Wetgeving kabinet-Rutte I (2010-2012)

2011

  • De Wet dieren zorgt voor een integraal wettelijk kader voor het gedrag van mensen jegens dieren en ter beheersing van de risico's die dieren of van dieren afkomstige producten mee kunnen brengen voor de mens en voor andere dieren. Er komt een nieuw stelsel van uitvoeringsregelgeving. De wet omvat een groot aantal bepalingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en verder regels uit onder andere de Kaderwet diervoeders, de Diergeneesmiddelenwet, de Wet op de dierenbescherming en de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990. Deze wetten vervallen
  • Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Hierdoor komt er een jaarlijks op te stellen en te herzien deltaprogramma in het kader van de te verwachten zeespiegelstijging ten gevolge van verwachte klimaatveranderingen. Het programma moet planning en financiering bevatten van maatregelen tot voorkoming en beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste. Ter financiering komt er een Deltafonds en de (reeds benoemde) deltacommissaris krijgt een wettelijke basis.

2012

  • Beperking opleggen taakstraf. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht waardoor de mogelijkheid voor de rechter wordt beperkt om een taakstraf op te leggen bij ernstige zeden- en geweldsmisdrijven en bij herhaling van misdrijven.
  • Diverse wetten over gezondmaking van de financiële sector. Door een wijziging van de Bankwet en de Wet op het financieel toezicht wordt de interne governance bij De Nederlandse Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) versterkt. De wettelijke taak van de Raad van Commissarissen van DNB en van de Raad van Toezicht van AFM wordt verbreed en de minister krijgt onder meer de bevoegdheid om beleidsregels vast te stellen voor de toezichthouders. Door een wijzing van de Wet op het financieel toezicht komt er een bonusverbod (variabele beloningen) voor staatsgesteunde ondernemingen.
  • De Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen voert een bevoegdheid in tot interventie bij financiële ondernemingen die in problemen verkeren. De minister van Financiën krijgt de bevoegdheid om als ultimum remedium bij dreiging van instabiliteit van het financiële stelsel tot onteigening over te gaan.
  • De Wet bankenbelasting introduceert een belasting als aanvulling op eerder getroffen maatregelen om het financiële stelsel gezonder te maken en de risico's die banken lopen te beheersen. De bancaire sector betaalt via de belasting een bijdrage aan eventuele maatregelen van de staat om noodlijdende banken te ondersteunen.
  • De wet vaststelling van een nieuwe Politiewet introduceert per 1 januari 2013 één landelijk politiekorps, waarin de 25 regiokorpsen en het Korps landelijke politiediensten opgaan. De minister van Veiligheid en Justitie wordt verantwoordelijk voor het beheer van de nationale politie. Aan het hoofd van de organisatie staat één korpschef. Er komen uit tien regionale eenheden en één of meer landelijke eenheden voor de uitvoering van de politietaak.
  • Wet Goedkeuring van het op 2 februari 2012 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme.
  • Wet verhoging van de AOW- en pensioenrichtleeftijd. Vanaf 2013 gaat de AOW- en pensioenleeftijd stapsgewijs omhoog naar 66 in 2019 en naar 67 jaar in 2023.
  • De Aanbestedingswet biedt een eenvormig wettelijk kader voor het aanbesteden van overheidsopdrachten voor het uitvoeren van werken, het leveren van producten en het verrichten van diensten. De wet geldt voor alle overheidsopdrachten (onder en boven de Europese grens) en vervangt de Raamwet EEG-voorschriften. De wet moet optimale concurrentie bevorderen, aanbestedingslasten verminderen en de klachtenafhandeling vereenvoudigen.