Nauwere samenwerking grensoverschrijdende gezondheidszorg
De ministers van Volksgezondheid van de huidige en de toekomstige lidstaten van de EU, alsmede vertegenwoordigers van de Europese gezondheidszorgsector, leden van het Europees Parlement en de commissaris voor Gezondheid en consumentenbescherming David Byrne kwamen gisteren in Brussel bijeen ter afsluiting van het informele "Denkproces op hoog niveau over de mobiliteit van patiënten en de ontwikkelingen in de gezondheidszorg in de EU". Zij keurden een verslag goed met 19 aanbevelingen voor maatregelen op EU-niveau. Deze reiken van informatiesystemen om de grensoverschrijdende inkoop van medische diensten gemakkelijker te maken, tot nadere verduidelijkingen van de rechten van de patiënt en de aanwending van de structuurfondsen van de EU ter verbetering van de ziekenhuizen en klinieken in de nieuwe lidstaten. Het startsein tot het denkproces werd gegeven door de commissarissen David Byrne en Anna Diamantopoulou tijdens een ministersbijeenkomst in februari 2003. Het eindverslag zal de basis vormen voor een in 2004 te verschijnen mededeling van de Commissie waarin op de 19 aanbevelingen van het verslag zal worden ingegaan.
"De gezondheidszorgstelsels in Europa raken steeds meer met elkaar verweven en de patiënten worden hoe langer hoe mobieler", aldus David Byrne. "Deze ontwikkelingen, alsmede recente arresten van het Europese Hof van Justitie betreffende het recht van patiënten om hun nationale gezondheidszorgstelsel te laten betalen voor een in een andere lidstaat ontvangen behandeling, vragen om een coherente reactie van de politiek. De problemen verdwijnen niet vanzelf en patiënten verwachten terecht een oplossing hiervoor. Daarom hebben wij het initiatief genomen tot het Denkproces op hoog niveau over de mobiliteit van patiënten en de ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Het eindverslag verschaft ons een degelijke basis voor toekomstige maatregelen."
Anna Diamantopoulou, commissaris voor Werkgelegenheid en sociale zaken, merkte op: "Er is sprake van een aanzienlijke mobiliteit van artsen, verpleegkundigen en andere gezondheidswerkers tussen de EU-landen, en ook de patiënten worden hoe langer hoe mobieler. Ofschoon de nationale of regionale regeringen verantwoordelijk zijn en blijven voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten, kan Europese samenwerking zowel de patiënten als de ministers van Volksgezondheid helpen. Volgens mij is zowel de kwaliteit als de efficiëntie van de gezondheidsdiensten bij een dergelijke samenwerking alleen maar gebaat."
Eindverslag over patiëntenmobiliteit
De aanbevelingen in het verslag hebben betrekking op vijf onderwerpen:
- Europese samenwerking om de beschikbare middelen beter te benutten
- informatiebehoeften van patiënten, gezondheidswerkers en beleidsmakers
- toegang tot en kwaliteit van de zorg
- afstemming van het nationale gezondheidsbeleid op Europese voorschriften
- gezondheidsgerelateerde vraagstukken en het cohesiefonds en de structuurfondsen van de Unie
De aanbevelingen inzake "Europese samenwerking om de beschikbare middelen beter te benutten" betreffen onder andere de ontwikkeling van informatiesystemen om de lidstaten in staat te stellen de vrije capaciteit in elkaars gezondheidszorgstelsels te delen, en het gemakkelijker te maken medische en andere gezondheidsdiensten over de grens in te kopen. Andere actiegebieden zijn samenwerking bij de evaluatie van gezondheidstechnologie en de aanwijzing van Europese referentiecentra voor hightechbehandelingen of de behandeling van zeldzame ziekten. Ook wordt voorgesteld een consensus te bereiken over de rechten en plichten van patiënten.
