“Diversity is being invited to the party; inclusion is being asked to dance”
DEN HAAG (PDC) - Met deze quote begon Alice Odé het Actualiteitendebat 'Diversiteit in de politiek, tijd voor verandering?' Het debat vond plaats op woensdag 4 september 2019, georganiseerd door het Montesquieu Instituut, ProDemos, Filmhuis Den Haag en Nieuwspoort, met Eva Kuit als moderator.
Odé legde hiermee het verschil tussen diversiteit en inclusiviteit uit: als het om diversiteit gaat, is het vaak de vraag hoe veel verschillende profielen er in een team, politieke partij of bedrijf zitten. Terwijl het bij inclusiviteit gaat om veel meer: hoort iemand er wel echt bij, voelt diegene zich genoeg thuis om ook daadwerkelijk een bijdrage te leveren? “Voeren we met elkaar de klompendans en vinden we het geweldig als iemand anders daaraan meedoet, of is er ook ruimte voor andere muziek, tonen en dansen?”, vraagt Odé zich hardop af. Als we kijken naar de cijfers in Nederland, blijkt dat nog geen twee procent van de mensen in besturen, raden, of in de top van het bedrijfs- en publieke leven een niet-westerse achtergrond heeft. Dit is volgens Odé veel te weinig. Maar diversiteit is meer dan alleen culturele achtergrond. Odé benadrukt vijf dimensies als uitgangspunt voor een diverse en inclusieve organisatiecultuur: culturele, etnische & religieuze achtergrond, gender, leeftijd, LHBTI en arbeidsvermogen.
Mpanzu Bamenga denkt dat politiek en diversiteit niet goed samengaan. Dit omdat mensen gewend zijn aan een bepaald uiterlijk type van een politicus en daarom bij het zien van Afro-Nederlanders niet denken aan een politicus, ondanks dat zij wel een grote groep in de samenleving behelzen. Er wordt dus volgens Bamenga nog te weinig naar culturele achtergronden gekeken en er heerst een bepaalde hiërarchie in het politieke milieu.
Piet Adema benadrukt dat de ChristenUnie het erg belangrijk vindt dat vrouwen zich thuis voelen binnen de partij en ook actief meedoen. Daarom is de partij afgelopen provinciale verkiezingen ook actief op zoek gegaan naar vrouwelijke kandidaten, in plaats van alleen naar het bestaande aanbod te kijken. Het probleem is volgens Adema vaak dat er veel haantjes rondlopen in de politiek, terwijl vrouwen juist meer inhoudelijk willen zijn en minder met het ‘politieke spel’ hebben. Daarom staan vrouwen volgens Adema minder vaak vooraan om een prominente rol binnen de politiek te vervullen.
Hier is Julia Wouters het mee eens. De politiek trekt volgens Wouters vaak een bepaald soort ‘haantjes’-mensen aan, doordat partijen en ook de pers te veel praten over winnen en te weinig over dingen bereiken. Dit geldt voor zowel linkse als rechtse, en progressieve als conservatieve partijen. Wouters oppert dan ook de vraag of we de huidige politieke partijen en het politieke stelsel misschien dood moeten verklaren en een nieuw politiek systeem moeten oprichten, om dit probleem van diversiteit en inclusiviteit op te lossen. Dit sluit aan bij wat ook Odé zich afvraagt: wie bepaalt er eigenlijk welke dans er gedanst wordt?