Politieke situatie Zweden

Bij de parlementsverkiezingen in september 2022 won een rechts blok onder aanvoering van de liberaal-conservatieve Ulf Kristersson. Hij werd op 18 oktober 2022 premier van Zweden en vormde een centrumrechts minderheidskabinet, met gedoogsteun van de rechtse Zweden Democraten. Kristersson volgde hiermee Magdalena Andersson op, die premier was van een sociaaldemocratisch kabinet.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de Zweedse politiek gedomineerd door de sociaaldemocraten, met Tage Erlander (1946-1969) en Olaf Palme (1969-1976) als minister-presidenten. Vanaf 1976 waren centrumrechtse kabinetten aan het bewind. Drie daarvan werden geleid door Thorbjörn Fälldin van de Centrumpartij. Dramatisch was het jaar 1986: na de door de sociaaldemocraten gewonnen parlementsverkiezingen van 1982 kwam er opnieuw een kabinet-Palme, maar Palme werd op 12 maart 1986 vermoord. De sociaaldemocraten bleven daarna aan de macht tot oktober 2022, met een onderbreking tussen 1991-1994 en 2006-2014.

Zweden werd in 1995 lid van de Europese Unie, maar heeft ervan afgezien de euro in te voeren. Vanaf 1 januari t/m 30 juni 2023 is Zweden voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Het land was twee keer eerder voorzitter van de Raad, voor het laatst van juli tot december 2009. De Zweedse politica Ylva Johansson is Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Staatsvorm, partijen en kiesstelsel

Zweden is een parlementaire constitutionele monarchie. De koning is staatshoofd, maar heeft sinds 1974 geen regeringsfunctie meer. De parlementsvoorzitter wijst de formateur aan. De regering wordt geleid door de minister-president (statsminister), die ook de ministers benoemt.

Het parlement (Riksdag) bestaat sinds 1974 uit één Kamer en wordt voor een vaste termijn van vier jaar (tot 1994 drie jaar) gekozen. Ontbinding is mogelijk, maar is sinds 1958 niet meer voorgekomen. De Riksdag heeft (mede)wetgevende en controlerende taken.

Kiesstelsel

De 349 leden van de Riksdag worden gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging. Kiezers kunnen of op een partij stemmen of op een specifieke kandidaat. Voor 310 zetels worden in 29 districten verkiezingen gehouden. De overige 39 zetels worden als restzetels over de gekozen partijen verdeeld. Er is een nationale kiesdrempel van vier procent en een van twaalf procent in districten.

Partijen

De grootste partij van Zweden is de sociaaldemocratische arbeiderspartij SAP (Sveriges socialdemokratiska arbetareparti of kortweg Socialdemokraterna). Zij vormt samen met de Vänsterpartiet (V) en Miljöpartiet de Gröna (MP) een rood-groene coalitie (De rödgröna). De Vänsterpartiet (Linkse partij) is de voormalige communistische partij en is te vergelijken met de Nederlandse SP. De MP is te vergelijken met GroenLinks.

Ter rechterzijde staat de Allians för Sverige, die wordt gevormd door de gematigde coalitiepartij (Moderata samlingspartiet, of kortweg Moderaterna) de Centerpartiet (C), Folkpartiet liberalema (FP) en Kristdemokraterna (KD, tot 1996 KDS). Bij de verkiezingen van 2010 behaalde de anti-migratiepartij Sverigedemokraternas (Zweden Democraten) voor het eerst zetels. Na de verkiezingen van 2022 kreeg de partij voor het eerst regeringsinvloed, door gedoogsteun te leveren aan het centrumrechts minderheidskabinet dat na die verkiezingen ontstond.

2.

Zetelverdeling Riksdag vanaf 1970

jaar

SAP

V

MP

M

C

FP

KD

SD

Ov.

verkiezingsdatum

1970

163

17

 

41

71

58

     

20 september

1973

156

19

 

51

90

34

     

16 september

1976

152

17

 

55

86

39

     

19 september

1979

154

20

 

73

64

38

     

16 september

1982

166

20

 

86

56

21

     

19 september

1985

159

19

 

76

44

51

     

15 september

1988

156

21

20

66

42

44

     

18 september

1991

138

16

 

80

31

33

26

 

15

15 september

1994

161

22

18

80

27

26

15

   

18 september

1998

131

43

16

82

18

17

42

   

20 september

2002

144

30

17

55

22

48

33

   

15 september

2006

130

22

19

97

29

28

24

   

17 september

2010

112

19

25

107

23

24

19

20

 

19 september

2014

113

21

25

84

22

19

16

42

7

14 september

2018

100

27

16

70

31

19

22

62

 

9 september

2022

108

24

18

67

24

16

19

73

 

11 september

3.

Kabinetten vanaf 1970

naam

periode

kleur

partijen

belangrijke ministers

Palme I

14 oktober 1969-8 oktober 1976

sociaaldem.

SAP

BuZa: Nilsson

1971 Wickman

1973 Andersson

Fälldin I

8 oktober 1976-18 oktober 1978

centrumrechts

M-CP-FP

BuZa: Söder

vmp: Ullsten

Ullsten

18 oktober 1978-12 oktober 1979

liberaal

FP

BuZa: Blix

Fälldin II

12 oktober 1979-22 mei 1981

centrumrechts

M-CP-FP

BuZa: Ullsten

Fälldin III

22 mei 1981-8 oktober 1982

centrumrechts

CP-FP

BuZa: Ullsten

Palme II

8 oktober 1982-12 maart 1986

sociaaldem.

SAP

vmp: Carlsson

BuZa: Bodström1985: Andersson

Carlsson I

12 maart 1986-27 februari 1990

sociaaldem.

SAP

BuZa: Andersson

Carlsson II

27 februari 1990-4 oktober 1991

sociaaldem.

SAP

BuZa: Andersson

Bildt

4 oktober 1991-7 oktober 1994

centrumrechts

M-CP-FP-KDS

BuZa: af Ugglas

Carlsson III

7 oktober 1994-22 maart 1996

sociaaldem.

SAP

BuZa: Hjelm-Wallén

Fin: Persson

Persson

22 maart 1996-6 oktober 2006

sociaaldem.

SAP

BuZa: Hjelm-Wallén

1998: Lindh

2003: Freivalds

2006: Eliasson

Reinfeldt I

6 oktober 2006-5 oktober 2010

centrumrechts

M-CP-FP-KD

BuZa: Bildt

Fin: Borg

Reinfeldt II

5 oktober 2010-3 oktober 2014

centrumrechts

M-CP-FP-KD

BuZa: Bildt

Fin: Borg

Löfven I

3 oktober 2014 - 18 januari 2019

links

SAP-MP

BuZa: Wallström

Fin: Andersson

Löfven II

18 januari 2019 - 9 juli 2021

centrumlinks

SAP-M-MP-CP

BuZa: Wallström

2019: Linde

Fin: Andersson

Löfven III

9 juli 2021 - 12 nov. 2021

links

SAP-MP

BuZa: Linde

Fin: Andersson

Andersson

24 nov. 2021 - 18 okt. 2022

links

SAP-MP

BuZa: Linde

Kristersson

18 okt. 2022 - heden

rechts

M-KD-Lib

BuZa: Billström