Op het punt van de "Informatiebehoeften van patiënten, gezondheidswerkers en beleidsmakers" is er erkenning voor de werkzaamheden die door de Commissie worden verricht in het kader van het onderdeel "Gezondheidsinformatie" van het EU-actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid.
Zie voor meer informatie hierover:
<A onclick="popup(this.onclick="popup(this.href+'&noframes=1',0,0);return false" href+'&noframes=1',0,0);return false" HREF="http://europa.eu.int/comm/health/ph_information/information_nl.htm">http://europa.eu.int/comm/health/ph_information/information_nl.htm
De Commissie wordt verzocht de gegevensbeschermingskwesties en de uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen de lidstaten te regelen, alsook de problemen rond de aanbieding van gezondheidsdiensten op internet.
De aanbevelingen inzake "Toegang tot en kwaliteit van de zorg" betreffen studies door de Commissie en de lidstaten inzake de stromen van patiënten en gezondheidswerkers binnen de EU en internationaal. De Commissie wordt verzocht te bestuderen hoe de EU kan bijdragen tot de bevordering van de kwaliteit van en de toegang tot de gezondheidszorg.
Onder het hoofdstuk "Afstemming van het nationale gezondheidsbeleid op Europese voorschriften" wordt aanbevolen te onderzoeken hoe de arresten van het Europese Hof van Justitie inzake patiëntenmobiliteit worden toegepast, en deze zo nodig op EU-niveau te verduidelijken. Indien een goede rechtsgrond kan worden gevonden, zou er een mechanisme moeten worden ontwikkeld voor Europese samenwerking op het gebied van de gezondheidszorg.
Onder het hoofdstuk "Gezondheidsgerelateerde vraagstukken en het cohesiefonds en de structuurfondsen van de Unie" wordt aanbevolen de mogelijkheid te onderzoeken om deze fondsen te gebruiken voor investeringen in de verbetering van de gezondheidszorg in de tien nieuwe lidstaten die komend jaar tot de EU zullen toetreden.
Denkproces op hoog niveau
De Commissie heeft het denkproces op hoog niveau over de mobiliteit van patiënten en de ontwikkelingen in de gezondheidszorg in de Europese Unie op gang gebracht naar aanleiding van de conclusies van de Raad Volksgezondheid van 26 juni 2002. Eraan deelgenomen hebben ministers van 14 lidstaten, alsook maatschappelijke organisaties op EU-niveau die de gezondheidswerkers, ziektekostenverzekeraars en ziekenfondsen, managers in de gezondheidszorg en patiënten vertegenwoordigden. De toetredende landen namen ook deel aan de tweede helft van het denkproces en ministers uit die landen woonden de slotbijeenkomst bij. De eerste plenaire vergadering was op 3 februari, en een tussentijdse plenaire vergadering vond plaats op 7 juli.
Het hele jaar door zijn werkgroepen bijeengekomen waarin bovengenoemde onderwerpen besproken zijn. Deze bestonden uit kleine groepen van ministers of hun vertegenwoordigers op hoog niveau, EU-ambtenaren en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.
De plenaire slotbijeenkomst op 8 december 2003 werd bijgewoond door de ministers van Volksgezondheid van de huidige en toekomstige lidstaten, John Bowis, lid van het Europees Parlement en commissaris David Byrne, alsmede maatschappelijke organisaties die aan het denkproces hebben deelgenomen (Association Internationale de la Mutualité/AIM, Standing Committee of the Hospitals of the EU/HOPE, European Health Management Association/EHMA, Europees Patiëntenforum/EPF, European Social Insurance Partners/ESIP, Standing Committee of European Doctors/CPME).
Nadere informatie
Zie voor meer informatie:
<A onclick="popup(this.onclick="popup(this.href+'&noframes=1',0,0);return false" href+'&noframes=1',0,0);return false" HREF="http://europa.eu.int/comm/health/ph_overview/co_operation/mobility/patient_mobility_en.htm">http://europa.eu.int/comm/health/ph_overview/co_operation/mobility/patient_mobility_en.htm