Dr. L.B.J. (Louis) Stuijt

foto Dr. L.B.J. (Louis) Stuijt
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Beeldbank Nationaal Archief

Haagse internist, die in 1971 in het kabinet-Biesheuvel de eerste minister werd die speciaal belast was met het milieu. Bracht in 1972 de Urgentienota over Milieuhygiëne uit, waarin een eerste inventarisatie van milieuproblemen werd gegeven. Ontwierp samen met Van Agt een ruimere wettelijke regeling voor abortus provocatus. Dat voorstel zou echter geen wet worden. Als eerste arts die minister werd meer technocraat dan politicus. Pas kort voor zijn benoeming tot minister KVP-lid geworden. Was later nog vier jaar staatsraad in buitengewone dienst.

KVP
functie(s) in de periode 1971-1984: minister, staatsraad in buitengewone dienst

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Lodewijk Benedictus Johannes (Louis)

geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 16 juni 1914

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 30 oktober 2000

2.

Partij/stroming

partij(en)
KVP (Katholieke Volkspartij) (werd kort voor hij minister werd lid)

3.

Hoofdfuncties/beroepen (5/8)

  • internist, Binnengasthuis te Amsterdam, van 1 juni 1950 tot 1 oktober 1950
  • hoofd afdeling inwendige ziekten, R.K. ziekenhuis "H. Johannes de Deo" te 's-Gravenhage, van 1 januari 1951 tot juli 1971
  • minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, van 6 juli 1971 tot 11 mei 1973
  • voorzitter bestuur Centrale organisatie TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek), van 1 juni 1974 tot 1 juni 1980
  • staatsraad in buitengewone dienst, Raad van State, van 2 juni 1980 tot 1 juli 1984 (benoemd bij K.B. van 29 mei 1980)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Nevenfuncties (2/21)

  • lid wetenschappelijk comité, NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie)
  • adviseur bij onderzoek naar verbetering van de positie van toponcologie in Nederland, van 1993 tot 1994

afgeleide functies, presidia etc.
lid afdeling geschillen van bestuur (Raad van State), vanaf 1 augustus 1981

comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erelid Nederlandse internistenvereniging

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

5.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

6.

Activiteiten

als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/6)
  • Bracht in 1972 samen met minister Van Agt een notitie uit over achtergronden en risico's van druggebruik. Hierin wordt voorgesteld het gebruik van hennepproducten niet langer als misdrijf te beschouwen, maar dit als overtreding aan te duiden. (11.742)
  • Diende op 23 juni 1972 samen met minister Van Agt een wetsvoorstel inzake abortus provocatus in. Dat voorstel handhaaft de strafbaarstelling van afbreking van zwangerschap, tenzij deze op medische gronden plaatsvindt. Onder medische gronden wordt verstaan: bedreiging van het lichamelijk of geestelijk welzijn van de vrouw, die zwaarder wegen dan het belang van de ongeboren vrucht, mede gelet op de duur van de zwangerschap. Om tot afbreking over te kunnen gaan, is overleg met huisarts en deskundigen verplicht. Het wetsvoorstel werd door het opvolgende kabinet ingetrokken. (11.890)
  • Bracht in juli 1972 de Urgentienota milieuhygiëne uit. In het eerste deel hiervan wordt een schets gegeven van de milieuproblematiek in het algemeen. Tevens wordt ingegaan op relaties met de sociaal-economische ontwikkeling, de ruimtelijke ordening en het natuur- en landschapsonderhoud. Gepleit wordt voor betere afstemming van de diverse beleidsonderwerpen. In het tweede deel van de nota is een urgentieprogramma opgenomen. Speerpunten zijn daarbij wetgeving over geluidshinder, afvalstoffen en bodemverontreiniging; een indicatief meerjarenprogramma waterverontreiniging; een aparte nota over de watervoorziening en aanpak van overbemesting. Tevens wordt de instelling van een Centrale Raad voor de Milieuhygiëne aangekondigd en de komst van een interdepartementale coördinatiecommissie. (11.906)

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1971 de wet tot regeling van de bevoegdheden en de verplichtingen van de assistent-arts (Stb. 808) tot stand. Deze wet regelt dat bijna-afgestudeerde artsen-, tandartsen-, vroedvrouwen- en apothekers-in-opleiding onder toezicht van een arts als geneeskundige in een ziekenhuis of praktijk mogen optreden. (11.560)
  • Bracht in 1972 samen met minister Van Agt een wijziging (Stb. 394) van de Medische Tuchtwet tot stand. Hierdoor wordt onder meer openbare behandeling van tuchtzaken en publicatie van uitspraken mogelijk. Het wetsvoorstel was in 1969 ingediend door staatssecretaris Kruisinga en minister Polak. (9.992)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

7.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Eerste arts die minister werd

8.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

9.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.