Staatssecretaris Nicolaï over de Europese Grondwet: 'Wij zijn unaniem, voluit en volmondig vóór'

Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Atzo Nicolaï stapt niet op als de Nederlandse bevolking en de Tweede Kamer zijn Europese Grondwet torpederen. Een 'plan B' zegt de staatssecretaris niet te hebben; hij gaat er simpelweg vanuit dat het 'ja' wordt.

Voor staatssecretaris Atzo Nicolaï van Buitenlandse Zaken leidt het geen enkele twijfel: De Europese Grondwet is overduidelijk in het belang van de burger, maar "ook heel duidelijk in het belang van het bedrijfsleven." Hij staaft zijn EU-optimisme met cijfers: "De laatste tien jaar is er in de EU een welvaartstoename geweest van bijna 900 miljard euro. Bij veel mensen staat dit niet helder voor de geest, daarom is het wel eens goed om harde getallen te noemen. Als gevolg van de interne markt is de economische groei sinds 2002 twee procent hoger uitgekomen en in dezelfde tijd zijn er 2,5 miljoen extra banen bijgekomen."

Dat Nederland als open economie veel geprofiteerd heeft van de interne markt, staat vast, maar wat voegt een Europese Grondwet hieraan toe?

"Om te beginnen maakt de Grondwet de boel makkelijker en besluitvaardiger. Als er iets nodig is om de economie te bevorderen is wel het dat de raden van ministers simpeler en sneller kunnen beslissen. Het is daarom grote winst dat over meer onderwerpen met meerderheid van stemmen kan worden besloten, in plaats van met unanimiteit. Op die manier kan een aantal notoire dossiers, zoals het gemeenschapsoctrooi, eindelijk vlot getrokken worden. Eén octrooi voor de hele EU zou bedrijven veel geld besparen, maar Spanje en Duitsland traineren nu de boel. Het inleveren van de bestaande veto's op een aantal terreinen komt ten goede aan de economie van de Europese Unie en dus ook aan de Nederlandse economie."

De keerzijde van meerderheidsbesluitvorming is dat Nederland op een flink aantal terreinen z'n vetorecht kwijt raakt, maar volgens de staatssecretaris is dat helemaal niet erg. "Dat is juist goed voor de economie."

Op één terrein heeft Nederland echter z'n poot stijf gehouden. Op het terrein van de financiën behoudt Nederland het veto.

"We hebben dat keihard bevochten omdat wij die idiote nettobetalerspositie hebben", stelt Nicolaï. "Per saldo betalen wij vijf keer meer per inwoner dan Denemarken en een Deen is rijker! Solidariteit is prachtig en we willen best solidair zijn met armere landen in de Unie, maar niet met rijkere landen. Zolang hier geen oplossing voor is, geven we ons veto niet op. Plat gezegd: wij willen gewoon de boel kunnen ophouden als het om extra uitgaven gaat. Het aardige daarvan is dat het niet het werk van de Unie blokkeert, want dan gaan we gewoon verder met de oude begroting."

Nederland wil z'n financiële veto pas opgeven als er een nettobegrenzer voor in de plaats komt. Engeland heeft al sinds Thatcher zo'n nettobegrenzer, dat wil zeggen dat er een plafond aan de Britse bijdrage is ingesteld. Nederland wil hetzelfde. Nicolaï is wel zo eerlijk dat hij toegeeft dat Nederland meer verdient aan Europa dan het bijdraagt. "Wat we erop vooruitgaan, is altijd nog meer dan het ons als nettobetaler kost."

Omdat er nationale veto's sneuvelen, wordt de raad van ministers besluitvaardiger, maar tegelijkertijd wint de Europese Commissie aan macht. Zo kan de Commissie straks makkelijker landen bestraffen die zich niet aan het stabiliteitspact houden. Nicolaï: "Dit is bijzonder gunstig voor een middelgroot land als Nederland, dat in z'n eentje niet tegen Frankrijk en Duitsland kan opboksen. Met de Commissie als bondgenoot wordt het veel makkelijker om het stabiliteitspact te handhaven."

Wat vindt u ervan dat er een referendum over de Europese Grondwet wordt gehouden?

"Wij hebben niet om een referendum gevraagd. De Kamer wilde dit referendum en wij hebben gezegd dat we daar niet voor gaan liggen." Het referendum biedt volgens Nicolaï; wel een kans om meer discussie over Europa te creëren. "Ik heb wel vertrouwen in de maatschappelijke geledingen, hoe meer discussie, hoe zekerder ik ben dat het goed zal gaan. Maar dan moet iedereen zich wel in de discussie mengen, dus laat alsjeblieft alle lezers van dit blad, en VNO-NCW voorop, het bedrijfsleven en ook de bonden kijken hoeveel belang ze hierbij hebben."

