Mr. J.P.P. baron van Zuylen van Nijevelt

foto Mr. J.P.P. baron van Zuylen van Nijevelt
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: RKD

Gelderse edelman die aanvankelijk volgeling was van Thorbecke en in diens eerste kabinet minister van Buitenlandse Zaken. Daarvoor in 1848 als jonge man tot Tweede Kamerlid gekozen en daarvan een welsprekend lid. Na zijn derde huwelijk in 1857, met een dochter van oud-minister Rochussen, kwam hij onder invloed van zijn nieuwe schoonvader in conservatiever vaarwater terecht. Na een kort ministerschap leider van de Zuylianen in de Tweede Kamer, die zich tegen liberalen en antirevolutionairen keerden. Nadien gezant in Parijs en op hoge leeftijd nog Eerste Kamerlid.

Pragmatisch liberalen, Liberalen, Conservatieven
functie(s) in de periode 1849-1890: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Jacob Pieter Pompejus

geboorteplaats en -datum
Dordrecht, 29 juni 1816

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 4 november 1890

begraafplaats en -datum
Almen (Gld.), 9 november 1890

2.

Partij/stroming

stroming(en)
  • liberaal, Thorbeckiaan (in de jaren '50)
  • gematigd liberaal, omstreeks 1860
  • conservatief, anti-Thorbeckiaan, vanaf 1864

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • landeigenaar
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 13 februari 1849 tot 20 augustus 1850 (voor het kiesdistrict Ruurlo)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 oktober 1850 tot 16 oktober 1852 (voor het kiesdistrict Zutphen)
  • minister van Buitenlandse Zaken, van 16 oktober 1852 tot 19 april 1853
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 18 september 1854 tot 14 maart 1861 (voor het kiesdistrict Zwolle)
  • minister van Buitenlandse Zaken, van 14 maart 1861 tot 10 november 1861 (benoemd bij K.B. van 12 maart 1861)
  • ambteloos, van 10 november 1861 tot 19 september 1864
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1864 tot 1 oktober 1866 (voor het kiesdistrict 's-Gravenhage)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 november 1866 tot 10 juni 1867 (voor het kiesdistrict 's-Gravenhage)
  • buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Parijs, van 1 juli 1867 tot 18 mei 1885 (benoemd bij K.B. van 5 juni 1867)
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 1 mei 1888 tot 4 november 1890 (voor Gelderland)

ambtstitel
  • minister van staat, van 10 mei 1889 tot 4 november 1890 (benoemd op voorstel van de ministerraad; was één van de twee Kamerleden die de inhuldiging van Willem III in 1849 nog hadden meegemaakt)

(in)formateurschap(pen)
  • kabinetsformateur (samen met J. Loudon), van 11 maart 1861 tot 12 maart 1861

4.

Nevenfuncties (2/3)

  • kamerheer in buitengewone dienst van koning Willem III, van 12 februari 1851 tot 4 november 1890
  • voorzitter Thorbeckiaanse "Vereeniging van Constitutionelen", vanaf 1856 (aangezocht door Thorbecke)

afgeleide functies, presidia etc. (2/8)
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1861 tot april 1861
  • lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van december 1889 tot april 1890

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

5.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

6.

Activiteiten

als parlementariër (3/4)
  • Stemde in 1860 tegen de ontwerp-Wet aanleg van spoorwegen voor rekening van de staat
  • Stemde in 1866 tegen de motie-Keuchenius waarin afkeuring werd uitgesproken over het vertrek van minister Mijer vanwege diens benoeming tot Gouverneur-Generaal
  • Heeft in de Eerste Kamer slechts enkele keren het woord gevoerd, o.a. bij de algemene beschouwingen in 1888, bij de behandeling van de Arbeidswet en hij de herziening van de Lager-onderwijswet

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Zette zich in 1851 in voor vorming van een defensief verbond om België te beschermen tegen mogelijke Franse agressie
  • Was als minister van Buitenlandse Zaken nauw betrokken bij de perikelen rond het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 en verdedigde in de Tweede Kamer de houding van de Nederlandse regering. Hij deelde mee het te betreuren dat de regering voorafgaand aan het besluit daarover geen mededeling van de Curie had ontvangen.
  • Sloot in 1861 een verdrag met België over de Maasaftappingen. Daarop kwam veel kritiek, omdat de lagere waterstand in de Maas voor problemen bleef zorgen. Het wetsvoorstel ter ratificering werd in 1862 met 47 tegen 7 stemmen verworpen, nadat het door minister Van der Maesen de Sombreff niet was verdedigd.

7.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/6)
  • Kwam eind 1861 in conflict met zijn collegae over het beleid inzake de koloniën. Hij keerde zich onder meer tegen de benoeming van de liberaal Baron Sloet van de Beele tot Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië. Willem III stond achter Loudon c.s., waarop Van Zuylen ontslag vroeg.
  • Vanaf 1864 leider van de zogenaamde Zuylianen, anti-liberalen en anti-Groenianen
  • Werd tijdens het ministerschap van zijn neef Jules van Zuylen van Nijevelt benoemd tot gezant in Parijs

uit de privésfeer
  • Een zwager van hem was burgemeester van Zeist
  • Zijn dochter was gehuwd met een zoon van H.F.Ch. baron Forstner van Dambenoy, minister
  • Was als gezant in Parijs beschermer en maecenas van Nederlandse kunstenaars

anekdotes en citaten
  • Van hem werd door tijdgenoten gezegd dat hij vier keer van politieke richting was veranderd

verkiezingen (3/10)
  • Werd in 1866 bij de algemene verkiezingen in het district 's-Gravenhage samen met jhr. F. de Casembroot in de eerste stemmingsronde gekozen. Tegenstanders waren onder anderen de liberalen F.A.Th. Delprat en G.B. Emants.
  • Werd in 1887 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Gelderland in de tweede stemmingsronde met 32 tegen 29 stemmen verslagen door C.J. Sickesz (lib.)
  • Versloeg in 1888 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Gelderland met 32 tegen 29 stemmen M. Tydeman (lib.)

niet-aanvaarde politieke functies
  • lid Provinciale Staten van Gelderland, 1850 (niet aanvaard)
  • minister van Buitenlandse Zaken, april 1888 (geweigerd)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel IX, 1324
  • M.W. Jurriaanse, "De Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken 1813-1900"

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.