Kabinetscrisis 2021: Kinderopvangtoeslagaffaire
Op 15 januari 2021 boden de ministers en staatssecretarissen van het kabinet-Rutte III hun ontslag aan naar aanleiding van de kritiek in het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Minister-president Rutte en de overige bewindslieden aanvaardden met hun ontslag de politieke medeverantwoordelijkheid voor het falend overheidsbeleid dat leidde tot duizenden gedupeerde en niet gehoorde ouders.
Contentssopgave van deze pagina:
Op 2 juli 2020 stelde de Tweede Kamer de tijdelijke parlementaire ondervragingscommissie (POK) in. Deze moest onderzoek doen naar de problemen bij de aanpak van vermeende fraude bij het uitkeren van toeslagen voor kinderopvang. Met deze mini-enquête wilde de Kamer nagaan in hoeverre bewindspersonen betrokken waren bij de gekozen aanpak van de afdeling Toeslagen van de Belastingdienst. Ook wilde de Kamer weten waarom het zo lang duurde voor de politieke leiding ingreep. Aanleiding van het onderzoek was een met algemene stemmen aangenomen motie, ingediend door Bart Snels (GroenLinks) over het onterecht stopzetten van de kinderopvangtoeslag bij honderden ouders.
In 2014 werd de kinderopvangtoeslag van ongeveer 300 ouders onterecht stopgezet. Dit aantal bleek later veel groter te zijn: bij andere zaken in de fraudeaanpak werden mogelijk 1800 ouders gedupeerd. De strenge manier van optreden was een reactie op problemen bij de bestrijding van fraude met uitkeringen door veelal uit Oost-Europa afkomstige migranten, de zogenaamde Bulgarenfraude. De Nationale ombudsman schreef in 2017 een vernietigend rapport, maar met aanbevelingen (zoals compensatie) werd vrijwel niets gedaan.
In het voorjaar van 2019 publiceerde RTL Nieuws en Trouw hierover. Vooral Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA) en Renske Leijten (SP) maakten zich tijdens diverse debatten dat jaar hard voor een rechtvaardige behandeling van de ouders wier kinderopvangtoeslag ten onrechte was stopgezet en teruggevorderd. In de zomer van 2019 werd de Commissie-Donner ingesteld die een voorstel moest doen voor compensatie van de getroffen ouders. Deze commissie constateerde een 'Institutionele vooringenomenheid' bij de belastingdienst, Met name waar het ouders met een tweede nationaliteit betrof.
Tijdens daarop volgende Kamerdebatten bleek dat in veel gevallen terugvorderingen en dwanginvorderingen en loonbeslagen nog steeds doorliepen. Bovendien bevatten de dossiers die getroffen ouders ter inzage terugkregen vaak zwartgelakte passages. Hierdoor nam het vertrouwen van de Kamer in staatssecretaris Snel in rap tempo af. Na onthullingen dat de Belastingdienst nog steeds tegen de wet in handelde bij de controle op toeslagen voor kinderopvang daalde het vertrouwen van de Kamer in Snel nog verder, waardoor hij zich genoodzaakt zag op te stappen.
Zijn opvolgers, Van Huffelen en Vijlbrief beloofden de ouders snel en volledig te compenseren en uit te zoeken hoe het zo mis had kunnen gaan.
In november 2020 verhoorde de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag onder andere premier Mark Rutte en ministers Wopke Hoekstra, Tamara van Ark en Eric Wiebes. Ook de voorganger van Wiebes, Frans Weekers werd gehoord. Verder moest ook PvdA-leider Lodewijk Asscher verschijnen bij de commissie. Voormalig staatssecretaris Menno Snel wordt eveneens gehoord.
Op 17 december 2020 verscheen het rapport van de Commissie, getiteld 'Ongekend onrecht'. Hier constateerde de commissie dat bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag de grondbeginselen van de rechtsstaat waren geschonden. Hiermee hekelde de commissie niet alleen de uitvoering door de belastingdienst, maar ook de wetgever en de rechtspraak. Volgens de commissie was de ouders een 'ongekend onrecht' aangedaan. Het kabinet en parlement "mag het zich aanrekenen dat zij wetgeving heeft vastgesteld die spijkerhard was en die onvoldoende de mogelijkheid bood recht te doen aan individuele situaties." Het ministerie van Financiën werd verweten te veel een alles-of-niets aanpak te hebben gehanteerd, en de werkwijze van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werd als ver onder de maat beoordeeld.