Onbekend maakt onbemind, vindt staatssecretaris Nicolaï: "Als mensen niet weten waar het over gaat, dan staan ze open voor onzinverhalen en die worden nu al verkondigd. Er wordt een verband gelegd met Turkije, wat geen fluit te maken heeft met die grondwet, er wordt een verband gelegd met de euro, die er werkelijk geen snars mee te maken heeft." Discussie is goed, vindt de staatssecretaris, want dan blijkt vanzelf dat de pro-argumenten veel sterker zijn dan de contra-argumenten.

Als het zo belangrijk is dat Nederland instemt met de grondwet, waarom wordt er dan geen expliciete 'ja-campagne' gevoerd?

"Dat hebben we zo afgesproken met de Kamer. Het geld moet eerlijk verdeeld worden tussen voor- en tegenstanders. Wij gaan alleen een dure campagne voeren met spotjes op tv als de 'nee-campagne' dat ook doet."

Maar als 'ja' geen campagne wil voeren, krijgt 'nee' dan niet een enorme voorsprong?

"Nou ja, we moeten natuurlijk wel klaar staan. Als de tegenstanders een advertentie plaatsen, dat moeten we niet nog eens weken nadenken hoe we daarop moeten reageren."

Atzo Nicolaï is de coördinerend bewindspersoon voor de Europese Grondwet, maar het is nadrukkelijk een kabinetsbreed onderwerp, zegt de staatssecretaris. Juist zijn eigen partij, de VVD, speelt echter een ambivalente rol in de discussie over Europa. Minister Zalm van Financiën hamert aan één stuk door op de negatieve kanten van Europa: de unie kost te veel.

Is het kabinet het eigenlijk wel eens over het nut van een Europese Grondwet?

"Ook minister Zalm is voorstander van de Grondwet", benadrukt Nicolaï. "Het hele kabinet is volmondig, unaniem en voluit voor, dat weet ik zeker en daarover is geen onduidelijkheid. De VVD is iets anders. Ik hoop dat ook de VVD eieren voor z'n geld kiest. Een liberaal is voor de Grondwet en een kritische liberaal al helemaal, want de Grondwet geeft de mogelijkheid aan het nationale parlement om aan de noodrem te trekken."

"De burger begrijpt best dat we tegenwoordig meer voor ons eigen belang opkomen en niet teveel willen betalen. Als dat de kritiek op mij of op dit kabinet is, dan vind ik het prima. Iedereen gaat naar Brussel om zijn belang te behartigen. In de afgelopen decennia was er een vaag soort idealisme, van 'nooit meer oorlog' en 'Europa is goed'. De nieuwe generatie heeft niets met oprichting van de unie en heeft niets met de oorlog. Je moet ze op andere manier benaderen, niet met politieke correctheid. De burger zegt 'Hoezo? Dat maak ik zelf wel uit! What's in it for me ?'"

Wat gebeurt er als de Grondwet het niet haalt in het referendum en in de Tweede Kamer? Stapt de staatssecretaris voor Europese Zaken dan op?

"Nee, ik verbind er geen consequenties aan voor wat betreft mijn positie. Waarom niet? Omdat het niet over mij gaat, omdat het niet over het kabinet gaat. Het gaat om de Nederlandse burger die baat heeft bij een Europese Grondwet."

Nicolaï erkent dat Europa zonder Grondwet steeds besluitelozer dreigt te worden en dat dossiers zoals het Europees octrooi nog langer zullen blijven liggen. Hij vindt het daarom "niet gelukkig" als Nederland tegen zou stemmen: "Voor een land dat duidelijk zoveel belang heeft bij Europa is het extra belangrijk dat we dat laten zien in een positieve uitslag. Maar we hebben geen 'plan B'. Als de Kamer de negatieve uitslag van referendum volgt, dan kan Nederland niet ratificeren. Het enige waarin voorzien is, is dat de Europese lidstaten dan in oktober 2006 bijeenkomen om een nieuwe koers te bepalen."


