Schriftelijk Overleg: UBO-register nuttig, vragen over uitvoering

Met dank overgenomen van A. (Aukje) de Vries i, gepubliceerd op zaterdag 12 maart 2016, column.

De VVD onderschrijft het belang dat accurate en actuele informatie over de uiteindelijk belanghebbenden kan hebben bij het opsporen van criminelen, het voorkomen van het witwassen van geld en het voorkomen van terrorismefinanciering. Het UBO-register kan daar een waardevolle bijdrage aan leveren. De VVD ondersteunt de totstandkoming van een UBO-register dan ook van harte. De centrale vraag is dus niet of er een UBO-register moet komen om witwassen van geld of terrorismefinanciering te voorkomen, maar wel hoe. Daarom heeft de VVD nog een aantal vragen over de geschetste contouren.

Inbreng schriftelijk overleg van het lid Aukje de Vries (VVD) ten aanzien van de Contouren UBO-register (activiteitennummer 2016A00834)

De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van de brief “Contouren UBO-register”. De VVD onderschrijft het belang dat accurate en actuele informatie over de uiteindelijk belanghebbenden kan hebben bij het opsporen van criminelen, het voorkomen van het witwassen van geld en het voorkomen van terrorismefinanciering. Het UBO-register kan daar een waardevolle bijdrage aan leveren. De VVD ondersteunt de totstandkoming van een UBO-register dan ook van harte. De centrale vraag is dus niet of er een UBO-register moet komen om witwassen van geld of terrorismefinanciering te voorkomen, maar wel hoe. Daarom heeft de VVD nog een aantal vragen over de geschetste contouren.

Entiteiten van welke de UBO’s worden geregistreerd

Er wordt voor het regime met betrekking tot de UBO’s van “vennootschappen en ander juridische entiteiten” aangesloten bij de entiteiten genoemd in de Handelsregisterwet 2007. Welke juridische entiteiten vallen er dan wel onder en welke niet? Hoe vullen andere (omringende) landen dit in?

Personen/entiteiten die toegang krijgen tot het register en privacywaarborgen

De ministers kiezen voor een openbaar register en niet voor een UBO-register met de in de richtlijn voorgeschreven categorieën gebruikers. De reden is dat een niet openbaar UBO-register slecht controleerbaar en uitvoerbaar is en hoge lasten met zich meebrengt voor zowel de beheerder van het register als de gebruikers. De leden van de VVD-fractie constateren dus dat een niet openbaar register ook adequaat het witwassen van geld of terrorismefinanciering kan voorkomen. Klopt dat? Zo nee, waarom niet?

En als het gaat om een niet openbaar register. Waarom is dat slecht controleerbaar? Waarom is het slecht uitvoerbaar? Waarom is dit met de huidige IT-mogelijkheden nog slecht controleerbaar en slecht uitvoerbaar? In hoeverre hebben de ministers daar concreet naar gekeken dan wel naar laten kijken en wat is daarvan de uitkomst geweest? In hoeverre is het BIT (Bureau IT Toetsing) daarbij betrokken geweest? Zo nee, waarom niet? Hoeveel hoger zijn de lasten voor de beheerder en de gebruikers? Hoe kunnen de ministers constateren dat het leidt tot hogere lasten voor de beheerder, terwijl later in de brief (pagina 5) wordt gesteld dat er nog een inschatting van de kosten voor de beheerder moeten worden gemaakt?

De leden van de VVD-fractie lezen dat ook andere lidstaten kiezen voor openbaarheid van de UBO-informatie van entiteiten die binnen het bereik van artikel 30 vallen. Om welke lidstaten gaat het dan? Welke lidstaten kiezen niet voor een openbaar register? Waarom kiezen deze lidstaten niet voor een openbaar register? En hoe vullen zij dat concreet in? Hoe lossen zij de door de ministers geconstateerde problemen van controleerbaarheid en uitvoerbaarheid op?

Wat zijn de gevolgen of kunnen de gevolgen zijn van het kiezen voor een openbaar register in plaats van een niet openbaar register? Wat zijn de gevolgen voor bijvoorbeeld familiebedrijven? Hoe heeft over het voorstel voor de contouren voor een UBO-register overleg plaats gevonden met het bedrijfsleven en specifiek ook met familiebedrijven en wat is daaruit gekomen?

Wat hebben de ministers gedaan met de brief van 9 juni 2015 van VNO/NCW en MKB over het UBO-register waarin wordt gesteld dat dit bij met name familiebedrijven (maar niet uitsluitend) uit privacyoverwegingen leidt tot groot bezwaar? Zij vrezen voor de persoonlijke veiligheid van familieleden (kidnapping), chantage en ongewenste vermelding in miljonairslijstjes. Deze gevoelens van onveiligheid zouden ertoe leiden dat vestiging in het buitenland nadrukkelijk wordt overwogen.

