Jhr.Ir. O.C.A. (Otto) van Lidth de Jeude
Liberaal minister in de jaren voor de oorlog en in Londen. Was voor hij minister werd ondernemer (havenwerken) met diverse commissariaten in het bedrijfsleven. Gerenommeerd waterstaatkundig ingenieur, die in de kabinetten-Colijn een kundig minister van Waterstaat was. Werd in Londen minister van Oorlog, hoewel hij zichzelf eerder als een geschikte kandidaat voor het minister-presidentschap had beschouwd. Was in 1943 verantwoordelijk voor het besluit over instelling van het Militair Gezag na de bevrijding. Na de oorlog nog enkele jaren Statenlid in Zuid-Holland. Beminnelijk man, maar in Londen soms iets te veel levensgenieter.
LSP
functie(s) in de periode 1935-1945: lid Tweede Kamer, minister
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-minister van Waterstaat, van 15 maart 1935 tot 24 juni 1937
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 juni 1937 tot 25 juli 1939
-
-voorzitter Raad van het Openbaar Lichaam "De Wieringermeer", van 1 januari 1938 tot 25 juli 1939
-
-minister van Waterstaat, van 25 juli 1939 tot 10 augustus 1939
-
-regeringscommissaris voor vluchtelingen te Londen, van 26 mei 1940 tot 15 september 1942
-
-lid Buitengewone Raad van Advies te Londen, van 8 juni 1942 tot 15 september 1942
-
-minister van Oorlog, van 15 september 1942 tot 23 februari 1945
-
-lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 20 juni 1946 tot 4 juli 1950
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-lid bestuur Stichting Radio Nederland Wereldomroep, omstreeks 1950
-
-voorzitter Nederlands Verkeersinstituut, omstreeks 1950
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erelid Algemene Bond van Forensen
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Was als minister van Oorlog in Londen in 1943 verantwoordelijk voor de totstandkoming van het Besluit op de Bijzondere Staat van Beleg. Dit in 1944 gepubliceerde besluit regelde de instelling van het Militair Gezag, dat na de bevrijding tijdelijk het burgerlijk gezag moest waarnemen en daarbij verregaande bevoegdheden kreeg (zoals postcensuur, het recht om mensen te interneren, om goederen te vorderen en om reisverboden in te stellen).
-
-Vroeg op 16 december 1944 schriftelijk aan Gerbrandy de koningin te verzoeken hem ontslag aan te bieden. Hij vond dat collega's teveel kritiek hadden op de leiding (met name generaal Kruls) van het Militair Gezag. Gerbrandy voldeed niet aan dat verzoek.
als bewindspersoon (wetgeving) (3/6)
-
-Bracht in 1937 de Wet reorganisatie van het spoorwegbedrijf tot stand, waarbij per 1 januari 1938 de N.V. Nederlandse Spoorwegen werd opgericht die de spoorwegen exploiteert. Van dit bedrijf werd de Staat de enige aandeelhouder. De Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij en de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen werden opgeheven.
-
-Bracht in 1937 de Wet inzake de instelling van het Openbaar Lichaam Wieringermeer tot stand, die een tijdelijke bestuursvorm in het leven riep voor de ingepolderde Wieringermeer
-
-Bracht in 1937 de Verkeerswet tegen lintbebouwing tot stand. Deze wet verbood het oprichten van gebouwen binnen vijf meter uit de grens van de weg en het belemmeren van het vrije uitzicht bij een bocht van een weg of bij kruisingen.
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
-
-Ging in november 1944 als één van de minister-kwartiermakers naar het bevrijde Zuid-Nederland en verbleef sindsdien afwisselend in Oisterwijk, Brussel en Londen
uit de privésfeer (3/4)
-
-Werd op einde van de oorlog (eind 1944) in Londen enkele malen door de politie in beschonken toestand van straat opgepikt
-
-Zijn vader was dijkgraaf van de Nederbetuwe, wethouder van Tiel en lid van Provinciale Staten van Gelderland
-
-Zijn grootvader van vaderszijde was wethouder van Tiel
verkiezingen
-
-Stond in 1948 en 1951 op de VVD-kandidatenlijst bij de Eerste Kamerverkiezingen, maar werd niet gekozen
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
-
-H.J. van Lennep, "Lidth de Jeude, jhr. Otto Cornelis Adriaan van (1881-1952)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 335
-
-L. de Jong, "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog", deel IX (eerste deel), 355
-
-H.J.L. Vonhoff, "Liberalen onder één dak" (1998), 28
-
-Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
-
-"Londense dagboeken van Jhr.Ir. O.C.A. van Lidth de Jeude 1940-1945, bewerkt door A.E. Kersten" (RGP, kleine serie 95 en 96) (2001)
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.