De effecten van de Europese Grondwet

- Meer aandacht voor het concurrentievermogen van de EU (opgenomen als doelstelling in de Grondwet)

- Vermindering van aantal wetgevingsinstrumenten (minder verschillende varianten op wetten, richtlijnen en kaderrichtlijnen)

- Uitbreiding meerderheidsbesluitvorming in de raden van ministers (in plaats van besluitvorming met unanimiteit)

- Nederland houdt onder andere het veto op het terrein van de meerjarenbegrotingen, de belastingen en de sociale zekerheid

- Het Europees Parlement krijgt meer macht (het mag over alle onderwerpen meebeslissen)

- Het subsidiariteitsprincipe wordt verbeterd (nationale parlementen mogen Europese wetgeving terugsturen naar de Europese Commissie)

- De Europese Raad krijgt een permanente voorzitter (in plaats van een halfjaarlijks roulerend voorzitterschap)

- De EU krijgt één minister van Buitenlandse Zaken (in plaats van een Eurocommissaris plus een Hoge Autoriteit voor Buitenlands- en Veiligheidsbeleid)

- De Europese Commissie wordt versterkt doordat het aantal Eurocommissarissen wordt teruggebracht.


Bedrijfsleven heeft alle belang bij Europese Grondwet: De weg naar een slagvaardiger Europa

Meer aandacht voor de concurrentiepositie van Europa en efficiëntere besluitvorming in de Europese Unie. Dat is wat het bedrijfsleven kan verwachten van de Europese Grondwet. En als het een beetje meezit de voltooiing van de interne markt.

Maar liefst 349 pagina's telt het document dat door het leven gaat onder de titel: Europese Grondwet. Toch is het geen grondwet en het komt ook niet in de plaats van de Nederlandse Grondwet. Ook is het geen verdrag, maar een "verdrag met grondwettelijke trekken". Over zoveel nuance is het moeilijk om een mening te vormen, en nog moeilijker om een 'ja' of een 'nee' te laten horen. Toch is dat precies wat van alle Nederlanders verwacht wordt op 1 juni, de dag van het referendum over de Europese Grondwet.

Het zal in ieder geval een stemming worden die ook vanuit het bedrijfsleven met veel belangstelling gevolgd wordt. De Europese Grondwet mag immers een veelomvattend en soms ook ondoorgrondelijk document lijken, ze houdt wel een aantal substantiële verbeteringen in ten opzichte van de huidige situatie (zie ook kader De effecten van de Europese Grondwet ).

Zo zal Nederland op allerlei gebieden het vetorecht verliezen. Dat klinkt misschien treurig, maar in de praktijk zal besluitvorming hierdoor veel eenvoudiger gaan. In de verschillende raden van ministers (de organen die de wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie aannemen of afkeuren) is straks geen unanimiteit meer nodig. Vanaf 2009 komt er een systeem van 'dubbele meerderheid'. Dit houdt in dat een wetsvoorstel wordt aangenomen als de meerderheid van de landen voor is en als die landen tegelijkertijd een meerderheid van de EU-inwoners vertegenwoordigen. Deze meerderheidsbesluitvorming die nu op meer onderwerpen van toepassing wordt, is een belangrijke doorbraak, vooral omdat het sinds de laatste uitbreidingsronde steeds moeilijker is geworden om het met elkaar eens te worden. Met de huidige 25 lidstaten is unanimiteit een bijna onmogelijke opgave geworden, waardoor belangrijke onderwerpen, zoals het Europese octrooi, eindeloos kunnen worden opgehouden.

Eurocommissaris

Er staan nog meer interne hervormingen op stapel. Na lang onderhandelen is ook het principe van één Eurocommissaris per land op de helling gezet. Ook hier geldt dat individuele landen even zullen moeten slikken, maar dat het resultaat een verbetering is. Immers vergaderen met z'n vijfentwintigen belooft weinig slagvaardigheid. Bedrijven hebben bovendien met regels van vijfentwintig 'ministeries' te maken. In de toekomst leveren de lidstaten hun Eurocommissaris per toerbeurt. Overigens duurt het nog tot 2014 voordat de Europese 'ministerraad' wordt teruggebracht van 25 tot 18 Eurocommissarissen. Tot die tijd moet de Europese Commissie aan een flinke ronde tafel vergaderen.

Een andere verandering is dat het Europees Parlement over meer onderwerpen iets te zeggen krijgt. Onder andere over de landbouwbegroting, waar het in het verleden geen invloed op had. Dit kan de opmaat zijn naar een Europese Unie die efficiënter met geld omgaat. Veertig procent van de begroting van de EU gaat nu nog naar het landbouwbeleid, hopelijk komt een deel van dat bedrag in de toekomst vrij voor onderzoek en innovatie.

