Hoe verging het Nederlandse politici in de Tweede Wereldoorlog?
Vraag:
Hoe verging het Nederlandse politici in de Tweede Wereldoorlog?
Antwoord:
Sommige Kamerleden waren actief in het politieke (geestelijke) verzet. Gedurende de oorlog vond veelvuldig politiek beraad plaats tussen politici die niet in gevangenschap waren. SDAP-voorman Drees was daarin een centrale figuur, al was ook hij enige tijd gijzelaar.
Veel Tweede en Eerste Kamerleden verbleven in de Tweede Wereldoorlog langere of kortere tijd in gevangenschap. In oktober 1940 werd de politieke elite voor kortere of langere tijd als gijzelaar opgesloten in Buchenwald. Dat was een repressaille-maatregel vanwege de internering van Duitsers in Nederlands-Indië. Later werden zij overgebracht naar Haaren en Sint Michielsgestel. Enkele Kamerleden verbleven vrijwel de gehele oorlog in gevangenschap. Overleg tussen geïnterneerde politici bleek later van groot belang te zijn geweest voor de naoorlogse politieke verhoudingen.
Belangrijke kopstukken van de ARP werden in juni 1941 opgesloten in kamp Schoorl. ARP-voorman Jan Schouten zat diverse keren in gevangenschap, maar pakte steeds direct na zijn vrijlating het verzetswerk weer op. Hij werd uiteindelijk, in 1945, opgesloten in het concentratiekamp Mauthausen, maar overleefde dat beruchte werkkamp.
Enkele vooraanstaande politici overleefden hun gevangenschap niet. Van hen kunnen worden genoemd: de oud-ministers Verschuur en Goseling (beiden RKSP), het SDAP-Eerste Kamerlid Wiardi Beckman en de voorzitter van de Liberale Staatspartij Telders. Ook het oud-Tweede-Kamerlid Van der Putt, die zich als burgemeester heldhaftig had gedragen, overleefde het concentratiekamp niet.
Joods politici die werden vermoord, waren de SDAP'ers Alida de Jong (de tante van Lou de Jong), De La Bella en Mendels en het voormalige VDB-Kamerlid M.M. Cohen. De bekwame SDAP-econoom Van Gelderen pleegde in de meidagen van 1940 zelfmoord.
Gefusilleerd werden de revolutionair-socialist Henk Sneevliet en het oud-CP-Kamerlid Kees Schalker.
Sommigen kwamen om ten gevolge van oorlogshandelingen. Dit geldt voor de vroegere ARP-minister en hoogleraar V.H. Rutgers, die in Duitsland stierf na een mislukte poging om naar Engeland over te steken. Rutgers was actief in het verzet. De communist Lou de Visser was slachtoffer van een Engels bombardement bij een transport vanuit het kamp Neuengamme.
Niet alle politici gedroegen zich 'goed' in de oorlog. Oud-minister Posthuma en oud-ARP-Kamerlid Visscher waren bijvoorbeeld adviseur van NSB-leider Mussert.