Regeerakkoord 1989

Het regeerakkoord van 1989 omvat de afspraken gemaakt tussen regeringspartijen CDA en PvdA en vormde de basis voor kabinet-Lubbers III. Dit regeerakkoord telde 61 pagina's. In het akkoord zet het kabinet een beleid uit van investeringen in milieu, gezondheidszorg, kinderopvang en voor verhoging van uitkeringen en ambtenarensalarissen. Speerpunt is de zogenaamde sociale vernieuwing.

Dit waren een aantal van de belangrijkste beleidsafspraken uit het regeerakkoord:

Contentssopgave van deze pagina:


1.

Sociaal-economisch

  • Het starten van een hervorming van de Btw-tarieven.
  • Een 'activerend' arbeidsbeleid bevorderen, waarbij er vooral meer mensen een baan moeten krijgen.
  • Het introduceren van een structurele verhoging van de kinderbijslag.
  • Meer aandacht voor de aanpak van werkloosheid onder jongeren, o.a. door schoolverlaters te voorkomen of te helpen.
  • Inzetten op technologische innovatie als aanjager van economische groei via investeringen in onderzoek en innovatie.

2.

Sociaal-cultureel

  • Introductie van een wet aangaande orgaantransplantatie.
  • Het instellen van een verbod op het experimenten met embryo's.
  • Legale immigratie accepteren, inclusief het bestaand gezinsherenigingbeleid.
  • Herziening van de Vreemdelingenwetgeving om op deze manier integratie te bevorderen.

3.

Veiligheid, defensie en buitenlandse zaken

  • Een reorganisatie van de politie waarbij rijks- en gemeentepolitie samen opgaan in een enkele Nederlandse politie met regionale korpsen.
  • Werken aan het voorbereiden van de uitvoering van het Schengenverdrag.
  • De veranderende ontwikkelingen in Oost-Europa eensgezind via de NAVO beantwoorden.
  • Steun geven op politiek en economisch gebied aan Oost-Europese landen via de Organisatie Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
  • Kernwapens op Nederlands gebied niet uitsluiten.

4.

Klimaat en milieu

  • Inzetten op een forse herinrichting van het milieubeleid op het halen van ecologische doelstellingen in de mijnbouw, landbouw, industrie en visserij.
  • Een vergroting van het aantal opties in het openbaar vervoer om milieuschade tegen te gaan.

5.

Bestuurlijke vernieuwing

  • Meer decentralisatie van taken en bevoegdheden naar en zelfstandigheid van provincies en gemeenten.
  • Sociale partners meer betrekken bij het maken en uitvoeren van beleid.
  • Onderzoek doen naar de mogelijkheid van een correctief wetgevendreferendum, geven van kiesrecht aan vreemdelingen, en het herzien van de kieswijze van de provinciale staten en het benoemen van burgemeesters en Commissarissen van de Koningin.

6.

Letterlijke tekst (PDF)


Meer over