RPF en de Tweede Kamerverkiezingen tussen 1981 en 2003

In 1977 deed de RPF1 voor het eerst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen2. Na de verkiezingen van 19813 werden er voor het eerst zetels behaald. De RPF deed aan zes Tweede Kamerverkiezingen mee en wist nooit meer dan drie zetels te behalen.

Inhoud


1.

Lijsttrekkers, kandidaten en verkiezingsprogramma's

In onderstaand overzicht is per verkiezingsjaar aangegeven wie de lijsttrekker was, welke kandidaten op de kandidatenlijsten stonden en wat het verkiezingsprogramma voor dat jaar was.

 

Jaar

Lijsttrekker

Kandidaten

Programma (VP)

Percentage

19984

Leen van Dijke5

Lijst 19986

VP 1998*

2,0

19947

Leen van Dijke5

Lijst 19948

VP 1994*

1,7

19899

Meindert Leerling10

*

VP 1989*

1,0

 

198611

Meindert Leerling10

*

VP 1986*

0,9

198212

Meindert Leerling10

*

VP 1982*

1,5

19813

Meindert Leerling10

*

VP 1981*

1,5

  • (Nog) niet beschikbaar

2.

Verkiezingsuitslag

In onderstaand overzicht is per verkiezingsjaar de verkiezingsuitslag opgenomen.

 

Jaar

Zetels

Percentage

19984

3

2,0

19947

3

1,7

19899

1

1,0

 

198611

1

0,9

198212

2

1,5

19813

2

1,5

  • (Nog) niet beschikbaar

Meer over

Voor de ontsluiting van de verkiezingsprogrogramma's is gebruik gemaakt van de collecties van Het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) van de Rijksuniversiteit Groningen.


  • 1. 
    De RPF was een protestants-christelijke partij die in 1975 ontstond en sinds januari 2000 samenwerkte met het GPV onder de naam ChristenUnie. Op 15 mei 2002 heeft de RPF ook niet meer zelfstandig aan de Tweede Kamerverkiezingen deelgenomen.
     
  • 2. 
    De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.
     
  • 3. 
    Op 26 mei 1981 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Dit waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. Daarnaast lagen er verschillende grondwetswijzigingen voor, die definitief werden bij de Grondwetsherziening van 1983. Het CDA won de verkiezingen, D66 was de grootste stijger. Daar stond verlies tegenover van PvdA en VVD. CDA en VVD verloren hun krappe meerderheid.
     
  • 4. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 6 mei 1998 waren reguliere verkiezingen. Het kabinet-Kok I zat zijn gehele termijn uit. Er lagen ook grondwetswijzigingen voor, zoals het grondwetsvoorstel voor het correctief referendum dat in eerste lezing was aangenomen. De regeringspartijen PvdA en VVD wonnen de verkiezingen; de PvdA bleef de grootste. Verlies was er voor D66 en opnieuw het CDA. GroenLinks won flink. CD en ouderenpartijen verdwenen uit de Kamer.
     
  • 5. 
    Voorman van de RPF en de ChristenUnie in de Tweede Kamer. Was aanvankelijk timmerman en daarna werkzaam in de hout- en bouwmaterialenhandel. Zijn politieke loopbaan begon in Provinciale Staten van Zeeland, waar hij onder meer fractievoorzitter was. In 1994 opvolger van Leerling als politiek leider van de RPF. Hield zich vooral bezig met het financieel-economisch beleid en sociale zaken. Bracht samen met het PvdA-lid Bussemaker een initiatiefwet tot stand over zondagsarbeid. Kwam in opspraak vanwege een op zijn religeuze overtuiging gebaseerde uitspraak over homoseksuelen. Overigens in de omgang een minzaam man, die veel werk maakte van zijn Kamerlidmaatschap. Na de fusie van RPF en GPV enige tijd eerste man van de ChristenUnie.
     
  • 6. 
    Aan de Tweede Kamerverkiezingen in 1998 namen landelijk 17 partijen deel, en daarnaast enkele partijen die niet in alle kieskringen kandidatenlijsten hadden. RPF, SGP en GPV hadden een lijstverbinding.
     
  • 7. 
    Op 3 mei 1994 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Dit waren reguliere verkiezingen, nadat het kabinet-Lubbers III zijn hele termijn had uitgezeten. Daarnaast lag er een wijziging van de Grondwet voor ten aanzien van het niet langer ontbinden van de Eerste Kamer bij grondwetswijzigingen. Grote winnaars waren VVD en D66 en de nieuwe ouderenpartij AOV.
     
  • 8. 
    Aan de Tweede Kamerverkiezingen in 1994 namen landelijk 23 partijen deel, en daarnaast enkele partijen die niet in alle kieskringen kandidatenlijsten hadden. RPF, SGP en GPV en AOV en Unie 55+ hadden een lijstverbinding.
     
  • 9. 
    Op 6 september 1989 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig na de ontbinding van de Tweede Kamer door de val van het Kabinet-Lubbers II. Het CDA won de verkiezingen door evenveel zetels te halen als in 1986. De PvdA deed het onder Wim Kok minder goed. Verliezer was de VVD en voortzetting van het centrumrechts kabinet lag net voor de hand. Onder leiding van Hans van Mierlo behaalde D66 zetelwinst. Het nieuwe GroenLinks behaalde zes zetels.
     
  • 10. 
    Journalist en politicus, die leefde en werkte vanuit reformatorische beginselen. Als politieke leider van de kleine christelijke RPF van 1981 tot en met 1994 een principieel getuigenis-politicus. Werd politiek bewust bij de AR-jongeren, maar koos uiteindelijk toch voor de rechtlijniger RPF. Stond mede aan de wieg van de Evangelische Omroep, waarmee hij tijdens zijn politieke loopbaan nauwe contacten onderhield ten gunste van de groei van zijn partij. Was van 1985 tot 1994 de eenmansfractie van de RPF na het vertrek van zijn fractiegenoot Wagenaar, die in conflict was geraakt met het partijbestuur. Was later manager van een groot christelijke koor en leider van reizen naar Israël. Kenner van het zaterdagamateurvoetbal.
     
  • 11. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1986 waren dat jaar op 21 mei. Het waren reguliere verkiezingen, nadat de zittingstermijn van de Kamer erop zat. Er lagen ook enkele Grondwetsvoorstellen voor. Grote winnaar was het CDA, dat de leuze had: 'Laat Lubbers zijn karwei afmaken'. Opmerkelijk was het verdwijnen van de CPN.
     
  • 12. 
    Op 8 september 1982 waren er vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. Deze waren nodig nadat het kabinet-Van Agt I al na acht maanden ten val was gekomen. De PvdA won de verkiezingen, maar kon desondanks geen aanspraak maken op regeringsdeelname. Onder leiding van Ed Nijpels maakte de VVD forse groei door, vooral ten koste van D'66. De komst van de extreemrechtse Centrumpartij zorgde voor veel beroering.