Parlementair onderzoek Steunverlening Individuele Bedrijven

Op 20 september 1978 besloot de vaste commissie voor de Rijksuitgaven een subcommissie Steunverlening Individuele Bedrijven in te stellen, die onderzoek moest doen naar het beleid inzake de verlening van steun en garanties aan individuele bedrijven met overheidsgelden en die met voorstellen moest komen ter verbetering van de parlementaire controle op dit beleid.

De Tweede Kamer besprak het rapport van de subcommissie in maart 1981.

Inhoudsopgave van deze pagina:


2.

Werkwijze

De subcommissie lette op verschillende aspecten van de steunverlening, zoals:

  • doelstellingen, criteria, voorwaarden en de wijze waarop deze verduidelijk worden, randvoorwaarden, vorm en omvang van de steun
  • duidelijkheid van de steunregeling
  • mate van rechtszekerheid
  • effectiviteit van de steunregelen
  • indirecte effecten
  • samenhang van de steunregeling

3.

Aanbevelingen en conclusies

De commissie heeft over verschillende onderdelen een conclusie/aanbeveling gemaakt:

  • Rechtszekerheid: het publiekrechterlijk karakter van het steunverleningbeleid moet uitgangspunt zijn en beveelt aan dat alle steunregelingen openbaar worden. De beroepsmogelijkheden dienen versterkt en uitgebreid te worden en niet te eindigen bij de verantwoordelijke Minister.
  • Verbrokkeling van het steunbeleid: consolidatie en rationalisatie van de huidige verbrokkeldheid en ondoorzichtigheid.
  • Sectorbeleid en steunverleningsbeleid: oplossing van institutionele problemen door overleg met Tweede Kamer
  • Relatie met het regionale beleid: het aantal regionale ontwikkelingsmaatschappijen die met staatssteun opereren moeten beperkt worden of teruggebracht worden tot enkele zwakke economische regio's
  • Openbaarheid van informatie: een betere effectrapportage door de verantwoordelijke bewindslieden en openbaarheid van de steunverleningoperatie.
  • Werknemers: in overleg met de meest betrokken vakvereniging moeten de bedrijven de vakverenigingen er bij betrekken wanneer de werkgelegenheid en rechtspositie van de werknemers in het geding zijn
  • Controle door de overheid: de controlebevoegdheden van de overheid dienden duidelijk en op afdoende wijze te worden vastgesteld. De informatieverzameling en -verweking dient verbeterd te worden.
  • Controle door de Algemene Rekenkamer: de controlebevoegdheden dienen te worden verruimd
  • Controle door de Tweede Kamer: verbetering van de controlemogelijkheden van het parlement

Lees hier het hele rapport.


Meer over