Hoe hebben de ministers al deze aspecten meegewogen in het voorstel voor de contouren UBO-register?

Er worden 4 (privacy) waarborgen ingesteld. Eén daarvan is dat bij een risico op bijvoorbeeld kidnapping, chantage, geweld of intimidatie steeds per individueel geval een nauwkeurige beoordeling wordt gemaakt van de risico’s en wordt bepaald of (bepaalde) UBO-informatie kan worden afgeschermd. Hoe gaat hier in de praktijk mee omgegaan worden? In hoeverre kan altijd vooraf bepaald worden of het risico bestaat? En wat heeft afscherming van bepaalde UBO-informatie voor zin, want als je in het register staat is het duidelijk dat je sowieso een belang van 25% of meer hebt?

Hoe draagt het vragen van een vergoeding voor inzage van het UBO-register bij aan de privacy, als de richtlijn bepaalt dat dit niet meer mag bedragen dan de administratiekosten? Aan welke vergoeding denken de ministers?

Hoe wordt omgegaan met de gegevens van minderjarige en anderszins handelingsonbekwame UBO’s? Worden deze gegevens altijd afgeschermd? Zo nee, waarom niet?

Welke informatie wordt verstrekt

De ministers vinden het noodzakelijk bovenop de minimum gegevens die door de richtlijn worden voorgeschreven aanvullend nog meer UBO-gegevens te verzamelen. Waarom?

Wie gaat informatie aanleveren aan het UBO-register

De leden van de VVD-fractie lezen dat de ministers al kiezen voor aanvullende informatie én onderbouwing van de aangeleverde gegevens, waarom is het dan nog nodig om een terugmeldplicht in te voeren voor andere instellingen?

Hoe kan de beheerder van het UBO-register beslissen welke UBO-informatie in het register hoort en correct is, de informatie van de UBO of de informatie van instellingen met een terugmeldplicht? Hoe wordt omgegaan met de terugmeldplicht? Worden de gegevens door de Kamer van Koophandel dan nog een keer gecontroleerd?

Beheer van het UBO-register

De ministers kiezen voor de Kamer van Koophandel als uitvoerder van het UBO-register. Twee andere organisaties hebben afgezien van het beheer van dit register omdat het niet past bij hun kerntaken. Welke twee kandidaten waren dat?

Wie gaat de opzet, beheer en onderhoud van het UBO-register betalen? Hoe is daar al rekening mee gehouden in de begroting van het desbetreffende ministerie? Wat is een raming van de kosten? Welk bedrag staat er in de begroting? Hoe en wanneer wordt het BIT (Bureau IT Toetsing) betrokken bij de opzet van dit register?

Centraal aandeelhoudersregister

De ontwikkeling van het centraal aandeelhoudersregister (CAHR) wordt aangehouden tot het UBO-register verder is ontwikkeld. Hoe ver was de ontwikkeling van het centraal aandeelhoudersregister (CAHR) inmiddels? Wanneer kan of gaat dit dan weer opgepakt worden? Welke kosten zijn daar tot nu toe voor gemaakt? Wat is de meerwaarde van een centraal aandeelhoudersregisters nog ten opzichte van een UBO-register?

Waarom leidt gelijktijdige ontwikkeling van beide registers tot knelpunten in de uitvoerbaarheid en betaalbaarheid?

Overig

Hoe richten andere (omringende) lidstaten het UBO-register in?

Hoe is het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) betrokken geweest bij deze contourenbrief? Wat was hun advies? De richtlijn bepaalt in artikel 30 lid 5 dat toegang tot de UBO-informatie wordt verleend overeenkomstig de regels inzake gegevensbescherming. Om welke regels gaat het dan?

Met wie heeft er verder overleg plaats gevonden over de contouren van een UBO-register?

Hoe wordt er straks voorzien in een evaluatie van het UBO-register en wanneer?

Hoe wordt de Tweede Kamer betrokken bij het vervolg en wanneer wordt de Tweede Kamer hierover weer geïnformeerd?

Wat zijn de (administratieve) lasten voor het bedrijfsleven (niet alleen de UBO’s, maar ook de meldingplichtige instellingen, etc.) van het voorliggende voorstel?

Het UBO-register moet uiterlijk 26 juni 2017 gereed zijn. In hoeverre is dit een realistische en haalbare termijn, voor een dergelijk groot (IT-)project?