Mr.dr. J.D.C. (Karel) baron van Heeckeren van Kell
Antirevolutionaire diplomaat, die het gezantschap in Zweden combineerde met het Eerste Kamerlidmaatschap. Telg uit een Gelders adellijk geslacht en zoon van oud-minister W. van Heeckeren van Kell. Kuyper zou hem als minister van Buitenlandse Zaken hebben gewenst. Werd in 1904 als genoegdoening na een conflict tot Eerste Kamerlid gekozen. Onthulde in 1910 in een besloten Kamervergadering dat de Duitse keizer in 1904 de Nederlandse regering had gewaarschuwd voor een mogelijke Duitse bezetting. Dit tot ongenoegen van minister Van Swinderen, die de bewering glashard ontkende. De informatie was overigens op zich juist. De onthulling leidde tot verwijdering tussen hem en Kuyper en hij keerde in 1910 niet terug in de Senaat.
ARP
functie(s) in de periode 1905-1910: lid Eerste Kamer
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-gezantschapssecretaris te Brussel, van 16 februari 1882 tot maart 1888
-
-gezantschapsraad te Parijs, van maart 1888 tot maart 1890
-
-minister-resident te Lissabon, van april 1890 tot december 1899
-
-buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Stockholm, tevens geaccrediteerd bij het Hof van Denemarken, van 6 december 1899 tot 1 november 1909
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 6 december 1905 tot 20 september 1910 (voor Zuid-Holland)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-Interpelleerde op 23 juli 1908 minister De Marees van Swinderen over het grensgeschil met Venezuela
-
-Voerde, behoudens in 1910 over de buitenlandse politiek, als Eerst Kamerlid zelden het woord (alleen over een wijziging van de Motor- en Rijwielwet en over het conflict met Venezuela)
-
-Werd na de ontbinding van de Eerste Kamer in 1904 gekozen, maar nam pas op 6 december 1905 zitting vanwege een conflict met de regering. Naar aanleiding van een intrige, die er mogelijk op gericht was minister Melvil van Lynden ten val te brengen, was hij in november 1903 met de minister in conflict geraakt. Van Heeckeren had weliswaar geweigerd aan de intrige mee te werken, maar had ook inlichtingen geweigerd aan Van Lynden. Deze droeg hem daarom in februari 1904 voor ontslag voor, waarmee de ministerraad echter niet instemde. Nadien vroeg hij zelf ontslag. Als schikking en uit vrees voor onthullingen werd hem het Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau en een zetel in de Eerste Kamer toegezegd. Minister Van Weede van Berencamp (de opvolger van Van Lynden) trad in augustus 1905 af, omdat hij niet wenste mee te werken aan het decoreren van Van Heeckeren.
-
-Vroeg op 9 februari 1910 in een besloten vergadering van de Eerste Kamer minister De Marees van Swinderen bij de Britse en Duitse regering te informeren of zij op grond van het Noordzee-Verdrag de integriteit van het Nederlandse grondgebied zouden eerbiedigen. De minister was daartoe niet bereid. Het verslag van het comité-generaal werd openbaar gemaakt. Van Heeckeren had zelf een aandeel gehad in de totstandkoming van het Noordzee-Verdrag en zijn verzoek wekte ontstemming bij Van Swinderen (en anderen). Volgens Van Heeckeren had de Duitse keizer in 1904 direct of indirect bij de Koningin gezinspeeld op een bezetting van Nederland, indien ons land niet aan de Duitse eis voor een betere kustverdediging tegemoet zou komen. Niettegenstaande alle ontkenningen bleek veel later (uit archiefstukken) dat Van Heeckerens mededeling wel degelijk (grotendeels) op waarheid had berust.
-
-Werd bij de verkiezingen van 1910 niet meer gekandideerd voor de Eerste Kamer
verkiezingen
-
-Versloeg in 1904 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Zuid-Holland met 45 tegen 35 stemmen H.A. Nebbens Sterling (lib.)
pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
"Karel de leugenaar" (n.a.v. zijn beweringen over het Duitse gevaar)
-
-J.A. de Bruyne/N. Japikse, "Staatkundige Geschiedenis van Nederland in onzen tijd", deel VI
-
-E. van Raalte, "Staatshoofd en ministers", 205 e.v.
-
-"Briefwisseling Kuyper-Idenburg, verzorgd, ingeleid en toegelicht door J. de Bruijn en G. Puchinger", 142/143 en 327
-
-"Dagboeken en aantekeningen van Willem Hendrik de Beaufort 1874-1918", uitgegeven door J.P. de Valk en M. van Faassen, deel I
-
-Onze Afgevaardigden, 1909
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.