A. Kool

foto A. Kool
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Collectie-Van Eck (Nationaal Archief)

Gezagvolle officier, die eind negentiende eeuw liberaal Tweede Kamerlid was. Sprak vlug, maar helder en hield in de Kamer lange redevoeringen over de defensie in eigen land en in Nederlands-Indië. Had als militair specialist 'het gehoor' van de Kamer. Na zijn Kamerlidmaatschap onder andere chef van de generale staf. In het laatste jaar van het kabinet-Pierson minister van Oorlog. Slaagde er toen in korte tijd in alsnog de plannen voor legerhervoming door het parlement te loodsen. Het door hem verdedigde stelsel was zelfs duurder dan het stelsel dat eerder door de Tweede Kamer was verworpen.

Liberalen, Liberale Unie
functie(s) in de periode 1879-1901: lid Tweede Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Arthur

geboorteplaats en -datum
Maastricht, 21 februari 1841

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 24 maart 1914

2.

Partij/stroming

stroming(en)
liberaal

3.

Hoofdfuncties/beroepen (6/12)

  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 28 april 1879 tot 8 september 1883 (voor het kiesdistrict Arnhem)
  • sous-chef Generale Staf en bevelhebber tweede divisie infanterie, van 1 oktober 1889 tot 1 augustus 1894
  • chef van de Generale Staf, van 1 augustus 1894 tot 1 april 1901
  • minister van Oorlog, van 1 april 1901 tot 1 augustus 1901 (benoemd bij K.B. van 29 maart 1901)
  • chef van de Generale Staf, van 1 augustus 1901 tot 1 oktober 1907
  • commandant van het veldleger, van 1 oktober 1907 tot 1 november 1909

officiersrangen (4/7)
  • majoor der artillerie, van 15 september 1883 tot 15 september 1886
  • luitenant-kolonel der artillerie, van 15 september 1886 tot 1 oktober 1889
  • kolonel der artillerie, van 1 oktober 1889 tot 1 december 1897
  • luitenant-generaal der artillerie, van 1 december 1897 tot 1 november 1909

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Nevenfuncties (2/7)

  • voorzitter Permanente militaire spoorwegcommissie, tot 1907
  • adjudant in buitengewone dienst van koningin Wilhelmina, van 31 augustus 1898 tot 24 maart 1914

afgeleide functies, presidia etc.
lid parlementaire enquêtecommissie exploitatie van de Nederlandse Spoorwegen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juni 1881 tot september 1883

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

5.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

6.

Activiteiten

als parlementariër
  • Sprak als Tweede Kamerlid vooral over militaire zaken en voorts over justitie (Wetboek van Strafrecht), koloniën en spoorwegen
  • Stemde in de vier jaar dat hij Kamerlid was steeds tegen de begroting van Oorlog vanwege onder meer bezwaren tegen de plaatsvervanging

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht de Militiewet 1901 tot stand. Deze wet voerde het kazernestelsel in voor een bij wet bepaald contigent van dienstplichtigen. De oefentijd werd voor de bereden wapens bepaald op 12 maanden, waarvan een deel (7500 man) als 'blijvend gedeelte' ook gedurende de wintermaanden onder de wapenen bleef voor de noodzakelijke wachtdiensten, kadervorming en eventuele mobilisatie. Door de legerhervorming werd het veldleger 45.000 man sterk, met een jaarlijks contingent van 17.500 man.
  • Bracht in 1901, met Goeman Borgesius, tegelijk met de Militiewet de Wet tot regeling van de landweer en tot opheffing van de schutterij tot stand. In de Landweer dienden gedurende zeven jaar de afgezwaaide miliciens. De officieren en onderonderofficieren waren afkomstig uit het reserve-personeel en ook vrijwilligers konden er deel van uitmaken.

7.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/5)
  • Gaf de jonge koningin onderwijs in de landsverdediging
  • Volgde in 1901 minister Eland op, die was afgetreden vanwege aanvaarding van het amendement-Van Gilse op de ontwerp-Militiewet
  • Was in 1908 bij de formatie-Heemskerk betrokken bij het zoeken naar een geschikte kandidaat voor het ministerschap van Oorlog

verkiezingen
  • Versloeg in 1879 bij een tussentijdse verkiezing in het district Arnhem jhr. A.F. de Savornin Lohman (a.r.)
  • Versloeg in 1879 bij de periodieke verkiezingen jhr. G.J.Th. Beelaerts van Blokland (a.r.)
  • Was in 1883 geen kandidaat

niet-aanvaarde politieke functies
  • minister van Oorlog, juli 1901 (geweigerd)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • Castoretpollux, "In de Tweede Kamer. Portretten" (1881)
  • Mr. Antonio, "Generaal Kool", Parlementaire Portretten, Nieuwe Reeks XXIV, De Telegraaf, 18 mei 1901
  • "N.R.C.", 25 maart 1914
  • Wie is dat? 1901
  • Ned. Patriciaat, 1910

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.