Mr. L.W.Ch. Keuchenius
Trouwe volgeling van Groen van Prinsterer, die in Nederlands-Indië onder meer advocaat was en in Nederland secretaris-generaal van Koloniën. In 1866 Tweede Kamerlid. Had een verminkt gelaat en sprak moeilijk. Hield ondanks die handicap lange redevoeringen. Gebruikte als Kamerlid vaak Bijbelse vergelijkingen. Zijn motie van afkeuring over het aftreden van minister Mijer leidde een periode van conflicten tussen regering en Tweede Kamer in. Ging later weer naar Indië, maar kwam vanaf 1879 terug in de Nederlandse politiek. In het kabinet-Mackay minister van Koloniën. Tegenstander van het cultuurstelsel en hervormingsgezind, maar ook verdediger van het bijzonder onderwijs en de zending. Die houding was in 1890 voor de liberale Eerste Kamermeerderheid reden hem ten val te brengen. Rechtlijnig, niet erg geneigd tot compromissen, maar in de persoonlijke omgang veel milder.
Antirevolutionairen, ARP
functie(s) in de periode 1854-1893: lid Tweede Kamer, minister, secretaris-generaal
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-secretaris-generaal ministerie van Koloniën, van 1 oktober 1854 tot 1 juni 1859
-
-lid Raad van Nederlandsch-Indië, van 10 juni 1859 tot 5 april 1865 (als oudste lid voorlopig met het vicevoorzitterschap belast)
-
-verlof in Nederland, van april 1865 tot 1868 (vanwege ziekte)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 augustus 1866 tot 1 oktober 1866 (voor het kiesdistrict Arnhem)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 november 1866 tot 3 januari 1868 (voor het kiesdistrict Arnhem)
-
-redacteur "Nieuw Bataviasch Handelsblad", van november 1868 tot 1879
-
-advocaat en procureur Hooggerechtshof van Nederlands-Indië, van 7 augustus 1869 tot september 1879
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 6 oktober 1879 tot 11 oktober 1884 (voor het kiesdistrict Gorinchem)
-
-voorzitter antirevolutionaire Kamerclub, Tweede Kamer der Staten-Generaal, van september 1883 tot september 1887
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1884 tot 18 mei 1886 (voor het kiesdistrict Middelburg)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juli 1886 tot 17 augustus 1887 (voor het kiesdistrict Amersfoort)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1887 tot 27 maart 1888 (voor het kiesdistrict Amersfoort)
-
-minister van Koloniën, van 21 april 1888 tot 24 februari 1890
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 26 maart 1890 tot 17 december 1893 (voor het kiesdistrict Goes)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-lid Schoolraad voor scholen met den Bijbel, van 1890 tot 17 december 1893
-
-diverse kerkelijke functies na aansluiting bij de doleantie
afgeleide functies, presidia etc. (2/9)
-
-voorzitter Commissie van Rapporteurs voor de begroting van Nederlandsch-Indië 1891 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van januari 1891 tot april 1891
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Diende op 26 september 1866 een motie in waarin afkeuring werd uitgesproken over het vertrek van minister Mijer vanwege diens benoeming tot Gouverneur-Generaal. Deze motie werd een dag later met 39 tegen 23 stemmen aanvaard. De regering ontbond kort daarna de Tweede Kamer.
-
-Interpelleerde in 1866 minister Heemskerk over de onderwijskwestie
-
-Diende in 1886 een motie van afkeuring in tegen de minister van Koloniën vanwege aankondiging van een uitbesteding van ontginning van steenkolenvelden zonder eerst de aangekondigde wetgeving af te wachten. De motie kreeg weinig steun en werd daarom ingetrokken.
opvallend stemgedrag (0/6)
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-Benoemde in 1888 C. Pijnacker Hordijk tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië
-
-Was voorstander van een actievere rol van het Indische Gouvernement ter ondersteuning van de zending in Nederlands-Indië
-
-Werd in 1879 in het district Gorinchem gekozen, hoewel hij nog in Nederlands-Indië verbleef. Pas na zijn verkiezingen reisde hij af naar Nederland.
-
-Betoogde in 1886 bij de grondwetsherziening dat de Tweede Kamer tot die herziening onbevoegd was, omdat zij minder leden telde dan volgens de Grondwet verplicht was. Een motie hierover werd met 64 tegen 5 stemmen verworpen. Stemde vervolgens in 1887 tegen alle herzieningsvoorstellen.
-
-Trad af nadat de Eerste Kamer op 31 januari 1890 met 20 tegen 19 stemmen zijn begroting had verworpen. Hem werd door de liberalen verweten te veel in te grijpen in godsdienstige aangelegenheden en zijn persoonlijke overtuiging op godsdienstig gebied te zeer op te dringen aan de inlanders.
uit de privésfeer
-
-Had een verminkt gelaat, waardoor zijn spreekvermogen bemoeilijkt werd. Over de oorzaak zijn twee lezingen. Volgens de eerste werd hij in 1853 te Aken door een beroerte getroffen. Een tweede lezing is dat hij Java zou zijn vergiftigd.
anekdotes en citaten
-
-Zat steevast van het begin en tot het einde op zijn plek in de vergaderzaal
-
-De Savornin Lohman gaf in de formatie van 1888 de voorkeur aan Keuchenius als minister van Koloniën wegens zijn zakenkennis en het feit, dat hij lastig en onaangenaam was als hij in de oppositie was.
verkiezingen (3/15)
-
-Versloeg in 1887 de liberalen jhr. J.E. Huydecoper en F.A.R.A. baron van Ittersum
-
-Versloeg in 1888 in het kiesdistrict Ede C.J.E. graaf van Bylandt (o.l.)
-
-Versloeg in 1890 bij tussentijdse verkiezing en in 1891 bij de periodieke verkiezingen in het district Goes J.H.C. Heijse (lib.)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
-
-G. Groen van Prinsterer, "Mr. Keuchenius en zijne wederpartijders in 1869: een karakterstudie" (Amsterdam, 1869)
-
-A. Kuyper, "Mr. Levinus Wilhelmus Christiaan Keuchenius" (Haarlem, 1895)
-
-R. Reinsma, "Keuchenius als tegenhanger van Fransen van de Putte", in: Tijdschrift voor Geschiedenis 74 (1961) 194-202
-
-G.J. Schutte, "Keuchenius als minister van Koloniën", in: Th.B.F.M. Brinkel e.a. (red.) "Het kabinet-Mackay" (Baarn 1990)
-
-F.L. Rutgers, "Levensbericht van mr. L.W.C. Keuchenius", in: Handelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde (Haarlem 1894-1895) 243
-
-Ned. Patriciaat, 1960
publicaties over en van letterkundigen
gegevens uit de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.