Toespraak Han ten Broeke bij Chanoeka-viering in Amsterdam

Met dank overgenomen van J.H. (Han) ten Broeke i, gepubliceerd op donderdag 14 december 2017.

Het is een eer hier vanavond te mogen staan. Op de Dam, bij de Chanoeka-viering waar de menora wordt aangestoken om de overwinning te vieren van religieuze vrijheid tegenover tirannie, van het licht op de duisternis. Van een kleine groep Joden tegenover een tiranniek Perzisch-Syrisch regime. Hoe actueel.

Ikzelf ben katholiek en liberaal. Als katholiek ben ik gewend mijn geloof in grote blijdschap en zeer openbaar te vieren. Als liberaal is mij elke religieuze overtuiging even lief, maar houdt ik die het liefst privé. Als er dan toch openbare manifestaties zijn, dan graag volgens het principe “leven en laten leven”; het eerbiedigen van de wetten van de staat. Elke vorm van intolerantie of fanatisme stuit mij tegen de borst.

Daarom ben ik altijd zo gefascineerd door het Joodse geloof, dat zo discreet en weinig publiek en vrij van bekeringsdrang wordt gevierd. Natuurlijk met uitzondering van deze week: de viering van Chanoeka. De achtarmige kandelaar gaat dan op de vensterbank en overal ter wereld, worden op plekken als deze, door de lokale Joodse gemeenschap met vertegenwoordigers van politiek en bestuur, de kaarsen ontstoken.

Ik kan mijn aanwezigheid hier vanavond niets los zien, van mijn aanwezigheid in het Joods-koosjere restaurant HaCarmel, nu exact een week geleden. Vrees niet, ik ga deze korte toespraak niet aangrijpen om politiek commentaar te leveren op het besluit van Trump om formeel Jeruzalem als hoofdstad van Israel te erkennen, of om de tweestatenoplossing nog eens bij u onder de aandacht te brengen. Vanaf morgenochtend mag u me weer aanspreken op alle details, de VN-resoluties en de onontkoombare interpretatie van de geschiedenis.

Nee, ik ben hier en gebruikte vorige week de maaltijd bij HaCarmel omdat ook ik voel dat de Joodse gemeenschap telkens opnieuw en volstrekt willekeurig wordt aangevallen als de staat Israel op een scherpe manier in het nieuws komt. Teveel synagogen, teveel scholen, teveel ondernemers...hier in Amsterdam, maar ook in Den Haag of Rotterdam en zelfs al in Twente - waar ik woon - leven in vrees, in angst getroffen te worden door woede die telkens weer Israel als excuus heeft of zegt te hebben. Ik noem het ‘de smoes van Israel’.

Het is niet alleen de woede die door Arabische leiders in dagen wordt afgekondigd, of waarin islamistische terreurorganisaties hun laatste aanleiding zien om hun eerste impuls te volgen: raketten afvuren, terreur en angst zaaien...nee het is de woede en het fanatisme dat ruim baan krijgt omdat het zich nestelt in de meest open, ontvankelijke en vredelievende van alle samenlevingen - liberale democratieën hier in het Westen, in Nederland, in Amsterdam. De glazen pui van een restaurant, een brandbom in de synagoge in Gotenburg, een supermarkt in Frankrijk. Die terreur kunnen we bestrijden door onze collectieve wetten en door individuele weerstand.

Maar wat ik erger vind is het gemak waarmee de woede die tot deze terreur leidt wordt verexcuseerd; goedgepraat. Niet de dader of zijn motieven tellen. Nee, die worden vergoelijkt; “dit is het gevolg van Trump’s besluit”, of het zijn “veto’s van Amerika in de VN-Veiligheidsraad”, de “voortgaande bouw van nederzettingen”, of “de bezetting van Palestijns land”.

Hoezeer ik soms ook kritiek heb op al die elementen, ze kunnen geen van alle en ook niet samen geweld en intimidatie pardonneren. Onze wetten en onze wetshandhavers zijn er simpelweg niet tegen opgewassen als de misnoegden der aarde, die van heinde en ver hier hun vrijheid en veiligheid hebben gevonden, hun ongenoegen importeren en kunnen botvieren.

Als virulent antisemitisme en moslimextremisme niet de daders wordt aangerekend, maar de oorzaak van hun motivatie, dan zitten we op een gevaarlijke glijdende schaal, waarbij geweld of intimidatie worden genuanceerd, zodra er maar een conflictgebied is dat tot frustratie leidt. Maar Tibetaanse restaurants worden niet beveiligd, net zo min als Eritrese of Bengaalse of Sudanese eethuizen, of een koffiehuis uit de Kasjmir.

Joodse instellingen wel. En de Joden zijn hier niet slechts 40 jaar, maar maken al 400 jaar vreedzaam deel uit van de Nederlandse samenleving. Desondanks lijkt het alsof er nooit genoeg politiecabines kunnen worden geplaatst of er genoeg kan worden gepatrouilleerd. Onze rechtsstaat is reactief. Maar wij zijn dat niet. Wij kunnen hier en nu zeggen dat we niet accepteren dat de Joodse gemeenschap hier een doelwit is omdat alles rondom Israel omstreden is. Het Israëlisch-Palestijns conflict is echt, maar hier is het een fantoomoorlog, een proxy fight. Israël - hoe je er ook over denkt - is geen acceptabele smoes, om in Nederland geweld te gebruiken, en ook niet om het te vergoelijken, of goed te praten...te “goedsmoezen”.

Op internet en op straat gebeurde dat wel. En dat vergroot het gevoel van onveiligheid bij de Joodse gemeenschap. Dat er toch al was. Zoveel werd mij vorige week wederom duidelijk, aan tafel bij HaCarmel. En daarom ben ik zo blij dat ik hier vanavond mag zijn. Niet omdat mijn opvattingen over Jeruzalem er toe doen, of over de tweestatenoplossing, maar - hoop ik- omdat ik in de geest van Chanoeka mijn waardering en verbondenheid te tonen. Voor Sami en Daniel Bar-on die dezelfde avond nog open gingen. En vanavond in de openheid die u hier biedt, om het belang van eenheid en respect te benadrukken. Eenheid met een gemeenschap die zich terecht soms alleen voelt staan en respect voor de vredelievendheid waarmee u dit licht - temidden van al die duisternis - ontsteekt.

Chanoeka sameach. En Am Jisrael Chai.