S. (Simon) de Graaff
Koloniale deskundige van protestanten huize die in drie kabinetten minister was. Was vanaf 1883 in Nederlands-Indië bestuursambtenaar en later directeur van het Binnenlands Bestuur en regeringscommissaris voor de reorganisatie van het bestuur van Indië. Volgde in 1919 Idenburg op als minister van Koloniën en behield die functie in het volgende kabinet. Kreeg toen de bijnaam 'Simon de Leugenaar', vooral vanwege zijn ongelukkige optreden rond de exploitatie van olievelden in Djambi. Bracht in 1922 de Bestuurshervormingswet tot stand en in 1925 de Wet op de Indische Staatsinrichting. Keerde in het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck III terug als minister. Gold als een tamelijk behoudende en nogal precieze administrateur.
Conservatief (protestants)
functie(s) in de periode 1919-1933: minister
Contentssopgave van deze pagina:
-
-verlof in Nederland, from 1 July 1910 until January 1913 (vanwege voorbereiding van de bestuurshervorming in Nederlands-Indië)
-
-regeringscommissaris voor de Reorganisatie van het Bestuurswezen in Nederlands-Indië, from January 1913 until 1 February 1915 (in 1915 met pensioen)
-
-ambteloos, from 1 February 1915 until 13 November 1919
-
-minister van Koloniën, from 13 November 1919 until 4 August 1925
-
-ambteloos, from 4 August 1925 until 10 August 1929
-
-minister van Koloniën, from 10 August 1929 until 26 May 1933
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-lid commissie inzake nieuwe landrenteregeling, from 1892
-
-lid Staatscommissie inzake de verdediging van Nederlands-Indië (Staatscommissie-Heemskerk), from 6 May 1912 until June 1913
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Verzette zich in 1923 tegen een door een Kamermeerderheid gewenste afschaffing op termijn van de poenale sanctie op Sumatra's Oostkust. Deze sanctie hield in dat een weggelopen arbeider die zijn werkcontract niet nakwam op grond van de koelie-ordonantie met geweld kon worden teruggebracht.
-
-Verdedigde in oktober 1923 samen met de ministers Westerveld, Colijn en Van Karnebeek zonder succes de ontwerp-Vlootwet in de Tweede Kamer. Dat ontwerp behelsde de bouw van een marinevloot met een kern van zestien onderzeeboten, twee kruisers, twee onderzeebootmijnenleggers, twaalf jagers en vier flottieljevaartuigen, alsmede honderd vliegtuigen. De kosten hiervan werden over zes jaar verdeeld. Het wetsvoorstel werd met 50 tegen 49 stemmen verworpen.
-
-Benoemde in 1931 jhr. B.C. de Jonge tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, nadat hij zich in het kabinet (en tegenover de koningin) had verzet tegen een benoeming van Colijn
Legislative activities as minister (3/4)
-
-Bracht in 1922 de Bestuurshervormingswet tot stand, die instelling van gouvernementen en provinciën in Nederlands-Indië mogelijk maakte. De gouvernementen werden ambtelijk bestuurd; in de provincies kwam naast een Gouverneur een provinciale raad. Er konden tevens regentschapsraden worden ingesteld. Ingesteld werden de provincies West-, Midden- en Oost-Java. Pas in 1938 zouden er gouvernementen komen.
-
-Bracht in 1924 de Wet tot oprichting van de N.V. Billitonmaatschappij tot stand, een gemengd bedrijf van staat en Biliton dat concessie kreeg voor de exploitatie van de tinwinning in Nederlands-Indië.
-
-Bracht in 1925 de Wet op de Indische Staatsinrichting tot stand, die het Regeringsreglement uit 1854 herzag. De Volksraad kreeg samen met de Gouverneur-Generaal een wetgevende bevoegdheid, maar in spoedeisende gevallen kan de Volksraad worden genegeerd. Wel kunnen ordonnanties voor vernietiging door de Nederlandse wetgever worden voorgedragen. Het aantal leden leden van de Volksraad werd uitgebreid (maar voorlopig bleven - door aanneming van een amendement-Feber - Europeanen in de meerderheid). Er kwam een College van Gedelegeerden uit de Volksraad voor de dagelijkse wetgevende arbeid. De minister kon aanbevelingen doen aan de Gouverneur-Generaal.
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
-
-In 1928 schreef hij onder pseudoniem een reeks artikelen in "De Tijd" waarin hij zich keerde tegen de opvattingen van Colijn over diens koloniale voorstellen. Zo wees hij het terugdringen van de rol van de Volksraad en de instellingen van federale 'volksraden' af.
Pseudonyms and nicknames
"Simon de Leugenaar" (volgens Tilanus bijnaam die voortkwam uit de geringe kennis van Kamerleden over koloniale zaken)
-
-C. Fasseur, "Graaff, Simon de (1861-1948)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel III, 210
-
-P.J. Oud, "Het Jongste Verleden", deel I, 236-237
-
-Wie is dat? 1939
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.