Mr. P.J.M. (Piet) Aalberse

foto Mr. P.J.M. (Piet) Aalberse
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Nationaal Archief/Spaarnestad

Katholieke voorman, die als minister een belangrijk aandeel had in de sociale wetgeving. Was advocaat en wethouder in Leiden en volgde in 1903 Schaepman op als Kamerlid. Steunde de sociale-wetgevingsvoorstellen van Talma en bracht zelf een wet tegen oneerlijke concurrentie tot stand. Daarna hoogleraar in Delft en in 1918 in het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I de eerste minister van Arbeid. Werd de man van de 8-urendag en bracht diverse belangrijke wetten tot stand. Nadien als Kamerlid vertrouweling en opvolger van Nolens. In 1935 de hoofdrolspeler bij de kabinetscrisis over de financiële politiek van het kabinet-Colijn. Wist echter geen centrumlinks kabinet te vormen. Besloot zijn loopbaan als Kamervoorzitter en staatsraad. Had veel aanzien bij de katholieke vakbeweging, maar werd ook door politieke tegenstanders gewaardeerd.

Katholieken, AB van R.K.-kiesvereenigingen, RKSP
functie(s) in de periode 1903-1948: lid Tweede Kamer, voorzitter Tweede Kamer, minister, lid Raad van State

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Petrus Josephus Mattheüs (Piet)

geboorteplaats en -datum
Leiden, 27 maart 1871

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 5 juli 1948

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • RKSP (Roomsch-Katholieke Staatspartij), tot 22 december 1945
  • KVP (Katholieke Volkspartij), vanaf 22 december 1945

3.

Hoofdfuncties/beroepen (10/13)

  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 24 februari 1903 tot 21 juni 1916 (voor het kiesdistrict Almelo)
  • directeur Centraal Bureau van de KSA (Katholieke Sociale Actie) te Leiden, van 16 oktober 1905 tot 26 september 1918
  • hoogleraar staatshuishoudkunde, arbeids- en fabriekswetgeving, mijnrecht en handelsrecht, Technische Hogeschool te Delft, van 20 juni 1916 tot 26 september 1918
  • minister van Arbeid, van 26 september 1918 tot 1 januari 1923 (departement ingesteld bij K.B. van 25 september 1918 en naam gewijzigd bij K.B. van 24 november 1922)
  • minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, van 1 januari 1923 tot 4 augustus 1925
  • hoofdredacteur rooms-katholieke dagblad "Het Centrum", van 15 augustus 1925 tot 1 april 1929
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 september 1925 tot 9 november 1937
  • fractievoorzitter RKSP Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 september 1931 tot 7 mei 1936
  • voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 mei 1936 tot 10 november 1937
  • lid Raad van State, van 16 november 1937 tot 1 april 1946 (benoemd per 10 november bij K.B. van 20 oktober 1937)

ambtstitel
  • minister van staat, van 31 december 1934 tot 5 juli 1948 (benoeming niet op 31 augustus 1934 vanwege overlijden van Koningin Emma en Prins Hendrik in 1934)

(in)formateurschap(pen)
  • kabinetsformateur, van 26 juli 1935 tot 27 juli 1935 (poging mislukt)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/71)

  • waarnemend secretaris, Indische Missievereeniging, 1945
  • waarnemend secretaris, Centraal Koloniaal Katholiek Bureau, 1945

afgeleide functies, presidia etc. (2/23)
  • lid afdeling Sociale Zaken (Raad van State)
  • lid afdeling geschillen van bestuur (Raad van State)

comités van aanbeveling, erefuncties etc. (2/3)
  • erelid Koninklijk Nationaal Steuncomité, 1918
  • erelid Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, vanaf 1919

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër (3/4)
  • Stelde in 1911 bij de herziening van de Arbeidswet met Passtoors voor een algemeen verbod op het werken door vrouwen in fabrieken en werkplaatsen in te stellen. Het amendement hierover werd echter verworpen.
  • Diende in 1912 met De Geer (CHU) en Van der Voort van Zijp (ARP) een initiatiefvoorstel in over beperking van de nachtarbeid in het bakkersbedrijf. Dit voorstel werd in 1918 ingetrokken.
  • Bracht in 1915 een initiatiefwet tot stand waardoor oneerlijke concurrentie strafbaar werd gesteld

opvallend stemgedrag (0/11)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/8)
  • Diende in 1925 samen met minister Heemskerk de ontwerp-Medische Tuchtwet in. Het wetsvoorstel werd in 1928 door de ministers Donner en Slotemaker de Bruïne in het Staatsblad gebracht.
  • Diende in 1925 een ontwerp-Ziekte- en Ongevallenwet in. Het wet in 1927 ingetrokken en toen vervangen door een ontwerp-Ziektewet.
  • Trok in 1925 een wetsvoorstel tot wijziging van de Arbeidswet in, nadat de Tweede Kamer een door hem onaanvaardbaar verklaard amendement-Smeenk had aangenomen. Dat betrof verandering van het aanvangsuur in grootbedrijven van 5 naar 6 uur.

