Dr. M.H.M. (Michel) van Hulten
Eerste en Tweede Kamerlid voor de PPR en staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat in het kabinet-Den Uyl. Kreeg in die laatste functie onder meer te maken met acties van wegvoerders tegen invoering van de tachograaf en van schippers tegen de vrachtverdeling. Speelde verder een belangrijke rol bij de spreiding van rijksdiensten en de verplaatsing van de directie van de PTT. Van huis uit sociaal geograaf. Zelfbewuste man, die na 1976 kritisch stond tegenover de leiding van zijn partij en het leiderschap van Ria Beckers. Verliet daarom in september 1977 de Tweede Kamer. Stapte later over naar D66, maar speelde verder geen politieke rol meer. Vurig pleitbezorger van gratis openbaar vervoer.
PPR
functie(s) in de periode 1971-1977: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, staatssecretaris
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 25 mei 1971 tot 7 december 1972
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 december 1972 tot 11 mei 1973
-
-staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (o.a. belast met aangelegenheden betreffende de PTT en vervoerszaken), van 11 mei 1973 tot 19 december 1977
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 juni 1977 tot 8 september 1977
-
-regionaal vertegenwoordiger in Maleisië, Singapore en Brunei, UNDP Asia and Pacific Bureau te Kuala Lumpur, van 1986 tot 1989
-
-directeur-generaal IOCU (International Organization of Consumers Unions), van 16 april 1989 tot 1991
-
-hoofd Nederlands Bureau van de Global Coalition for Africa (persoonlijk vertegenwoordiger van de minister), van 1 februari 1991 tot 1 januari 1997
-
-lector governance, SAXION-Hogescholen te Enschede, van 16 april 2007 tot december 2015
takenpakket (staatssecretaris)
-
-Was als staatssecretaris belast met 1. aangelegenheden behorende tot het werkterrein van het a. het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, b. het Directoraat-Generaal van Scheepvaart, c. het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, 2. aangelegenheden van sociale aard betreffende het wegvervoer en de binnenscheepvaart, 3. de nationale en internationale aangelegenheden betreffende het goederenvervoer over de rail, langs de weg en te water, 4. die internationale aangelegenheden waarvan de behartiging hem van geval tot geval werd toevertrouwd
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-covoorzitter Global Volunteer Confererence te Amsterdam, januari 2001
-
-adviseur regering van Kameroen (over corruptiebestrijding in dat land), van maart 2008 tot december 2008
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Hield zich als Eerste Kamerlid bezig met onder meer buitenlandse zaken, defensie, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, verkeer en waterstaat en landbouw en visserij. Voerde tevens het woord bij de behandeling van de 1000-guldenwet (inschrijving studenten).
-
-Hield zich in de korte tijd dat hij Tweede Kamerlid was (in 1972-1973) onder meer bezig met verkeer en waterstaat, wetenschapsbeleid en landbouw
als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/6)
-
-Bracht in 1975 de Beleidsnota Goederenvervoer ('Vervoer ... kan 't verkeren?') uit. Hierin staan voorstellen om te komen tot het wegnemen van structurele moeilijkheden in het weg- en watervervoer en de daaruit voortvloeiende ongunstige arbeids-, rentabliteits- en inkomenssituatie. Verder wordt in de nota ingegaan op de zwakke positie van het NS-goederenvervoer ten gevolge van het wegvallen van het kolentransport. Daarnaast wordt ingegaan op aspecten als milieu, ruimte, grondstoffen- en energieverbruik. Het streven is de concurrentievoorwaarden tussen de drie vervoerssectoren op basis van doorberekening van gemaakte kosten zoveel mogelijk gelijk te trekken (die verschillen moesten eerst nog worden vastgesteld). Er komen strengere eisen voor kredietwaardigheid en vakbekwaamheid en er zal meer worden gelet op naleving van sociale voorschriften en vergunningen. De betrokken organisaties in de drie sectoren krijgen een belangrijke rol bij het toekomstige vervoersbeleid. (13.421)
-
-Verdedigde in juni 1975 samen met de staatssecretarissen Polak en Van Lent de kabinetsnota over het spreidingsbeleid. Tijdens zijn staatssecretariaat werd een begin gemaakt met de overgang van de PTT-top naar Groningen.
-
-Diende in 1977 samen met minister Duisenberg het wetsvoorstel Postbankwet in. De postbank moest een zelfstandige financiële staatsonderneming worden ontstaan door fusie van de Postgiro en de Rijkspostspaarbank. Het wetsvoorstel werd in 1984 door minister Ruding ingetrokken. (14.632)
als bewindspersoon (wetgeving) (3/6)
-
-Bracht in 1976 de Wet sloopregeling binnenvaart (Stb. 411) tot stand. Deze moet door middel van een uitkering tijdelijk aan schippers het slopen van binnenschepen bevorderen om zo deze vervoerssector te saneren. Het wetsvoorstel was in 1970 ingediend door staatssecretaris Keyzer. (11.029)
-
-Bracht in 1977 de Wedervergeldingswet zeescheepvaart (Stb. 313) tot stand. Deze wet maakt het voor de regering mogelijk vergeldingsmaatregelen te nemen, indien de belangen van de Nederlandse koopvaardij ernstig worden geschaad. Zo kan er een vaarverbod worden opgelegd aan schepen uit een bepaald land of kunnen er heffingen worden ingevoerd op zeeschepen die over Nederlandse wateren varen. Het wetsvoorstel was in 1970 ingediend door staatssecretaris Keyzer. (10.523)
-
-Bracht in 1977 een wijziging (Stb. 354) van de Wet Autovervoer Goederen tot stand. Hierdoor wordt het vergunningsbewijs voor ongeregeld vervoer gekoppeld aan het kentekenbewijs. Vergunninghouders kunnen niet langer zonder meer aan derden vrachtauto's met bemanning ter beschikking stellen. Dit moet leiden tot betere naleving van de regels (o.a. ten aanzien van de rijtijden) die gelden in de vervoerssector. (14.384)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
-
-Verliet in september 1977 de Tweede Kamer, omdat hij bedenkingen had tegen het fractievoorzitterschap van Ria Beckers (hij was in 1976 tegenkandidaat geweest bij de verkiezing) en uit onvrede over de koers van de PPR richting 'klein links'
-
-Behoorde in 1981/1982 tot de Godebald-groep in de PPR, die voorstander was van samenwerking met de PvdA (en D66) in plaats van met PSP en CPN
-
-Trok zich in oktober 1997 terug als voorzitter van D66-programmacommissie, nadat hij kritiek had geuit op de doelstelling van 3 procent groei. Hij vond dat streven strijdig met de milieudoelstellingen uit het ontwerp-programma.
uit de privésfeer
-
-Zijn echtgenote was lid van de Raad van Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeer Polders, raadslid en wethouder van Lelystad en Statenlid in Flevoland
-
-Een dochter van hem was raadslid in Leusden (PPR)
verkiezingen
-
-Werd in 1971 tot Eerste Kamerlid gekozen door Groep II: Gelderland, Overijssel, Groningen en Drenthe
-
-Was in 1994 kandidaat-Tweede Kamerlid voor D66
-
-Stond in 2011 bij de Eerste Kamerverkiezingen op de 4e (onverkiesbare) plaats op de kandidatenlijst van 50PLUS
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.