Wetgeving Kabinet-Donker Curtius/De Kempenaer (1848-1849)
- 1849Wet tot regeling der toelating en uitzetting van vreemdelingen. Vreemdelingen moeten hun geldige buitenlandse paspoort laten visiteren door een Nederlandse diplomatieke of consulaire ambtenaar en zich bij aankomst melden bij het hoofd van de politie voor het verkrijgen van een binnenlandse reis- en verblijfpas. Uitzetting kan alleen plaatsvinden bij het ontbreken van voldoende middelen van bestaan of op last des Konings.