Tweede Nationale Vergadering en Constituerende Vergadering (1797-1798)

De Tweede Nationale Vergadering bestond in de periode 1 september 1797 tot 22 januari 1798. Na de verwerping van de ontwerp-Constitutie moest een nieuw ontwerp worden gemaakt. Daartoe werd wederom een commissie van eenentwintig leden in het leven geroepen. Net als in de Eerste Nationale Vergadering1 werden de leden die daarin zitting hadden, vervangen door gekozen plaatsvervangers.

In januari 1798 werden op voorstel van radicale democraten/unitariërs (Republikeinen) zoals Fijnje2 en Vreede3 en met instemming van de Fransen, 28 federalistische en gematigde leden (Moderaten) van de vergadering gearresteerd. Om de arrestatie een legaal tintje te geven, was de lijst met personen ondertekend door voorzitter Midderigh4. Hij verlangde daarna in de vergaderzaal dat de niet-gearresteerde leden een verklaring tegen het stadhouderlijk bestuur, het federalisme en de regeringsloosheid zouden afleggen.

De elf leden die dit weigerden en de achtentwintig leden die alsnog bedankten, keerden niet terug in het opvolgende 'romp-parlement'. Ook predikanten, priesters en hooglaren waren uitgesloten van het lidmaatschap.

Het nieuwe parlement kreeg als naam 'Constituerende Vergadering, representerende het Bataafse Volk'. In deze Constituerende Vergadering stelde een commissie-Ockerse een ontwerp-staatsregeling op, die op 23 april door grondvergaderingen (waaraan alleen 'antifederalisten mochten deelnemen) werd aangenomen. Op 1 mei 1798 werd in de Constituerende Vergadering bekendgemaakt dat de Staatsregeling met bijna 154.000 tegen 11.500 stemmen was aangenomen. Per 4 mei vormde dit parlement zich om tot (bicameraal) Vertegenwoordigend Lichaam5.

Nadat in Frankrijk in mei 1798 een autoritairder bewind was aangetreden, maakte op 12 juni 1798 een door Daendels6 met steun van de Fransen uitgevoerde staatsgreep een einde aan het radicale bewind van Fijnje, Vreede en anderen.


Meer over


  • 1. 
    De Eerste Nationale Vergadering bestond in de periode 1 maart 1796 tot en met 31 augustus 1797 en telde 126 leden. De leden werden gekozen door een kiescollege, dat op haar beurt door grondvergaderingen was gekozen. In ieder district (met 15.000 kiezers) waren er 30 grondvergaderingen. Aan de verkiezingen van de grondvergaderingen mochten alle mannen van twintig jaar en ouder deelnemen, mits zij het oude regeringssysteem hadden afgezworen.
     
  • 2. 
    Patriottisch voorman en publicist die in 1798 voorzitter was van het radicale Uitvoerend Bewind, dat na de staatsgreep van januari van dat jaar aan de macht kwam. Zijn politieke rol was na enkele maanden al uitgespeeld, nadat hij vanwege verduistering van staatsgelden was gearresteerd. Was aanvankelijk doopsgezind leraar en daarna redacteur van een patriottische krant in Delft. Na zijn politieke loopbaan werd hij in 1805 redacteur van de eerste Staatscourant.
     
  • 3. 
    Leidse en later Tilburgse lakenfabrikant die één van de voormannen van de radicale patriotten was. Schreef pamfletten tegen het stadhouderlijk bewind en kwam na de Franse inval in de Nationale Vergadering. Fel voorstander van een unitarische Grondwet en nauw betrokken bij de omwenteling van januari 1798 waarbij de federalisten en moderaten uit de vergadering werden verwijderd. Nam toen zitting in het Uitvoerend Bewind. Na de staatsgreep van juni 1798 week hij uit naar het buitenland. Hij keerde terug toen de aanklacht tegen hem was ingetrokken, maar speelde geen politieke rol meer.
     
  • 4. 
    Rotterdamse katholieke wijnkoper en volksvertegenwoordiger in de twee nationale vergaderingen. Behoorde tot de radicale unitariërs en speelde als voorzitter van de Tweede Nationale Vergadering een belangrijke rol bij de staatsgreep en daarop volgende zuivering van januari 1798. Met de val van het radicale bewind van Vreede en Fijnje in juni 1798 kwam ook aan zijn politieke loopbaan een einde.
     
  • 5. 
    De Constituerende Vergadering riep zichzelf op 4 mei 1798 uit tot Vertegenwoordigend Lichaam. Er kwam bovendien een vijf leden tellend Uitvoerend Bewind, bijgestaan door acht agenten (ministers).
     
  • 6. 
    Flamboyante Gelderse steenbakkerszoon. Speelde een hoofdrol in vrijwel alle omwentelingen van de Frans-Bataafse tijd. Provoceerde Willem V in 1786 tot militair ingrijpen in Hattem, en verdedigde Amsterdam een jaar later tevergeefs tegen de Pruisische inval. Emigreerde naar Frankrijk waar hij in het revolutionaire leger snel promotie maakte. Energieke en daadkrachtige generaal, die zich weinig aantrok van bestaande kaders. Veroverde Den Bosch onder Pichegru en was een sleutelfiguur in de staatsgrepen van januari en juni 1798. Paarde een gebrekkige politieke antenne aan driftige uitbarstingen waarin hij menig politicus schoffeerde. Zijn rol in de falende verdediging van Den Helder tijdens de Brits-Russische invasie van 1799 zette hem op een zijspoor. Lodewijk Napoleon gaf zijn loopbaan een nieuwe impuls door hem te benoemen tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, waar hij belangrijke hervormingen realiseerde in het koloniale bestuursapparaat. Onder Willem I uitgezonden naar Elmina, waar hij in 1818 stierf aan de gele koorts.
     
  • 7. 
    Deze pagina geeft een overzicht van leden van de Tweede Nationale Vergadering (1797-1978)
     
  • 8. 
    Deze pagina geeft een overzicht van leden van de Constituerende Vergadering (1978)
     
  • 9. 
    In de periode 1796-1806 zijn er enkele 'parlementen' geweest. Dat waren Volksvertegenwoordigingen of Wetgevende Lichamen, waarvan de leden werden gekozen of benoemd. Aanvankelijk (tot 1798) hadden de 'parlementen' alleen tot doel een Grondwet (Staatregeling of constitutie) op te stellen.