Ook de rechtspraak speelde volgens de commissie een kwalijke rol. Door het in stand houden van de spijkerharde uitvoering van de regelgeving van de kinderopvangtoeslag had de rechtspraak "zijn belangrijke functie van (rechts)bescherming van individuele burgers veronachtzaamd." Ook de informatievoorziening binnen de ministeries was onder de maat: "De slechte informatievoorziening heeft bij herhaling geleid tot een ernstige belemmering van het (politiek) functioneren van bewindspersonen", aldus het rapport.
De commissie deed in het rapport een dringend beroep "op alle betrokken staatsmachten om bij zichzelf te rade te gaan hoe in de toekomst herhaling kan worden voorkomen en hoe het ontstane onrecht alsnog kan worden rechtgezet."
Op 14 januari 2021 maakte Lodewijk Asscher bekend dat hij zich terugtrok als lijsttrekker voor de verkiezingen van maart 2021 en als voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de PvdA. Ook wilde hij na de verkiezingen niet terugkeren als Kamerlid. Als vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het vorige kabinet-Rutte II zou hij een rol gespeeld hebben in de misstanden die zich voordeden. De druk op het kabinet om zijn verantwoordelijkheid te nemen voor het overheidsfalen nam hierna verder toe.
Op 15 januari 2021 verklaarde premier Rutte dat het gehele kabinet verantwoordelijkheid nam voor het overheidsfalen en opstapte. Het ontslag van het kabinet, twee maanden voor de verkiezingen en midden in de coronacrisis, was grotendeels symbolisch. Het kabinet regeerde demissionair verder. Alleen aan minister van Economische Zaken Eric Wiebes werd per direct ontslag verleend. Zeker in de aanpak van de coronacrisis zouden geen grote veranderingen plaatsvinden.
Dinsdag 19 januari 2021 debatteerde de Tweede Kamer met het demissionaire kabinet. In de verklaring van premier Rutte over de demissionaire status stonden twee beleidsterreinen waarop het kabinet zou blijven doen wat nodig is: de coronavirusbestrijding en de nasleep van de kinderopvangtoeslag.
Op 26 januari 2021 nam de Kamer een motie van Pieter Omtzigt aan om de Venetië Commissie advies te laten uit brengen over de Nederlandse rechtsstaat.
Tijdbalk
2014 |
Na vermeende fraude worden kinderopvangtoeslagen van enkele honderden ouders stopgezet |
2017 |
Vernietigend rapport Nationale Ombudsman |
maart 2019 |
publicatie over stopzetten toeslagen in 2014. Later blijkt het om nog veel meer gevallen te gaan |
18 december 2019 |
Staatssecretaris van Financiën Menno Snel treedt af wegens 'onvoldoende vertrouwen' |
mei 2020 |
Staatssecretarissen van Financiën doen aangifte tegen de Belastingdienst op verdenking van knevelarij en discriminatie bij de aanpak van vermeende fraude bij kinderopvangtoeslagen. |
2 juli 2020 |
Instelling Parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslagen (POK) |
16 t/m 26 november 2020 |
Verhoren, oa. Asscher, Wiebes, Rutte, Hoekstra en hoge ambtenaren van SZW en Financiën |
17 december 2020 |
De onderzoekscommissie presenteert haar eindrapport 'Ongekend onrecht' |
22 december 2020 |
Kabinet bespreekt rapport en zegt schadeloosstelling van 30 000 euro toe aan gedupeerden |
14 januari 2021 |
Lodewijk Asscher trekt zich terug als lijsttrekker voor de verkiezingen van maart 2021 |
15 januari 2021 |
kabinet biedt zijn ontslag aan; Wiebes per direct |
Meer over