als bewindspersoon (wetgeving) (3/13)
  • Bracht in 1922 een wijziging van de Arbeidswet 1919 tot stand, waardoor de maximale werkweek van 45 naar 48 uur ging, met een jaarmaximum van 2500 uur. Er waren vijf werkdagen van (maximaal) achtenhalf uur en een halve zaterdag. Er kwam onder meer een mogelijkheid om overwerk door overleg tussen werkgevers en werknemers (bij collectief arbeidscontract) te regelen.
  • Bracht in 1923 de Arbeidsgeschillenwet tot stand. Deze wet riep de functie rijksbemiddelaar in het leven, die in geval van een arbeidsconflict arbitrage door een bemiddelaar konden bevorderen of eventueel zelf konden bemiddelen.
  • Bracht in 1923 een wet tot tijdelijke beperking van de invoer van schoenwerk tot stand. Deze 'Schoenenwet' ter bescherming van de (Brabantse) leerindustrie verviel in 1924.

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/5)
  • Vroeg in december 1924 om schorsing van het debat over de begroting van zijn ministerie, nadat met steun van de CHU-fractie een amendement-Boon was aangenomen om een subsidieverhoging voor de (RK) Kweekschool voor vroedvrouwen in Heerlen te schrappen. Vanwege zijn dreiging met aftreden was de CHU-fractie alsnog bereid tot een schikking via een suppletoire begroting.
  • Werd op 6 mei 1936 als eerste kandidaat op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap geplaatst. Hij kreeg 74 van de 83 stemmen.
  • Weigerde op 23 juli 1935 tijdens het debat over het bezuinigingsbeleid namens zijn fractie vertrouwen uit te spreken in het tweede kabinet-Colijn, hetgeen tot een kabinetscrisis leidde. Zag zijn poging om een kabinet met de sociaaldemocraten te vormen echter mislukken, omdat de VDB weigerde daaraan mee te werken.

uit de privésfeer (3/4)
  • Was eind jaren dertig sympatisant van de Oxford-beweging (morele herbewapening)
  • In de Vegastraat in Amsterdam-Noord bij een wooncomplex van de Katholieke woningbouwvereniging "Het Oosten" werd in 1938 een door Cephas Stauthamer vervaardigd borstbeeld van hem onthuld.
  • Zijn beide broers waren priester. De oudste was pastoor, de jongste rector.

verkiezingen (3/6)
  • Versloeg in 1909 D. van der Sluis (ul). Werd in het kiesdistrict Amsterdam V na herstemming verslagen door Th.M. Ketelaar (vdb)
  • Versloeg in 1913 F.M. Wibaut (sdap)
  • Was in 1922 nummer 2 op de kandidatenlijst in de kieskring Rotterdam en nummer 3 op de lijst in de kieskring Zwolle en werd niet gekozen

niet-aanvaarde politieke functies
  • minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, augustus 1929
  • Tweede Kamervoorzitter, september 1929

pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
  • Alphons de Leythe (pseudoniem in zijn jonge jaren)
  • mr. Ae. van Singel Ove (pseudoniem in 1895)
  • Joh. Kerkvliet Azn. (pseudoniem)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie (6/8)
  • J.P. Gribling, "P.J.M. Aalberse" (dissertatie, 1961)
  • J.P. Duyverman, "Aalberse als raadslid (1899-1918)", in: Katholiek Staatkundig Maandschrift, juli 1963
  • J.P. Gribling, "Aalberse, Petrus Josephus Mattheus (1871-1948)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 2
  • J. Maassen, "Aalberse, Petrus Josephus Mattheüs", in: Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland, deel I, 1
  • "Dagboeken van P.J.M. Aalberse 1902-1947" (bewerkt door A.C.M. Kappelhof en J.P. de Valk, Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, 2006)
  • Onze Afgevaardigden, 1905, 1909

Biografisch Woordenboek(en)
  • biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
  • biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland

In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.