Wetgevend Lichaam 1805-1806
Het Wetgevend Lichaam ten tijde van het bewind van Rutger Jan Schimmelpenninck (1805-1806) bestond uit negentien leden. Het waren deels oude regenten, zoals Six van Oterleek, Van Foreest en Van Styrum, en deels gematigde patriotten, zoals Van Hooff en De Vos van Steenwijk.
Het Wetgevend Lichaam (formeel 'Hun Hoog Mogende, vertegenwoordigende het Bataafsch Gemeenebest'), werd door de departementale (provinciale) besturen gekozen (zeven voor Holland, twee voor Brabant, Gelderland, Friesland en Groningen, en één voor Overijssel, één voor Zeeland, één voor Utrecht). De leden werden gekozen op voordracht van de Raadpensionaris. Ieder jaar trad een derde deel af.
De gewone zittingen van het Wetgevend Lichaam waren van 15 april tot 1 juni en van 1 december tot 15 januari, maar daarnaast waren er buitengewone zittingen.
Wetgevend Lichaam |
|
---|---|
aantal leden |
19 |
wijze van verkiezing |
Door de leden van de departementale besturen (voordracht van 4 personen aan de raadpensionaris, daarna keuze door departementaal bestuur uit 2 daarvan) |
passief kiesrecht |
Mannen van 30 jaar en ouder, mits stemgerechtigd. Onverenigbaar met de functies lid departementaal bestuur, secretaris van staat, Staatsraad, Raad van Financiën en lid Gerechtshof. |
bevoegdheden |
Vaststellen begroting, ratificeren van verdragen en oorlogsverklaring, gratie- en amnestieverlening |
Contentssopgave van deze pagina:
Meer over