De Nederlandsche Bank (DNB)
Deze instelling is de centrale bank van Nederland. Het maakt deel uit van het Europees Stelsel van Centrale Banken. De Nederlandsche Bank NV (DNB) houdt toezicht op banken, bewaakt de financiële stabiliteit in Nederland en adviseert de regering.
De Nederlandsche Bank streeft naar een veilig betalingsverkeer en sterke en betrouwbare financiële instellingen.
Contentssopgave van deze pagina:
De belangrijkste taak van DNB is om de financiële stabiliteit te waarborgen. Hierbij gaat het vooral om weerbaarheid van de economie en duurzame economische groei. Andere belangrijke taken van DNB zijn:
-
-prijsstabiliteit bevorderen: door de inflatie rond de 2% te houden, dit geeft zekerheid aan consumenten en investeerders
-
-betalingsverkeer reguleren: eurobiljetten in omloop brengen, de bereikbaarheid en toegankelijkheid van betaaldiensten bevorderen en de betrouwbaarheid van betaalmiddelen waarborgen
-
-financieel toezicht op financiële instellingen
-
-banken die dreigen om te vallen bijstaan
DNB verzamelt ook monetaire en financiële statistieken en voorziet de regering van economisch advies.
De Nederlandsche Bank is een naamloze vennootschap (NV) die deels als zelfstandig bestuursorgaan opereert en ook deel uitmaakt van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB).
Het dagelijkse bestuur van de bank is in handen van de directie. Zoals elke NV kent DNB ook een Raad van Commissarissen. Daarnaast is er de Bankraad die de directie van advies voorziet. De president van De Nederlandsche Bank is kroonlid van de Sociaal-Economische Raad (SER).
Op 1 juli 2011 is Nout Wellink door Klaas Knot opgevolgd als president van De Nederlandsche Bank. Eerdere presidenten waren (sinds 1946) Jelle Zijlstra, Wim Duisenberg en Marius Holtrop.
De bank is in 1814 opgericht door koning Willem I. Door de wijziging van de Bankwet in 1998 is de bank bestuurlijk geheel onafhankelijk geworden van de Staat.
Tot Nederland in 1999 toetrad tot de Economische en Monetaire Unie (EMU) stelde De Nederlandsche Bank ook de rentetarieven in Nederland vast. De bevoegdheden op dit terrein liggen sinds die tijd echter bij de Europese Centrale Bank (ECB).