Dr. D.K.J. (Dick) Tommel
Tweede Kamerlid en staatssecretaris, die op milde wijze zijn standpunten verdedigde. Van huis uit scheikundige. Hield zich als D66-Kamerlid vooral bezig met milieubeleid, ontwikkelingssamenwerking, energie en landbouw. Was ook enige tijd financieel woordvoerder. In het eerste kabinet-Kok werd hij verrassend staatssecretaris van Volkshuisvesting. Voltooide de door zijn voorganger Heerma in gang gezette herzieningsoperatie op het gebied van de financiering van de woningbouw. Kwam in politieke problemen door een affaire rond het faillissement van een Limburgse woningstichting, maar mocht aanblijven. Schaker en voorzitter van de schaakbond.
D66
functie(s) in de periode 1981-1998: lid Tweede Kamer, staatssecretaris
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-adjunct-directeur en chef hoofdafdeling milieuhygiëne (titel: hoofdingenieur), Provinciale Waterstaat van Groningen, van 1 juli 1973 tot juni 1981
-
-lid Provinciale Staten van Drenthe, van 7 juni 1978 tot 10 juni 1981
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 10 juni 1981 tot 16 september 1982
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 30 augustus 1983 tot 22 augustus 1994
-
-staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (onder meer belast met volkshuisvesting, waaronder aspecten als duurzaam bouwen en bodemsanering en met het locatiebeleid), van 22 augustus 1994 tot 3 augustus 1998
-
-directeur Nationaal Woninginstituut, van 1 januari 1999 tot 1 maart 2002
-
-voorzitter bestuur, Nationaal Dubo (duurzaam bouwen) Centrum te Rotterdam, van 1 maart 2002 tot 2006
takenpakket (staatssecretaris)
-
-Was als staatssecretaris belast met 1. de zorg voor de volkshuisvesting, inclusief duurzaam bouwen, het bouwbesluit en andere met het milieubeleid samenhangende aspecten die de woningbouw rechtstreeks raken, waaronder de bodemsanering; 2. het locatiebeleid voor zover rechtstreeks samenhangend met de woningbouw, op basis van door de minister vast te stellen uitgangspunten van het totale locatiebeleid; 3. het Kadaster; 4. de coördinatie van het Bouwbeleid.
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-penningmeester diaconie doopsgezinde gemeente Amersfoort
-
-voorzitter adviescollege Johanneskerk.nl, tot 2022
afgeleide functies, presidia etc. (2/5)
-
-voorzitter vaste commissie voor de Zeeën (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 10 oktober 1989 tot 17 mei 1994
-
-voorzitter bijzondere commissie Onderzoek Bosio-affaire (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 4 december 1991 tot juli 1992 (Bosio was een Franse zakenman, wiens door de overheid gesubsidieerde bedrijf mogelijk betrokken was bij drugstransport en wapenhandel)
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
lid Comité van Aanbeveling Rusland Comité Drenthe, omstreeks maart 1993
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Was in 1987 woordvoerder namens zijn fractie over het rapport van de subcommissie visquotering. Diende daarbij een motie in waarin minister Braks werd uitgenodigd consequenties te trekken uit het negatieve oordeel over zijn beleid. De motie werd verworpen.
-
-Interpelleerde op 5 december 1990 minister Andriessen over een kolenvergassingsinstallatie op de Maasvlakte
-
-Interpelleerde op 25 juni 1992 de ministers Alders, Andriessen en De Vries over de kerncentrale te Dodewaard
opvallend stemgedrag (0/2)
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-Bracht in 1995 met minister De Boer het Plan van Aanpak Duurzaam Bouwen uit. Duurzaamheidsaspecten in de bouw moeten op termijn een vaste positie krijgen. De kennis en initiatieven rond duurzaam bouwen dienen geharmoniseerd te worden en door een maatregelenpakket moet aan alle betrokkenen duidelijk worden wat duurzaam bouwen in de dagelijkse praktijk betekent. Bij het Plan van Aanpak spelen organisaties in de bouwsector een belangrijke rol. (24.280)
-
-Op 2 april 1996 verwierp de Eerste Kamer het door hem verdedigde wetsvoorstel versterking positie van de huurder bij huurverhoging met meer dan een bepaald percentage. CDA en VVD vreesden onder meer bureaucratie en er was twijfel over de effectiviteit. (24.465)
-
-Bracht in 1997 de Nota Stedelijke Vernieuwing uit. De nota volgt op het project Herijking Beleid voor Stadsvernieuwing (Belstato). Stedelijke vernieuwing is geënt op twee pijlers: voltooien van stadsvernieuwing en nieuwe stedelijke vernieuwingsopgaven. Om de concurrentiepositie van steden te vergroten is de bouw van koopwoningen nodig. Nieuwbouw moet vooral binnen of bij steden plaatsvinden. Vooroorlogse wijken zullen worden geherstructureerd om ze aantrekkelijker te maken. (25.427)
als bewindspersoon (wetgeving) (3/4)
-
-Bracht in 1995 de Wet balansverkorting geldelijke steun volkshuisvesting (Stb. 313) tot stand, die uitvoering geeft aan het door staatssecretaris Heerma bereikte akkoord met de koepel van woningbouwcorporaties over de bruteringsoperatie: het Rijk trekt zich terug als subsidiegever voor de sociale woningbouw; de leningen van corporaties bij het Rijk worden beëindigd. Het wetsvoorstel was in 1994 ingediend door staatssecretaris Heerma. (23.817)
-
-Bracht in 1997 de Huursubsidiewet (Stb. 197) tot stand. Deze moet ervoor zorgen dat de huursubsidie beter wordt toegespitst op huurders die een tegemoetkoming in de huurlasten het hardste nodig hebben. De Wet individuele huursubsidie uit 1986 wordt ingetrokken. (25.090)
-
-Bracht in 1998 een wet (Stb. 459) tot integratie van de woonwagen- en woonschepenregelingen in de Huisvestingswet en de Woningwet tot stand. Het woonwagen- en woonschepenbeleid wordt primair een zaak van gemeenten en provincies. De Woonwagenwet en de woonwagen- en woonschepenregelgeving worden ingetrokken. (25.333)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
-
-In 1996 concludeerde een Kamercommissie naar aanleiding van het financiële debacle bij de Woningbeheer Limburg (WBL) dat het toezicht op woningbouwcorporaties tekort was geschoten en dat te laat was ingegrepen. De Kamer verbond aan deze kritiek echter geen politieke gevolgen.
-
-Trok zich in 1998 terug als Tweede Kamerkandidaat, nadat hij als 18e op de kandidatenlijst was geplaatst
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.