Contentssopgave van deze pagina:


1.

Overzicht

2.

Verloop van de formatie

Informatie-De Koning

Voor de verkiezingen had de coalitie van CDA en VVD al aangegeven het 'karwei te willen afmaken'. Demissionair minister De Koning (CDA) kreeg de opdracht te onderzoeken welke problemen een voortzetting van de coalitie van CDA en VVD in de weg zouden kunnen staan, en langs welke weg deze opgelost konden worden. Dat bleek vrij eenvoudig. Voor de VVD voerde Ed Nijpels de onderhandelingen, maar na de nederlaag was al duidelijk geworden dat hij niet langer de VVD-leider zou blijven. Voor het CDA was fractievoorzitter Bert de Vries onderhandelaar.

De onderhandelaars slaagden er op 25 juni in een ontwerp-regeerakkoord te bereiken. Belangrijke geschilpunten waren de Mediawet, de Wet gelijke behandeling, waarbij het CDA een uitzondering wilde maken voor christelijke scholen, en de bezuinigingen op Volksgezondheid. De VVD zette in op f 3 miljard bezuinigingen. Dat werden er uiteindelijk ca. f 1,5 miljard. Verder lag bij CDA-leider Lubbers het compromis over euthanasie moeilijk. Hij wilde zich niet binden aan het zonder meer bekrachtigen van een initiatiefvoorstel van D66. Op 8 juli stemden de fracties in met het programma.

Lubbers en beoogd vicepremier Rudolf de Korte bespraken daarna de verdeling van de kabinetsposten en na overleg van hen met De Vries en de nieuwe VVD-fractievoorzitter Joris Voorhoeve werd daarover snel overeenstemming bereikt.

Formatie-Lubbers

De koningin benoemde hierna Lubbers tot formateur. Er vonden ten opzichte van Lubbers I enkele verschuivingen in de ministersposten plaats. Zo kreeg de VVD Defensie en ging Ontwikkelingssamenwerking naar het CDA. De CDA'er Van Dijk volgde op Binnenlandse Zaken De Korte op, die vicepremier en minister van Economische Zaken werd. Vrij verrassend keerde VVD-minister Pieter Winsemius niet terug. Hij leek eerder voorbestemd voor Economische Zaken, maar de keuze van De Korte voor dat departement blokkeerde zijn terugkeeer. Nijpels volgde Winsemius op als minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

3.

Regeerakkoord

Het ontwerpregeerakkoord van 1986 omvat de afspraken gemaakt tussen regeringspartijen CDA en VVD en vormde de basis voor het kabinet-Lubbers II. Dit regeerakkoord telde 98 pagina's. Het beleid van Lubbers II is grotendeels de voortzetting van Lubbers I. De focus ligt vooral op het sociaaleconomisch en financieel beleid: het creëren van banen en het terugdringen van het begrotingstekort.

4.

Betrokken personen

De informateur

J. (Jan) de Koning

Pragmatisch ingestelde CDA-politicus met een grote politiek-bestuurlijke staat van dienst. Maakte carrière in de Christelijke landbouworganisatie en werd Kamerlid voor de ARP. In 1977 minister voor Ontwikkelingssamenwerking in het kabinet-Van Agt I en daarna van Landbouw en Visserij in het kabinet-Van Agt II. Onder Lubbers als minister van Sociale Zaken de tweede man van het CDA. Zeer ingesteld op het zoeken naar compromissen en het 'haalbare'. Trad in de ministerraad vaak op als bemiddelaar. Voerde met zakelijke nuchterheid een stringent bezuinigingsbeleid in de sociale zekerheid. Hanteerde als stelregel: als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat. Als minister voor Antilliaanse zaken was hij nauw betrokken bij de 'status aparte' van Aruba.

De formateur

R.F.M. (Ruud) Lubbers

Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.

De fractievoorzitters bij de onderhandelingen

R.F.M. (Ruud) Lubbers

Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.

