Laagste opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen ooit

Maar 57,7 procent van de stemgerechtigden heeft op 6 maart de gang naar de stembus gemaakt. Vier jaar geleden was de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen 58,9 procent - toen een historisch dieptepunt. Vooral de jongeren lieten het afweten. Van de groep tot 25 jaar ging 46 procent naar de stembus. Van de 50-plussers ging 70 procent stemmen en van de 65-plussers 71 procent.

Ameland had met 88,4 procent de hoogste opkomst. Den Haag is verantwoordelijk voor het landelijk dieptepunt: 44,2 procent van de kiesgerechtigden ging daar naar de stembus.

Meer dan 11 miljoen inwoners in 458 gemeenten mochten stemmen voor een nieuwe gemeenteraad. Niet overal werd gestemd. In 38 gemeenten, waaronder Utrecht, zijn vanwege gemeentelijke herindelingen tussentijdse verkiezingen geweest.

Bij één op de tien stembureaus konden kiezers nog stemmen met het rode potlood. Dit was het geval in Arnhem en Amsterdam. Bij de andere bureaus stond de stemcomputer klaar. Er zijn geen technische problemen met de stemmachines gemeld.

Dit jaar konden de kiezers van 07.30 tot 21.00 uur stemmen, een half uur eerder en een uur langer dan in 1998. Het laatste uur is nog 5 tot 6 procent naar de stembus gegaan, maar veel van die mensen hadden met een vroegere sluitingstijd waarschijnlijk ook wel gestemd.