J.E.N. baron Schimmelpenninck van der Oye
Hoge genie-officier die Tweede en Eerste Kamerlid was. Koos bij het conflict over de uitbreiding van het kiesrecht in 1894 de zijde van De Savornin Lohman en werd één van de voormannen van de vrij-Antirevolutionairen. In de Kamer woordvoerder militaire zaken, maar ook indiener van een initiatiefvoorstel over de instelling van Kamers van Arbeid, die bij geschillen tussen werkgevers en werknemers moesten bemiddelen. In 1902 werd hij als eerste rechtse politicus voorzitter van de Eerste Kamer. Gold als onpartijdig. Speelde in 1907 als 'informateur' een rol bij de poging om de kabinetscrisis op te lossen.
Antirevolutionairen, Vrij-Antirevolutionaire Partij, CHP, CHU
functie(s) in de periode 1884-1914: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, voorzitter Eerste Kamer
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-landeigenaar en ambachtsheer
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1884 tot 18 mei 1886 (voor het kiesdistrict Utrecht)
-
-officier bij de Grote Staf, van 19 mei 1886 tot juli 1886 (terugkeer in werkelijke dienst)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juli 1886 tot 17 augustus 1887 (voor het kiesdistrict Utrecht)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1887 tot 27 maart 1888 (voor het kiesdistrict Utrecht)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 10 juli 1888 tot 20 maart 1894 (voor het kiesdistrict Amersfoort)
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 16 mei 1894 tot 25 juni 1895 (voor Gelderland)
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 11 juli 1895 tot 23 juli 1904 (voor Gelderland)
-
-voorzitter Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 17 maart 1902 tot 23 juli 1904 (benoemd bij K.B. van 17 maart 1902)
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1904 tot 11 april 1914 (voor Gelderland)
-
-voorzitter Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1904 tot 11 april 1914
(in)formateurschap(pen)
-
-adviseur over de vraag wie namens de 'rechterzijde' bereid zou zijn tot kabinetsformatie, van 27 februari 1907 tot 1 maart 1907
officiersrangen (4/8)
-
-luitenant-kolonel der genie, van 1 februari 1882 tot juli 1886 (sinds 1884 op non-actief)
-
-kolonel bij de Generale Staf b.d., van juli 1886 tot 1 juli 1895
-
-generaal-majoor der genie b.d., van 1 juli 1895 tot 16 oktober 1899
-
-luitenant-generaal b.d., vanaf 16 oktober 1899
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-'formateur' ereraad inzake de zogenaamde lintjesaffaire, januari 1910 (op verzoek van Abraham Kuyper)
-
-voorzitter Anti-Opiumbond, tot 11 april 1914 (mede-oprichter)
afgeleide functies, presidia etc. (2/5)
-
-voorzitter Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 17 maart 1902 tot 23 juli 1904
-
-voorzitter Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 20 september 1904 tot 11 april 1914
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Diende in 1886 met Kielstra en Rooseboom (lib.) een initiatiefwetsvoorstel in tot verzachting van de bepalingen in de Militaire Strafwetboeken over desertie in vredestijd. Dit voorstel werd in 1887 wet.
-
-Diende in 1893 een initiatiefwetsvoorstel in over de instelling van Kamers van Arbeid. Dit voorstel werd later ingetrokken.
-
-Stemde in 1896 tegen de ontwerp-Kieswet van Van Houten
opvallend stemgedrag (0/3)
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
-
-In 1895 was een tussentijds verkiezing nodig vanwege zijn bevordering tot generaal-majoor
-
-De koningin vroeg hem op 27 februari 1907 na de val van het kabinet-De Meester te onderzoeken welke persoon van de 'rechterzijde' een kabinet kon vormen. Hij raadpleegde daarop enkele leidende personen uit de rechtse fracties (Kolkman, Loeff, Heemskerk, Talma en De Savornin Lohman). Zij vonden dat de rechterzijde niet geroepen was te gaan regeren, omdat met verwerping van de Oorlogsbegroting geen besluit was genomen dat tegen het programma van het kabinet-De Meester inging en er ook geen andere politieke situatie was dan onmiddellijk na de verkiezingen van 1905. Dat zou pas het geval zijn, indien bleek dat vorming van een liberaal parlementair of extraparlementair liberaal kabinet onmogelijk was. Hij gaf daarop op 1 maart zijn opdracht terug.
-
-Kreeg op 26 maart 1907 van de koningin de vraag voorgelegd zowel bij de rechterzijde als bij het kabinet-De Meester te onderzoeken onder welke voorwaarden terugkeer van het demissionaire kabinet mogelijk was. Toen het kabinet bereid bleek minister Staal te vervangen en de nieuwe minister een wetsvoorstel zou verdedigen om de kwestie van het blijvend gedeelte van het leger te regelen, was de rechterzijde bereid terugkeer van het kabinet te aanvaarden.
uit de privésfeer (3/5)
-
-Een schoonzoon van hem was burgemeester van Warnsveld
-
-Een dochter van hem was gehuwd met een zoon van J.E.H. baron van Nagell van Ampsen, Eerste Kamerlid
-
-Zijn vader was lid van Provinciale Staten van Gelderland
verkiezingen (3/10)
-
-Versloeg in 1896 bij de periodieke verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Gelderland met 33 tegen 21 stemmen jhr. H.A.D. Coenen
-
-Werd in 1904 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Gelderland met 41 van de 61 stemmen gekozen
-
-Werd in 1910 bij de periodieke verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Gelderland met 47 van de 62 stemmen herkozen
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
-
-P.C.I.M. Kroon, "Schimmelpenninck van der Oije, Jan Elias Nicolaas Baron (1836-1914)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel II, 500
-
-Onze Afgevaardigden, 1891, 1901
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
archivalia
collectie-Schimmelpenninck van der Oye, Nationaal Archief
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.