E.H.Th.M. (Ed) Nijpels

VVD-politicus uit Bergen op Zoom, die een turbulente politieke loopbaan kende. Werd in 1982 door Wiegel als 32-jarige naar voren geschoven als zijn opvolger na nog slechts vijf jaar Kamerlid te zijn geweest. Behaalde vervolgens in 1982 een uitstekend verkiezingsresultaat, hetgeen resulteerde in de vorming van het kabinet-Lubbers/Van Aardenne. Bedenker van het strategisch monisme, waarbij de band tussen fractie en ministers heel hecht was. Kreeg tijdens die kabinetsperiode te maken met diverse affaires en werd na de nederlaag van 1986 als leider vervangen. Werd in het tweede kabinet-Lubbers wel minister van VROM en kreeg in die functie waardering voor zijn milieubeleid. Nadien bleef hij bestuurlijk actief onder meer als burgemeester van Breda, Commissaris van de Koningin in Friesland en bestuursvoorzitter van het ABP. Is als SER-lid hoofd uitvoering energieakkoord.

B. (Bert) de Vries

Groningse antirevolutionair die al na vier jaar Tweede Kamerlidmaatschap voorzitter werd van de toen grootste regeringsfractie, het CDA. Werkte voor hij in 1978 sociaal-economisch fractiewoordvoerder werd bij Philips en de Erasmus Universiteit. Wist als fractieleider tijdens de kabinetten-Lubbers I en II zijn grote fractie bijeen te houden onder meer door dissidenten geen ruimte te geven. Speelde in het derde kabinet-Lubbers als minister van Sociale Zaken een belangrijke rol bij het voorkomen van conflicten over onder andere de WAO-problematiek. Nadien parttime hoogleraar en voorzitter van de Sociale Verzekeringsbank en het ABP. Ook enige tijd waarnemend partijvoorzitter. In zijn partij typisch een man van het midden. Had vanwege zijn saaie imago als bijnaam 'de Stofjas'.

De vaste adviseurs van de koningin

P.A.J.M. (Piet) Steenkamp

Katholieke hoogleraar en 'geestelijke vader' van het CDA. Leidde met groot enthousiasme en vasthoudendheid de federatie van KVP, ARP en CHU en het fusieproces van die drie partijen, dat in 1980 uitmondde in het CDA. Was aanvankelijk ondernemer in de conservenindustrie en daarna hoogleraar sociaal recht in Eindhoven. Leidde ook een pastoraal concilie over vernieuwing van de Nederlandse katholieke kerk. Stond enige jaren bekend als 'Rooie Piet', maar was wel de architect van het centrumrechtse kabinet-Biesheuvel. Politieke peetvader van Dries van Agt. Als Eerste Kamervoorzitter leidde hij de vergaderingen met kenmerkende roomse blijmoedigheid. Na zijn afscheid als Kamervoorzitter nog acht jaar 'gewoon' senator. Samenbindende figuur die overeenkomstig de leer van Thomas van Aquino inzet voor de publieke zaak als opdracht zag.

D. (Dick) Dolman

PvdA-politicus, die tien jaar een alom gewaardeerde Tweede Kamervoorzitter was. Na een ambtelijke loopbaan in 1970 PvdA-Tweede Kamerlid. Aanvankelijk volksgezondheidsspecialist, maar vanaf 1973 financieel woordvoerder. Volgde in 1979 Vondeling op als Kamervoorzitter. Werd geprezen vanwege de strenge maar rechtvaardige wijze waarop hij voorzat. Enkele malen herkozen, hoewel zijn partij niet steeds de grootste fractie was. Zette zich in voor verbetering van de werkwijze van de Kamer en voor versterking van haar positie. Taalpurist en liefhebber van dichtkunst, die over verfijnde humor beschikte. Was na zijn Kamervoorzitterschap vijftien jaar lid van de Raad van State.

W. (Willem) Scholten

CHU- en CDA-politicus die vele hoge functies bekleedde. Begon zijn politieke loopbaan als fiscaal specialist van de CHU-Tweede Kamerfractie en werd staatssecretaris van belastingen in de kabinetten-Biesheuvel. Stapte in 1976 over naar de Raad van State, maar keerde na het aftreden van Kruisinga begin 1978 terug als minister van Defensie. Was in die functie medeverantwoordelijk voor het besluit kruisraketten te plaatsen in Nederland. Werd in 1980, zeer tegen de zin van de PvdA, benoemd tot vicepresident van de Raad van State. Speelde als informateur in 1982 een belangrijke rol bij de vorming van het eerste kabinet-Lubbers. Gezaghebbend en integer. Zowel wat politieke als persoonlijke opvattingen betreft behoudend.


Meer over