffing te laten vallen. Het kabinet wilde de leeftijdsgrens op 57 jaar leggen.
Opmerkelijk was dat CDA-fractievoorzitter Maxime Verhagen al in zijn eerste termijn een gezamenlijke motie van CDA, VVD en D66 indiende waarin werd aangegeven dat het kabinetsbeleid op de genoemde kritiekpunten moest worden bijgesteld. Het indienen van een motie in de eerste termijn van de Kamer gebeurt normaal gesproken nooit, omdat anders altijd het antwoord van de regering op kritiek vanuit de Kamer wordt afgewacht. De motie was in feite een dictaat van de coalitiefracties aan het kabinet.
Om het terugdraaien en versoepelen van de kabinetsvoorstellen te betalen stelden de coalitiepartijen voor om onder meer de bureaucratie bij enkele ministeries te verminderen en te besparen op overheidsvoorlichting; fraude met het grijs kenteken en achterstanden bij de belastingbetaling strenger aan te pakken en een aantal belastingvoordelen (o.a. voor duurzame energie) te beperken. Zodoende stelden de coalitiefracties een verschuiving op de begroting voor oplopend van 1 miljard euro in 2005 tot bijna 1,8 miljard euro in 2007.
De ongekend grote omvang van de wijzigingen door CDA, VVD en D66 riep vragen op bij de oppositie. Zo vroeg Wouter Bos aan CDA-fractievoorzitter Maxime Verhagen wat zijn politieke oordeel was over het kabinetsbeleid, als de regeringscoalitie zo'n ingrijpende wijziging van de Miljoenennota noodzakelijk acht. Jan Marijnissen vroeg Verhagen vervolgens of dit pakket wijzigingen geen verkapte motie van wantrouwen was.