Jhr.Mr. M.L. (Mauk) de Brauw
DS'70-bewindsman en Tweede Kamerlid. Deftige jonkheer, oud-verzetsman en Irene-brigadier, die vanuit het verzekeringswezen minister werd in het kabinet-Biesheuvel. Wist als minister voor wetenschappelijk onderwijs slechts met moeite zijn wetsvoorstel tot verhoging van het college- en inschrijvingsgeld voor studenten door de Eerste Kamer te loodsen. Sprak in de ministerraad met trompetachtige stem en lag slecht bij sommige collegae (met name bij Boersma), die hem te star vonden. Werd na zijn vertrek als minister Tweede Kamerlid en kwam in 1975 in conflict met Drees jr. over de koers van de partij. Stapte later over naar D66. Begin jaren tachtig voorzitter van de Brede Maatschappelijke Discussie over kernenergie.
DS'70
functie(s) in de periode 1971-1975: lid Tweede Kamer, minister
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-directeur N.V. "Nationale Levensverzekeringsbank" te Rotterdam, van 1 juni 1963 tot 6 juli 1971
-
-minister zonder portefeuille, belast met wetenschapsbeleid en wetenschappelijk onderwijs, van 6 juli 1971 tot 21 juli 1972
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 december 1972 tot 1 april 1975
-
-voorzitter bestuur Raadgevend Bureau "Berenschot" te Utrecht, van 5 augustus 1975 tot 1 augustus 1980
-
-voorzitter Stuurgroep BMD (Brede Maatschappelijke Discussie over kernenergie), van januari 1981 tot januari 1984
-
-coördinator Hoger Onderwijs Friesland, provincie Friesland, van 1 september 1984 tot 12 november 1984
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-lid Raad van Commissarissen N.V. Verzekeringsgroep "de Nederlanden van 1870"
-
-voorzitter bestuur Stichting "Integrand"
afgeleide functies, presidia etc.
lid parlementaire delegatie naar de Volksrepubliek China, van 18 augustus 1973 tot 28 augustus 1973
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Was woordvoerder buitenlandse zaken en wetenschappelijk onderwijs van de DS'70-Tweede Kamerfractie
-
-Interpelleerde op 28 maart 1974 staatssecretaris Klein over het beleid met betrekking tot subfaculteit politicologie van de UvA (kwestie-Daudt)
als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/4)
-
-Bezuinigde sterk op het wetenschappelijk onderwijs en kondigde in september 1971 een bouwstop af voor instellingen van wetenschappelijk onderwijs en in januari 1972 een personeelsstop.
-
-Bracht in 1971 de Nota inzake verbetering van de planning van het postsecundaire onderwijs uit. Op basis van voorstellen van de Commissie-De Moor en van organisatiebureau McKinsey wordt een nieuw planningssysteem voorgesteld voor de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderwijs op lange termijn. Dit moet zowel zorgen voor toegankelijkheid als grotere doelmatigheid bij het gebruik van financiële middelen. Onder meer wordt instelling van een Onderwijs Planbureau en van een HBO-raad voorgesteld. (11.583)
-
-Bracht in 1972 samen met de ministers Van Veen en Lardinois de Nota 'Op weg naar het hoger onderwijs nieuwe stijl' uit. Onder hoger onderwijs wordt verstaan 'wetenschappelijk onderwijs', 'hoger beroepsonderwijs', 'hoger technisch onderwijs' en 'lerarenopleidingen-nieuwe-stijl'. Er wordt een voorontwerp van wet aangekondigd, waarin onder meer de samenwerking tussen instellingen van hoger onderwijs zal worden geregeld en waarin regels worden opgenomen over toelating en studieduur, alsmede over de rechtspositie van het personeel. (11.697)
als bewindspersoon (wetgeving)
-
-Bracht in 1972 de Machtigingswet inschrijving studenten (Stb. 355) tot stand. Hierdoor kan de minister voor bepaalde studies een maximum aantal studenten vaststellen dat in het eerste jaar wordt toegelaten. (11.830)
-
-Bracht in 1972 een wet (Stb. 357) tot herziening van de regeling toegang tot de examens in het wetenschappelijk onderwijs tot stand. Hierdoor geeft het v.w.o.-examen in beginsel toegang tot iedere academische studie en vervallen de vijf verplichte vakken. Wel kan voor bepaalde studies een voortentamen in een bepaald vak worden verlangd. (11.712)
-
-Bracht in 1972 een wijziging (Stb. 356) van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs inzake het college- en inschrijvingsgeld ('de duizendguldenwet') tot stand. Het collegegeld wordt verhoogd van f 200,- naar f 1000,- en het inschrijvingsgeld van f 10,- naar f 100,-. (11.798)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
-
-Verzette zich in juli 1972 tegen bezuinigingen op de academische ziekenhuizen, hetgeen mede aanleiding was voor de kabinetscrisis
-
-Nam in 1975 met Berger, S. Keuning en K.A. Keuning afstand van de door Drees jr. gevoerde politieke lijn. Wilde dat DS'70 feller oppositie ging voeren en zich minder zou richten op milieu en verkeer. Was echter niet bereid Drees op te volgen en verliet met zijn drie metgezellen de Tweede Kamer.
-
-Was in maart 1984 kandidaat voor het voorzitterschap van het Internationaal Energie Agentschap te Parijs. Omdat hij onvoldoende steun kreeg, trok de Nederlandse regering zijn kandidatuur in.
uit de privésfeer
-
-Was actief in het verzet
-
-Raakte gewond bij de invasie in Normandië
anekdotes en citaten
-
-Toen De Brauw minister voor DS'70 werd, keek vooral VVD-leider Geertsema daarvan op. Hij dacht dat De Brauw nog lid van de VVD was.
-
-Zei in 1972 naar aanleiding de door DS'70 veroorzaakte breuk in het kabinet-Biesheuvel over de voorgestelde bezuinigingen (onder meer op de academische ziekenhuizen): "Men mag mij een vuile boef noemen om de verhoging van de collegegelden, maar niet om de zieken die men nu buiten de deur houdt".
-
-Zijn oud-college Boersma verklaarde later over De Brauw dat hij diens bloed wel had kunnen drinken. Beiden stonden in de ministerraad lijnrecht tegenover elkaar ten aanzien van de te voeren loonpolitiek.
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.