Niet alleen het Europees Parlement wint trouwens aan invloed, ook de nationale parlementen krijgen meer te zeggen over Europese regels. De Europese Grondwet geeft de nationale parlementen het recht om aan de noodrem te trekken als zij vinden dat Brussel z'n boekje te buiten gaat. Straks hoeven de bewoners van het Binnenhof niet meer lijdzaam te wachten tot de Europese richtlijnen op hen neerregenen. Door middel van de subidiariteitstoets kunnen zij van tevoren bepalen of ze vinden dat bepaalde wetgeving vanuit Brussel of vanuit Den Haag moet komen. Een belangrijke stap om onnodige regelgeving uit Brussel tegen te houden.

Eén gezicht

Een ander positief effect van de Grondwet kan zijn dat het de relatie tussen de Europese Unie en landen buiten de EU verbetert. Europa krijgt met de nieuwe Europese Grondwet één minister van Buitenlandse Zaken en daardoor ook één gezicht naar buiten toe, in plaats van het huidige tweespan: de Hoge Autoriteit voor Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (nu Javier Solana) én de Eurocommissaris van Buitenlandse Zaken (nu Benita Ferrero-Waldner). Wel is er een nadrukkelijke bepaling dat lidstaten niet verplicht zijn om deel te nemen aan gemeenschappelijke militaire operaties.

Tot slot is er de hoop dat de Europese Grondwet meer vaart zal brengen in de aandacht voor het concurrentievermogen van de Europese Unie. Of zoals het in de Europese Grondwet staat omschreven: De Unie biedt haar burgers een "interne markt, waarin de mededinging vrij en onvervalst is", bovendien zet de Unie zich in voor een Europa met een "groot concurrentievermogen."


Jean-Paul Votron, ceo Fortis: 'Europese Grondwet vergemakkelijkt integratie financiële markten'

"De directe gevolgen voor de economie en de financiële sector zijn beperkt. Toch is de Europese Grondwet een belangrijke stap voor Europa. Ruim 50 jaar werken aan economische, financiële en politieke integratie heeft een groeiende groep landen duurzame vrede en een nooit eerder geziene welvaart gebracht. Het grondwettelijk verdrag versterkt de Europese identiteit zowel intern als extern. Omdat meer besluiten met gekwalificeerde meerderheid worden genomen neemt het democratisch karakter van de beslissingen toe. Bovendien zal het besluitvormingsproces sneller en soepeler verlopen. Dit zal de verdere integratie van de Europese financiële markten vergemakkelijken. Dat zou Fortis fantastische mogelijkheden bieden."


<h4>Rein Willems, president-directeur Shell Nederland: 'Sneller besluiten nemen om concurrentiepositie van Europa te versterken'</h4>
"Het is goed voor Europa als er een Europese Grondwet komt die het bestuur meer armslag geeft. Zeker gezien de recente uitbreiding van de Europese Unie is afschaffing van het veto-recht op bepaalde terreinen noodzakelijk. Op die manier kan de EU sneller besluiten nemen die de concurrentiepositie van Europese ondernemingen, en dus ook die van Shell, versterken. Bijvoorbeeld over een European Research Agency om het wetenschappelijk onderzoek te versterken. Maar ook over maatregelen op het gebied van duurzame energie. Na Kyoto moeten we weer een stap verder. Dan is het reuze belangrijk dat daar een goed, centraal geleid politiek beleid op wordt gevoerd. En dat landen daar gezamenlijk in opereren."


De lange weg van de Europese Grondwet

Anderhalf jaar vergaderen door de Europese Conventie resulteerde op 18 juli 2003 in een ontwerp-grondwet, die de basis vormde voor onderhandelingen tussen de Europese regeringsleiders. In juni 2004 kreeg het document zijn uiteindelijke vorm. In tien landen werd besloten dat er een referendum komt over de Europese Grondwet. In de andere landen wordt het alleen door het parlement geratificeerd. Op 20 februari beet Spanje het spits af: de Spaanse bevolking stemde in grote meerderheid voor de Grondwet. Op 29 mei wordt in Frankrijk een referendum gehouden, op de voet gevolgd door Nederland waar op 1 juni over de Grondwet wordt gestemd. In Nederland gaat het om een raadplegend referendum en moet het parlement alsnog ratificeren. Eerst moet er dan een goedkeuringswet door de Tweede en de Eerste Kamer worden aanvaard en door de regering worden bekrachtigd. De diverse referenda en ratificaties lopen nog door tot 1 november 2006. Als alle landen voor hebben gestemd, treedt de Europese Grondwet daarna in werking. Als enkele landen niet (op tijd) hebben geratificeerd, vergaderen de regeringsleiders over de ontstane crisis.

Auteur(s): Hester Jansen, Karin Bojorge
forum@vno-ncw.nl

Bron: Forum, opinieblad van VNO-NCW (10-03-2005)